Pagina 2
HERZIENINGEN Herzieningen Herziening Opmerking Datum Uitgave 1 ----- ----- Uitgave 2 A04939, A04959 Jan 2017 Uitgave 3 A05082 Mar 2018 Touchpoint Pro Ond. Nr. 2400M2566_3_NL Bedieningshandleiding...
JURIDISCHE OPMERKINGEN Disclaimer Honeywell is in geen geval aansprakelijk voor enige schade of letsel van welke aard dan ook, ongeacht de oorzaak, veroorzaakt door gebruik van de apparatuur waarnaar in deze handleiding verwezen wordt. Een strikte naleving van de veiligheidsprocedures die in deze handleiding vermeld worden en een uiterste voorzichtigheid in het gebruik van de apparatuur zijn van groot belang om de kans op persoonlijk letsel of schade aan de apparatuur te voorkomen of te minimaliseren.
Pagina 4
JURIDISCHE OPMERKINGEN Deze pagina is met opzet blanco gelaten. Touchpoint Pro Ond. Nr. 2400M2566_3_NL Bedieningshandleiding...
Pagina 6
INHOUDSOPGAVE 3.4.3 Ononderbreekbare gelijkstroom-voedingsmodule (DC-UPS) ........22 3.4.4 Reservebatterijen ......................23 Configuratiebestanden ......................... 25 De configuratie bekijken en bewerken ................25 4.1.1 De configuratie bekijken of bewerken ................25 Een back-up maken van de configuratie ................26 De configuratie herstellen ....................26 De configuratie verwijderen ....................
Pagina 7
INHOUDSOPGAVE 6.2.1 Het STEL-alarm gebruiken ..................39 6.2.2 Het STEL-alarm toewijzen aan een uitvoerrelais ............40 Snelheidsalarm ......................... 40 Door relais geactiveerde uitgangen .................. 40 Bediening sensor boven bereik ..................40 6.5.1 Gasaflezingen ......................41 Katalytische sensor boven bereik ..................41 Volledige schaal overschreden en werking 'Boven bereik'-waarschuwing ......
Pagina 8
INHOUDSOPGAVE AIM-mV-invoerkanalen kalibreren ..................58 Lussen AIM-mA-invoerkanaal kalibreren ................58 10 Probleemoplossing ........................59 10.1 Geconstateerd probleem ....................59 10.2 Andere problemen ......................62 10.2.1 Modules rapporteren een storing ................. 62 11 Foutcodes ............................63 12 Andere mogelijke problemen ....................... 74 12.1 Batterijen leveren geen stroom ..................
Pagina 9
INHOUDSOPGAVE 19 Overzicht van tabellen ........................90 Touchpoint Pro Ond. Nr. 2400M2566_3_NL Bedieningshandleiding...
Producten met de CE-markering voldoen aan alle geldende Europese richtlijnen zoals vermeld in de productspecifieke EU-conformiteitsverklaring van Honeywell. Producten met de CSA-markering voldoen aan de vereisten voor gewone locaties en, indien gemarkeerd op onderdelen en apparaten, zone 2 en divisie 2 gevaarlijke gebieden.
Ter beveiliging tegen cyberbedreigingen moet opname in een computernetwerk gebeuren in samenwerking met de IT- afdeling van uw bedrijf of professionele IT-adviseurs, en de richtlijnen en aanbevelingen in de Gids voor netwerkbeveiliging van Honeywell moeten worden opgevolgd. Bedien het Touchpoint Pro-systeem of de bijbehorende onderdelen niet buiten de vastgestelde gebruiksspecificaties.
TPPR-gasdetectiesysteem bedienen of bewaken. Alleen personeel dat volledig is getraind door Honeywell is bevoegd om de Honeywell-gasdetectiesystemen te installeren, in te stellen, in bedrijf te stellen, te onderhouden en te testen, te repareren of te herstellen.
