5.5.5
Vereisten voor inloggen
Om in te loggen, moet u zijn geregistreerd als Beheerder, Engineer of Operator en over een geldig wachtwoord
beschikken.
Om in te loggen, raakt u het Inloggen-pictogram (gesloten hangslot) in de navigatiebalk aan en voert u de Gebruikersnaam
en het Wachtwoord in. Het hangslot wordt geopend om aan te geven dat er een gebruiker is ingelogd.
Opmerking: De gebruiker wordt automatisch uitgelogd na 20 minuten zonder activiteit of als de PC Configuration-software
de bediening op afstand overneemt. Als het touchscreen op dat moment werd gekalibreerd, moet u de kalibratie voltooien
en opnieuw inloggen voordat u verder kunt gaan met andere acties.
5.6 Het touchscreen opnieuw kalibreren
Kalibreer het touchscreen opnieuw als het niet reageert wanneer het correct wordt aangeraakt. Dit proces zou minder dan
een minuut in beslag mogen nemen, maar kan alleen worden uitgevoerd op het touchscreen.
Het kalibreren moet volledig worden afgerond aangezien er geen mogelijkheid is om het proces af te breken.
Het touchscreen opnieuw kalibreren:
1.
Log in als Engineer of Beheerder
2.
Kies Toolbox>Wereldwijde instellingen>Paneelconfiguratie>Touchpaneel kalibreren
3.
Volg de instructies waarbij u elke hoek van het paneel achtereenvolgens aanraakt met een vinger of een zachte
stylo.
4.
Raak ten slotte het midden van het paneel aan om af te sluiten.
Opmerking: De storing-LED kan worden getoond als de kalibratie wel is gestart maar niet wordt voltooid, maar stopt
wanneer de kalibratie geheel is voltooid.
Opmerking: Er volgt bij de schermkalibratie geen time-out, ook niet als de ingestelde tijd voor de achtergrondverlichting of
de gebruikersinterface verstrijkt, en gebruikersopdrachten zijn pas weer beschikbaar als de kalibratie volledig is afgerond. U
moet de kalibratie van het touchscreen eerst voltooien voordat u verder gaat met andere activiteiten.
5.7 Invoerkanalen en invoergegevens bekijken
Opmerking: In de touchscreenweergave worden de Ingangen- en Uitgangen-pictogrammen afgewisseld – vanuit de
navigatiebalk van het scherm Systeemstatus is alleen het pictogram Ingangen zichtbaar, en als u wisselt naar het scherm
Ingangen, wordt het pictogram Uitgangen zichtbaar.
1.
Vanuit de navigatiebalk van het scherm Systeemstatus kies u het Ingangen-pictogram.
2.
Een lijst met alle invoerkanalen wordt getoond op volgorde van het kanaal-ID. Het kanaal-ID, de locatietag, de
gasnaam, de status en de huidige waarde worden weergegeven.
De lijst kan worden gefilterd op status – Alarm, Storing, Blokkering, Waarschuwing of Alle.
3.
4.
Selecteer een kanaal. Kies een van de opties die worden beschreven in de onderstaande tabel.
Gebruikers-
Optie
niveau
Blokkering
Technicus
Kalibratie
Technicus
Trendgrafiek
Alle
Ingangsinfor-
Alle
matie
Signaal
Beheerder
bekijken
Ond. Nr. 2400M2566_3_NL
NORMALE WERKING
Opmerking
Blokkeert het kanaal. Op een geblokkeerd kanaal verandert deze optie in
Blokkering opheffen.
Kalibreer het kanaal.
Geeft de trendgrafiek voor het kanaal weer.
Geeft gedetailleerde informatie over het kanaal weer, waaronder Aangepast ID,
naam sensor en gas, gasaflezing, geconfigureerde alarmen en alarmniveaus.
Toont het onbewerkte signaal dat op het kanaal wordt ontvangen.
Tabel 9.
Menuopties invoerkanaal
32
Touchpoint Pro
Bedieningshandleiding