6 Alarmen, storingen, waarschuwingen en blokkeringen
TPPR kan worden ingesteld voor het bewaken van verschillende typen alarmen in verschillende zones van uw vestiging of
vestigingen. Ze kunnen ook worden ingesteld om op verschillende manieren te reageren, zoals:
'Vergrendelde' of 'onvergrendelde' alarmen
Alarmen korte- en langeblootstellinggrenzen (STEL / LTEL)
Snelheidsalarm
Activering van relaisuitgangen
Stemtelling-/niet-stemtelling-alarmen
Digitale ingangen geconfigureerd als alarmen
6.1 Vergrendelingsalarmen
Tijdens de TPPR-fabricage of -configuratie worden de alarmkanalen ingesteld als Vergrendeld of Onvergrendeld. Standaard
wordt meestal gekozen voor Vergrendeld, maar dit kan indien nodig worden gewijzigd.
Onvergrendelde alarmsignalen worden vanzelf teruggezet als het gevaar is verdwenen, terwijl de gebruiker bij vergrendelde
alarmsignalen eerst moet controleren of de omstandigheden weer veilig/normaal zijn alvorens het alarm met de hand terug te
zetten.
Het STEL-alarm kan als vergrendelend of niet-vergrendelend worden geconfigureerd. STEL-alarmen moeten normaliter als
vergrendeld worden ingesteld om de gebeurtenis vast te houden totdat deze wordt bevestigd.
Het STEL-alarm kan alleen worden teruggezet wanneer TPPR heeft berekend dat het gemiddelde gasniveau gedurende de STEL-
tijdinterval tot onder het STEL-alarmniveau is gezakt. Daarom duurt het enige tijd voordat het STEL-alarm kan worden teruggezet,
ook al is er wellicht geen gas meer aanwezig. De beschikbare tijd die kan verstrijken voordat een alarm wordt teruggezet, hangt af
van de verhouding tussen de historische en momentele gasconcentratie en de tijd. Als wordt gekozen voor niet-vergrendelend, blijft
het STEL-alarm actief totdat het gemiddelde gasniveau gedurende de STEL-tijdinterval tot onder het STEL-alarmniveau is gezakt.
Zie de volgende paragraaf voor meer informatie.
6.2 STEL / LTEL-alarmen
In sommige landen wordt het gebruik van een STEL-alarm met vaste gasdetectieapparatuur niet aanbevolen.
Korte blootstellinggrenzen (STEL) en langeblootstellinggrenzen (LTEL) zijn de toxische grenzen die het menselijk lichaam kan
verdragen zonder acute of chronische klachten, verwondingen of ziekte. Deze waarden variëren bij elk chemisch middel of gas, en
kunnen opnieuw afwijken naargelang meer geavanceerde en langdurige laboratoriumtests nieuwe resultaten opleveren.
TPPR gebruikt analoge gassensoren voor het detecteren en vastleggen van concentraties giftig gas in de omgeving voor
STEL/LTEL. Deze metingen hebben twee functies: Ten eerste activeert een stijging in de gasconcentratie boven een vooraf
ingestelde STEL-basiswaarde het STEL-alarm en ten tweede activeert een langdurige gasconcentratie boven een vooraf ingesteld
gemiddeld LTEL-basisniveau gedurende een bepaalde tijdperiode het LTEL-alarm.
TPPR berekent elke ½ minuut een gemiddelde van het STEL-gasniveau en wel over door de gebruiker bepaalde periodes die
variëren van 5 tot 60 minuten. Voor LTEL worden periodes van 10 minuten gebruikt met vaste intervallen van 8 uur, aangezien 8
uur de gemiddelde lengte van een werkdag is.
Alle details over de theorie en beperkingen van STEL/LTEL vindt u in hoofdstuk 9 - Configuratie STEL- en LTEL-alarmen, en details
over het instellen worden verstrekt in hoofdstuk 6 - Software-set-up en ingebruikname.
6.2.1
Het STEL-alarm gebruiken
Gebruik de grens kortetermijnblootstelling (STEL) om aan te geven als een gassensor een gemiddeld gasniveau detecteert dat in
een gevaarlijke situatie resulteert.
De STEL-functie berekent doorlopend het gemiddelde gasniveau door gebruik te maken van een tijdperiode die door de gebruiker
wordt geselecteerd (STEL-tijdinterval). Er wordt een alarm gegenereerd als de gemiddelde gasaflezing binnen de STEL-tijdinterval
boven een door de gebruiker geselecteerde grens (STEL-alarmniveau) komt.
De functionaliteit van het STEL-alarm is meestal verbonden met persoonlijke apparatuur voor gasdetectie, waarbij STEL informatie
verstrekt over de blootstelling van een persoon aan een gevaar. Aangezien TPPR en bijbehorende sensoren vaste apparatuur zijn,
moet de gebruiker aandacht besteden aan de manier waarop de STEL-functie wordt gebruikt, omdat het de sensor is (en niet de
persoon) die aan het gas wordt blootgesteld.
Ond. Nr. 2400M2566_3_NL
NORMALE WERKING
Raadpleeg de lokale en nationale voorschriften voor meer informatie.
39
LET OP
Touchpoint Pro
Bedieningshandleiding