1.3.7 Verdere informatie en hulp Neem contact op met de technische ondersteuning van Honeywell Analytics voor advies als u conflicten tussen dit en andere documenten opmerkt. Neem contact op met de verkoopondersteuning van Honeywell Analytics voor een lijst met TPPR-compatibele sensoren, filters, testgassen of andere componenten.
VEILIGHEID 2 Veiligheidsrisico's, waarschuwingen en aandachtspunten 2.1 Veiligheid Onjuiste instellingen, onderhoud, gebruik of wijzigingen van het Touchpoint Pro-gasdetectiesysteem of de installatie ervan kan de gezondheid en veiligheid van het personeel en zijn omgeving ernstig in gevaar brengen. Daarom is het van groot belang dat dit hoofdstuk aandachtig wordt gelezen door iedereen die toegang heeft tot het gasdetectiesysteem of de bijbehorende apparatuur.
VEILIGHEID 2.1.2 Veiligheidsrisico's De volgende specifieke risico's hebben betrekking op het gebruik van deze apparatuur: GEVAAR – ONTSTEKINGSGEVAAR De Touchpoint Pro Controller is niet ATEX/IECEx-veilig en mag alleen worden geïnstalleerd op veilige locaties zonder explosieve atmosferen en zonder zuurstofconcentraties van >25%v/v O GEVAAR –...
Pagina 16
Neem voor verder advies over het bovenstaande contact op met uw bevoegde vertegenwoordiger van Honeywell. Touchpoint Pro Ond. Nr. 2400M2566_3_NL...
VEILIGHEID 2.2 Locatie en beschrijving van waarschuwingslabels 2.2.1 Veiligheidswaarschuwingslabels Waarschuwingslabels zijn aangebracht op specifieke locaties op de apparatuur. Dit is om aan te geven onder welke omstandigheden de gebruiker aan elektrische of andere gevaren kan zijn blootgesteld. Afbeelding 1. Waarschuwingslabel elektrisch gevaar 1 Afbeelding 2.
VEILIGHEID 2.2.2 Apparatuurclassificatielabels (gevaarlijke locaties) De volgende labels zijn aangebracht op belangrijke plaatsen op de behuizing en op bijbehorende modules. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om voorafgaand aan het installeren de afzonderlijke classificatielabels te controleren en te waarborgen dat de specificaties tijdens het bedrijf niet worden overschreden. Als de goedgekeurde klassen worden overschreden, vervallen de productcertificering en de garantie van de fabrikant.
VEILIGHEID 2.2.3 Waarschuwingslabels De volgende symbolen zijn aanwezig op productlabels en op de reservebatterijen: Afbeelding 8. Kinderen uit de buurt houden Afbeelding 9. Geen open vuur Afbeelding 10. Voorzichtig zijn Afbeelding 11. Elektrisch gevaar Afbeelding 12. Lees de handleiding Afbeelding 13. Oogbescherming dragen Afbeelding 14.
Bovendien kan het veilig worden opgenomen in een netwerk en worden bestuurd of bewaakt via een veilige netwerkverbinding en de PC Configuration-software van Honeywell of via de veilige Webserver-interface van Honeywell. Opmerking: Beide toegangsmethoden zijn optionele extra's onder licentie. Ga naar de website van Honeywell voor meer informatie of om de bedieningsinstructies te downloaden.
INLEIDING 3.2 Indeling TPPR-besturingssysteem Het TPPR-besturingssysteem kan worden samengesteld met slechts vier hoofdmodules: Een regelmodule met een kleuren-LCD-touchscreen gebruikersinterface Een moederkaartvoeding- en communicatierail (één per behuizing of rack) Voedingsmodules (AC/DC, DC-UPS, redundantie, reservebatterij) Plug-in invoer-/uitvoermodules (I/O) (mV, mA, AIM, DIM, ROM, Modbus) Regelaar Regeleenheid Kleine externe...
