14.3.4 Configuratie van relaisuitgangen voor veiligheidsrelevante schakelbedieningen
De systeemstatusrelais en andere relais die zijn geconfigureerd uit veiligheidsoverwegingen, moeten voor een veilige werking via kabels
worden verbonden met een doorlopend bewaakt systeem. Zo wordt gewaarborgd dat alle systeemstoringen onmiddellijk worden
gedetecteerd en de juiste actie wordt ondernomen.
Elke ROM-uitgang moet worden geconfigureerd als Normaal Bekrachtigd, Alarmupdate Inschakelen niet geselecteerd en Vergrendelfunctie
geselecteerd, zoals getoond in het volgende voorbeeld:
14.3.5 Conformiteit aan EN 45544-2 (toxische gassen)
De onderste metingslimiet bij Touchpoint Pro bedraagt 0,08% van de Full Scale Deflection van de transmitter. Daarom mag de parameter
'nul-onderdrukking positief' niet hoger worden ingesteld dan 0,08% van de Full Scale Deflection van de transmitter om onderdrukking van
geldige gemeten waarden te vermijden.
Om conformiteit aan EN 45544 te waarborgen, mag het kalibratie-interval niet langer zijn dan 6 maanden.
Touchpoint Pro is geschikt voor het gebruik met transmitter waarbij de uitvoer bij de grenswaarde tussen 4,96 mA en 12,0 mA ligt.
Raadpleeg EN4544-1 Annex A voor meer informatie.
14.3.6 Conformiteit aan EN 50104 (zuurstof)
TPPR is goedgekeurd voor het meten van zuurstoftekort, -verrijking en -inertisering.
14.4 Belangrijke opmerkingen over certificering
TPPR is een volledig aanpasbare installatie, zodat alle mogelijke variaties niet in één gids kunnen worden gecertificeerd. In plaats daarvan
bevat elk systeem zijn gepersonaliseerde parameters die worden vermeld op de typeplaatjes die op elke hoofdcomponent zijn aangebracht
(d.w.z. de regelaar, externe eenheden en batterijbehuizingen).
Omwille van de certificering en ter informatie is een tabeloverzicht van de afzonderlijke componenten opgenomen in het hoofdstuk
Specificaties.
Opmerking 1: Het TPPR-systeem bevat een aantal COTS-items (Commercial-Off-The-Shelf) die onafhankelijk zijn gecertificeerd door de
betreffende fabrikanten, wier gecertificeerde parameters zijn opgenomen in de specificatietabellen.
Opmerking 2: OEM's zijn er verantwoordelijk voor te zorgen dat hun systemen zijn gecertificeerd overeenkomstig deze tabellen en
eventuele vereisten van 3
Opmerking 3: Fluctuaties in de voeding mogen niet hoger zijn dan een SELV-toevoer van 18 – 32 V gelijkstroom of ±10% van de nominale
waarde.
Opmerking 4: Alle apparatuur in deze handleiding kan op een maximale hoogte van +2000 m worden gebruikt. AGL.
Opmerking 5: Er moet op worden gelet dat de apparatuur niet wordt blootgesteld aan trillingen die sterker zijn dan de waarden zoals
vermeld in EN 60079-29-1, EN 45544 en EN 50104.
Omgevingstemperatuur: Controleer, afhankelijk van de geplaatste onderdelen, individuele typeplaatjes.
Ond. Nr. 2400M2566_3_NL
CERTIFICAAT
Afbeelding 42. Configuratie uitgang foutvergrendeling
e
partijen.
WAARSCHUWING
81
Touchpoint Pro
Bedieningshandleiding