Inhoudsopgave
Advertenties
6.9.2
Een storing of waarschuwing bevestigen (accepteren)
Toegang op het niveau Operator of hoger kan vereist zijn.
Een actieve storing of waarschuwing kan op drie manieren worden teruggezet:
Druk op de knop Accepteren op het frontpaneel. Hiermee worden ALLE actieve gebeurtenissen bevestigd.
Vanuit het scherm Ingangen of Uitgangen kiest u het individuele kanaal en kiest u Bevestigen uit het vervolgkeuzemenu.
Hiermee worden alle actieve gebeurtenissen voor het kanaal bevestigd.
Vanuit het scherm Actieve gebeurtenissen kiest u de storing of waarschuwing en kiest u Bevestigen uit het
vervolgkeuzemenu. Hiermee wordt alleen de geselecteerde storing of waarschuwing bevestigd.
Het kanaal, de LED en het pictogram houden op met knipperen als een storing of waarschuwing wordt bevestigd.
Opmerking: De knop Accepteren moet gedurende minstens 0,5 seconde worden ingedrukt.
6.9.3
Een vergrendelde storing of waarschuwing terugzetten
Toegang op het niveau Operator of hoger kan vereist zijn.
Een vergrendelde storing of waarschuwing kan op drie manieren worden teruggezet:
Druk op de knop Resetten op het frontpaneel. Hierdoor worden ALLE vergrendelde alarmsignalen, storingen en
waarschuwingen teruggezet, op voorwaarde dat de gebeurtenis is gewist. Vergrendelde relaisuitgangen worden er
ook door teruggezet.
Vanuit het scherm Ingangen of Uitgangen kiest u het kanaal en kiest u Resetten uit het vervolgkeuzemenu.
Hierdoor worden alle vergrendelde gebeurtenissen voor het kanaal gereset, indien het ingangssignaal naar zijn
normale status is teruggezet.
Vanuit het scherm Actieve gebeurtenissen kiest u de storing of waarschuwing en kiest u Resetten uit het
vervolgkeuzemenu. Hiermee wordt alleen de geselecteerde storing of waarschuwing teruggezet.
Opmerking: De knop Resetten moet gedurende minstens 0,5 seconde worden ingedrukt.
6.10 Een kanaal blokkeren
Toegang op het niveau Engineer of Beheerder is vereist.
Als een kanaal in de alarmstatus is, wordt de alarmstatus voor dat kanaal gewist als de ingang wordt geblokkeerd. Door het
blokkeren van een uitgang die met dat kanaal verbonden is, wordt die uitgang gedeactiveerd, maar de ingang blijft in de
alarmstatus. Het alarm wordt ook in de toekomst gerapporteerd op de regelaar en kan andere uitgangen beïnvloeden in de
oorzaak-en-gevolg-matrix.
Opmerking: Kanalen kunnen automatisch worden geblokkeerd door de TPPR. Zie de volgende pagina voor meer
informatie.
6.10.1 Een kanaal blokkeren
Zowel invoer- als uitvoerkanalen kunnen worden geblokkeerd.
1.
Vanuit de navigatiebalk van het scherm Systeemstatus kiest u het pictogram Ingangen en, indien van toepassing,
het pictogram Uitgangen.
2.
Kies het vereiste kanaal en selecteer Blokkeren uit het vervolgkeuzemenu.
3.
Om blokkeringen te wissen, kiest u het vereiste kanaal en selecteert u Blokkering wissen uit het
vervolgkeuzemenu.
Ond. Nr. 2400M2566_3_NL
NORMALE WERKING
47
Touchpoint Pro
Bedieningshandleiding
Advertenties
Inhoudsopgave