INLEIDING 3.2.1 Optie gecentraliseerde opdrachten en besturing TPPR kan worden geïnstalleerd als deel van een gecentraliseerd kabelsysteem. Bij een gecentraliseerd systeem worden de afzonderlijke veldapparaten via kabels verbonden met de regelaar, en de afstand tussen de veldapparaten enerzijds en de regelaar anderzijds wordt alleen beperkt door de kabelweerstand en de vraag of er wel of geen stroomversterkers worden gebruikt.
INLEIDING 3.3 Sleutelcomponenten TPPR-systeem 3.3.1 Behuizingen en racks TPPR kan worden gemonteerd in behuizingen in verschillende afmetingen voor wandmontage, plaatsing op de vloer of montage in 19” 5U- racks. De behuizingen voor plaatsing op de vloer kunnen ongeventileerd, natuurlijk geventileerd of gedwongen geventileerd zijn. De volledig afgedichte behuizingen voor wandmontage kunnen een regelaar bevatten of kunnen worden uitgevoerd als een externe terminal zonder controller.
Windows 7 worden ondersteund voor gebruik met de PC Configuration-software. LET OP Honeywell accepteert geen aansprakelijkheid voor verlies of schade ten gevolge van een veiligheidsschending, ongeacht de oorzaak. Windows XP wordt als een hoog veiligheidsrisico beschouwd en wordt niet aanbevolen.
Licenties Voor de software van de TPPR-regelaar is geen licentie vereist. Neem contact op met uw plaatselijke leverancier of distributeur van Honeywell om licenties aan te schaffen voor de optionele PC Configuration- en Webserver-opties. Raadpleeg de bedieningshandleidingen van de PC Configuration- en Webserver-software voor details over het installeren en beheren van licenties.
INLEIDING 3.3.10 TPPR-moederkaart De TPPR-moederkaart is de voedings- en informatiesnelweg waar alle TPPR-modules op zijn aangesloten. Er kunnen diverse moederkaarten in grotere eenheden zijn, en ze worden geïnstalleerd in de DIN-rail waar de modules op worden vastgeklemd. De moederkaart is verkrijgbaar in vier lengten (270 mm, 350 mm, 430 mm, 480 mm) en biedt plaats aan respectievelijk 5, 7, 9 of 10 I/O-modules, maar de keuze kan worden beperkt door de grootte van de geselecteerde voedingseenheid en de noodzaak om voor voldoende koelruimte tussen de modules te zorgen.
Pagina 27
INLEIDING Bij installaties in een enkele kast loopt het ringnetwerk rechtstreeks tussen de RCM en de regelmodule. Bij externe eenheden loopt het netwerk bovendien via een datakabel tussen de regelaar en alle moederkaarten in het systeem. Het ringnetwerk is de enige communicatieverbinding die nodig is tussen de CCB en externe eenheden (die eigen moederkaarten, PSU en modules maar geen regelmodule hebben).
De TPPR-regelaar wordt vooraf geladen met een te updaten sensorcatalogus met daarin een lijst met alle huidige gassensoren van Honeywell Analytics. Elke sensor heeft een volledige standaardconfiguratie-instelling die kan worden geladen bij het in gebruik nemen van de invoermodules. De totale configuratie kan na afloop worden bekeken, en individuele parameters kunnen naar wens worden veranderd.
Bij het opgeven van voedingseenheden dient u rekening te houden met de interne temperaturen van de kast en de koeling. Bovendien moeten voedingseenheden een zodanige classificatie hebben dat ze bestand zijn tegen overspanning en stroompieken. Neem voor advies contact op met uw vertegenwoordiger van Honeywell. WAARSCHUWING Wisselstroom-voedingseenheden moeten een permanente verbinding met randaarde hebben overeenkomstig de plaatselijke voorschriften.
INLEIDING Aansluiting Doel ~ AC 110/240 V Neutraal In ~ AC 110/240 V Lijn In Aarde — DC 24 – 28 +V Uitgang 1 — DC 24 – 28 +V Uitgang 2 – — DC –V Uitgang 1 – — DC –V Uitgang 2 —...
