5.15 Relais voor systeemstatus
De regelmodule bevat twee systeemstatus-relais met de waarde 30 V gelijkstroom 3 A of 250 V wisselstroom 3 A. De
contacten zijn gesloten tijdens het normale bedrijf en zijn geopend in de volgende omstandigheden:
Het systeemfoutrelais is geopend wanneer een of meer van de omstandigheden zoals vermeld in Tabel 11. geldt.
Het systeemstoringsrelais is geopend wanneer een of meer van de omstandigheden zoals vermeld in Tabel 11.
geldt.
De systeemstatus-relais en andere relais die zijn geconfigureerd uit veiligheidsoverwegingen, moeten voor een veilige
werking via kabels worden verbonden met een doorlopend bewaakt systeem. Zo wordt gewaarborgd dat alle
systeemstoringen onmiddellijk worden gedetecteerd en de juiste actie wordt ondernomen.
Opmerking: Tijdens het opstarten is het systeemstorings-relais geopend tot de CCB beschikbaar is.
Opmerking: Als de redundante CCB de controle overneemt van een uitgevallen master-CCB, wordt dit niet beschouwd als
een systeemstoring, en het systeemstoringsrelais blijft in de normale status.
Systeemstoringsrelais TB4
Ernstig stroomverlies
Gesprongen zekering
Storing in diagnose regelaarsoftware gedetecteerd
Relaistest wordt uitgevoerd in de testmodus
5.15.1 ROM-uitgangsrelais bij systeemstoring
Opmerking: bij een systeemstoring worden alle ROM-uitgangsrelais gedeactiveerd, ongeacht hun geconfigureerde status.
Ond. Nr. 2400M2566_3_NL
NORMALE WERKING
Tabel 11.
Werking van relais voor de systeemstatus
38
Systeemfoutrelais TB5
Interne storing weergave-eenheid
Bij diagnostische controle van de module is een storing
gemeld
Een kanaal heeft de status geblokkeerd, storing of
waarschuwing
Redundante CCB neemt de controle over na het uitvallen
van de master-CCB
Systeem is in de testmodus, maar niet in de LED- of
LCD-testmodus
Een uitgang heeft de status forceren of deact. afdwingen
Touchpoint Pro
Bedieningshandleiding