Faders
Fade-start (FADE-T)
Het beeld wordt geleidelijk
zichtbaar.
Wipe-effect (WIPE)
Het beeld begint als een
verticale lijn in het
midden en wordt naar de
zijkanten groter tot
het gehele scherm
wordt gevuld.
Hoeken-wipe (CORNER)
Het beeld schuift open vanaf
de hoeken totdat het
gehele scherm
is gevuld.
Sprong (JUMP)
Vanaf de linkerzijde
verschijnt een klein
beeld, dat naar het
midden springt en
groter wordt totdat
het gehele scherm is
gevuld.
Zwaai (FLIP)
Het beeld zwaait het scherm op.
Het beeld verdwijnt geleidelijk.
Het beeld wordt vanaf beide
zijden van het scherm
dichtgeschoven.
Het beeld wordt
dichtgeschoven vanaf de
hoeken.
Het beeld krimpt, springt vanaf
het midden naar links en
verdwijnt.
Het beeld zwaait het scherm uit.
Ne
59