INLEIDING 3.4.3 Ononderbreekbare gelijkstroom-voedingsmodule (DC-UPS) De gelijkstroom-UPS-module kan worden gebruikt met de aparte en optionele TPPR-batterijbehuizing om ervoor te zorgen dat er continu en zonder onderbrekingen stroom aan de TPPR wordt geleverd wanneer de externe voeding uitvalt. Bij de gelijkstroom-UPS kan de buffertijd en -spanning worden ingesteld, en ze is uitgerust met rode, groene en gele status- LED's en beschrijvingen die de status van de reservebatterij aangeven (zie onderstaande tabel).
(afhankelijk van de aangesloten lading). U moet er echter rekening mee houden dat alle batterijen in de loop van de tijd achteruit gaan, en Honeywell raadt aan om de batterijen regelmatig te controleren en ze te vervangen om voor optimale prestaties in een noodgeval te zorgen.
Pagina 33
INLEIDING 24 V 24 V gelijkstroom gelijkstroom 20 A 12 V 12 V 20 A max. gelijkstroom- gelijkstroom- lading batterij batterij Isolatiescha- kelaar Afbeelding 29. Batterijcircuit Touchpoint Pro Ond. Nr. 2400M2566_3_NL Bedieningshandleiding...
CONFIGURATIE 4 Configuratiebestanden WAARSCHUWING Alleen door Honeywell opgeleide en bevoegde personen of gekwalificeerde personen die zijn opgeleid volgens de technische handleiding Touchpoint Pro mogen configuraties bewerken, herstellen of wissen, aangezien fouten een schadelijke invloed op de systeemfunctie kunnen hebben. 4.1 De configuratie bekijken en bewerken TPPR-systemen worden normaliter tijdens de productie geconfigureerd volgens de eisen van de klant, maar u kunt de configuratie indien nodig bekijken en bewerken.
CONFIGURATIE 4.2 Een back-up maken van de configuratie Controleer of de doelstick is geplaatst in de regelmodule. Log in als Engineer. Vanuit het scherm Systeemstatus kiest u het pictogram Toolbox, daarna Systeemconfiguratie en vervolgens Systeembeheer. Voer het wachtwoord nogmaals in en kies Inloggen. Selecteer 'CCB-beheer' en klik op 'Configuratie-back-up': Selecteer de gewenste stick.
NORMALE WERKING 5 Normaal dagelijks bedrijf Er zijn verschillende methoden voor interactie met TPPR: Touchscreen-regelaar (geleverd) PC Configuration-software (optie onder licentie) Webserver (optie onder licentie) Modbus (optie) 5.1 Touchscreen-interface TPPR-regelaar Via het touchscreen kunnen bevoegde gebruikers alle TPPR-functies rechtstreeks bedienen. Deze functies worden volledig beschreven in het pakket handleidingen bij TPPR.
NORMALE WERKING 5.4 Veiligheidsfunctie TPPR Tijdens normaal dagelijks gebruik: Het TPPR-systeem verzamelt elke 250 ms gegevens van alle invoer-/uitvoermodules in het ringnetwerk. De oorzaak-gevolg-matrix wordt elke 250 ms. geëvalueerd, waarna opdrachten naar het betreffende uitvoerkanaal worden gestuurd. Reactietijd systeem voor AIM is ≤3 sec. en ≤1 sec. voor DIM ...
NORMALE WERKING 5.5.2 Logboek actieve gebeurtenissen Het scherm Actieve gebeurtenissen toont de actuele gebeurtenissengeschiedenis in de volgorde waarin de gebeurtenissen zich hebben voorgedaan, en in kleur (rood, geel, oranje en grijs) om de ernst aan te geven. TPPR biedt de optie om de geschiedenis te filteren in categorieën, en dit wordt beschreven in paragraaf 6.8 - Reageren op alarmen, storingen en waarschuwingen.
NORMALE WERKING 5.5.4 Touchscreennavigatie De pictogrammen in de navigatiebalk worden gebruikt om door de gebruikersinterfacesoftware te navigeren. Sleutel Systeemstatus Terug (startpagina) Ingangen Uitgangen Afbeelding 32. Touchscreennavigatie – Invoer en uitvoer Touchpoint Pro Ond. Nr. 2400M2566_3_NL Bedieningshandleiding...
Pagina 40
NORMALE WERKING Sleutel Actieve Inloggen gebeurtenissen Gebeurtenissen Gebruiker filteren ingelogd Ingangen Toolbox Afbeelding 33. Touchscreennavigatie – Actieve gebeurtenissen Touchpoint Pro Ond. Nr. 2400M2566_3_NL Bedieningshandleiding...
NORMALE WERKING 5.5.5 Vereisten voor inloggen Om in te loggen, moet u zijn geregistreerd als Beheerder, Engineer of Operator en over een geldig wachtwoord beschikken. Om in te loggen, raakt u het Inloggen-pictogram (gesloten hangslot) in de navigatiebalk aan en voert u de Gebruikersnaam en het Wachtwoord in.
NORMALE WERKING Afbeelding 34. Scherm ingangsdetails 5.8 Uitvoerkanalen laten weergeven In de touchscreenweergave worden de Ingangen- en Uitgangen-pictogrammen afgewisseld – vanuit de navigatiebalk van het scherm Systeemstatus is alleen het pictogram Ingangen zichtbaar, als u het Ingangen-pictogram kiest, wordt het pictogram Uitgangen zichtbaar.
NORMALE WERKING Functie Gebrui- Opmerking kersniveau Blokkering Technicus Gebruik deze optie voor het Blokkeren van het kanaal. Als ze eenmaal is geselecteerd, verandert deze optie in Blokkering opheffen. Forceren Technicus Gebruik deze optie voor het forceren van een relaisuitvoerkanaal naar zijn actieve status. Als ze eenmaal is geselecteerd, verandert deze optie in Forceren opheffen.
NORMALE WERKING 5.10 De gebeurtenissengeschiedenis bekijken De gebeurtenissengeschiedenis kan voor het gehele systeem op volgorde van datum worden bekeken (nieuwste eerst). De geschiedenis kan worden gefilterd op Alarm, Storing, Blokkering, Waarschuwing of Alle of door een datumbereik te selecteren. Om de gebeurtenissengeschiedenis te openen kiest u vanuit de navigatiebalk van het scherm Systeemstatus eerst Toolbox, vervolgens Gebeurtenissengeschiedenis of kiest u in Webserver rechtstreeks het Gebeurtenissengeschiedenis-pictogram.
Het scherm Diagnostiek bevat informatie over de firmwareversies van systeemcomponenten en details van de status en eventuele fouten. Deze informatie kan door Honeywell Analytics benodigd zijn bij het bieden van technische ondersteuning. Het scherm 'Diagnostiek' biedt ook toegang tot de testmodi van het TPPR-systeem (zie par. 12.3 - De TPPR testen).
NORMALE WERKING 5.13.2 Beheer van de SD-kaart De SD-kaart dient normaliter in de regelaar te blijven. Als de SD-kaart moet worden verwijderd, blijft de regelaar gebeurtenis- en trendgegevens opslaan totdat de SD-kaart opnieuw wordt ingestoken. Houd rekening met de volgende punten: ...
NORMALE WERKING 5.15 Relais voor systeemstatus De regelmodule bevat twee systeemstatus-relais met de waarde 30 V gelijkstroom 3 A of 250 V wisselstroom 3 A. De contacten zijn gesloten tijdens het normale bedrijf en zijn geopend in de volgende omstandigheden: ...
NORMALE WERKING 6 Alarmen, storingen, waarschuwingen en blokkeringen TPPR kan worden ingesteld voor het bewaken van verschillende typen alarmen in verschillende zones van uw vestiging of vestigingen. Ze kunnen ook worden ingesteld om op verschillende manieren te reageren, zoals: 'Vergrendelde' of 'onvergrendelde' alarmen ...
NORMALE WERKING De STEL-functie wordt ingeschakeld en begint met het bewaken van het gasniveau wanneer het STEL-alarm is ingeschakeld en de invoermodule terugkeert naar haar normale toestand. Als het STEL-alarm reeds was ingeschakeld voordat TPPR werd uitgeschakeld, wordt de STEL-functie actief wanneer TPPR wordt opgestart. 6.2.2 Het STEL-alarm toewijzen aan een uitvoerrelais Om een uitvoerrelais toe te wijzen aan het STEL-alarm van een invoerkanaal, gaat u naar de oorzaak-en-gevolg-matrix (C&E) voor...
NORMALE WERKING De 'Boven bereik'-waarschuwing heeft een hogere prioriteit dan de 'Volledige schaal overschreden'-waarschuwing. Als de 'Boven bereik'-waarschuwing wordt bevestigd, wordt de 'Volledige schaal bereikt'-waarschuwing gewist. 6.5.1 Gasaflezingen De maximale gasaflezingen die optreden, kunnen worden bekeken in de trendgrafiek. 6.6 Katalytische sensor boven bereik De waarde van een katalytische sensor kan ten onrechte als laag worden aangegeven wanneer de sensor buiten het bedrijfsbereik komt.
NORMALE WERKING 6.7.3 Speciale overwegingen bij het gebruik van katalytische sensoren Touchpoint Pro voert doorlopend diagnostiek uit om te controleren of het systeem correct functioneert en fouten (bijvoorbeeld onjuiste bedrading) worden automatisch gewist als het systeem detecteert dat de fout is gecorrigeerd. In zeldzame omstandigheden (ten gevolge van onvoldoende zuurstof, waardoor de sensor niet correct kan functioneren) kan er een hoge gasconcentratie optreden terwijl het systeem een fout vertoont, wat ertoe kan leiden dat dit niet door het systeem wordt gedetecteerd.
NORMALE WERKING 6.8 Reageren op alarmen, storingen en waarschuwingen Gebruikers kunnen op verschillende manieren reageren op alarmen en andere gebeurtenissen. Alle gebruikers kunnen gebeurtenissen bekijken, zoals hieronder wordt beschreven. Gebeurtenissen kunnen op verschillende manieren worden bevestigd of teruggezet, onder meer via de knoppen Accepteren en Resetten op het frontpaneel van de regelaar alsook via touchscreenmenu's, op afstand via DIM geregelde schakelaars en (indien ingeschakeld) Webserver en Modbus.
NORMALE WERKING 6.8.1 Actieve alarmen laten weergeven Actieve alarmen kunnen op drie manieren worden getoond: Vanuit het systeem Systeemstatus (Home) kiest u het knipperend Alarm-pictogram dat eruit ziet als een rode bel. Vanuit de navigatiebalk van het scherm Systeemstatus (Home) kiest u het pictogram Actieve gebeurtenissen, dan het pictogram Filter en vervolgens kiest u Alarm uit het vervolgkeuzemenu.
NORMALE WERKING 6.8.3 Een vergrendeld alarm terugzetten Alarmen kunnen alleen worden teruggezet indien de gebeurtenis die het alarm heeft veroorzaakt, is gewist; dit is meestal het geval wanneer het gerapporteerde gasniveau tot onder de alarmdrempelwaarde is gezakt. Als het signaal 'Boven bereik'-waarschuwing is vergrendeld, zijn er twee Reset-bewerkingen vereist. Met de eerste reset wordt de 'Boven bereik'- waarschuwing gewist, met de tweede reset worden andere condities gewist.
NORMALE WERKING 6.9.2 Een storing of waarschuwing bevestigen (accepteren) Toegang op het niveau Operator of hoger kan vereist zijn. Een actieve storing of waarschuwing kan op drie manieren worden teruggezet: Druk op de knop Accepteren op het frontpaneel. Hiermee worden ALLE actieve gebeurtenissen bevestigd. Vanuit het scherm Ingangen of Uitgangen kiest u het individuele kanaal en kiest u Bevestigen uit het vervolgkeuzemenu.
NORMALE WERKING 6.10.2 Automatische blokkeringen kanaal Automatische blokkeringen kunnen zich voordoen als een mV-invoerkanaal wel is geconfigureerd maar nog niet is gekalibreerd, als een transmitter blokkeren signaleert of als een blokkeringsvertragingstijd is geactiveerd. Raadpleeg hoofdstuk 10 - Mogelijke problemen voor meer informatie. Automatische blokkeringen kunnen handmatig worden opgeheven.
ONDERHOUD 7 Onderhoudsprocedures WAARSCHUWING Onderhoudsprocedures mogen alleen worden uitgevoerd door personen die zijn bevoegd door Honeywell of door gekwalificeerde personen met inachtneming van de Technische handleiding Touchpoint Pro aangezien fouten de systeemfuncties nadelig kunnen beïnvloeden. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het gewone onderhoud wordt uitgevoerd.
ONDERHOUD 7.2 Periodiek onderhoud Periodieke inspecties en reiniging moeten wekelijks, maandelijks of halfjaarlijks worden uitgevoerd. Raadpleeg ook de aanbevolen periodieke systeemtests die worden beschreven in hoofdstuk 8. 7.2.1 Onderhoud batterijbehuizing Open de batterijbehuizing (indien aanwezig) en: Inspecteer de batterijdoos van de Touchpoint Pro, de batterijen en alle zichtbare bekabeling, en let vooral op tekenen van corrosie.
ONDERHOUD 8 Het TPPR-systeem testen 8.1 Inleiding Het TPPR-systeem heeft de volgende testmodi, die gezamenlijk een volledige test van het systeem mogelijk maken: Test LED-paneel – test of alle paneel-LED's functioneren. Test veldingangen – test alle invoerkanalen zonder uitgangen te beïnvloeden. Gastest, mA-forcering, bevestiging van correcte apparaataansluiting enz.
ONDERHOUD 8.2 Test LED-paneel Toegang op het niveau Engineer is vereist. Het doel van deze test is, te controleren of de LED's op het paneel correct functioneren. Deze test geeft tijdens de uitvoering geen storingen aan. Het gebruik van de modus voor het testen van het LED-paneel: Log in als Engineer.
ONDERHOUD 8.4 Test configuratie-instellingen Toegang op het niveau Engineer is vereist. Tijdens deze test negeert de TPPR alle ingangen van veldapparaten. De oorzaak-en-gevolg-matrix wordt niet geëvalueerd. Er wordt geen uitvoer gegenereerd. Het doel van deze test is, te controleren of ingangskanalen correct zijn geconfigureerd, waaronder alarm, waarschuwing en foutdrempels.
ONDERHOUD 8.5 Oorzaak-en-gevolg-test Toegang op het niveau Engineer is vereist. Tijdens deze test negeert het TPPR-systeem alle ingangen van veldapparaten. De oorzaak-en-gevolg-matrix wordt geëvalueerd op basis van gesimuleerde ingangsstatussen, waarbij uitgangen worden gegenereerd. Het systeemfoutfoutrelais is geopend. WAARSCHUWING Tijdens de oorzaak-en-gevolg-test worden uitgangen gegenereerd en relais geactiveerd. Om onbedoelde inschakeling van uitvoerapparaten te voorkomen (bijv.
ONDERHOUD 8.6 Paneelknoppentest Toegang op het niveau Engineer is vereist. Het doel van deze test is, te controleren of de knoppen op het paneel correct functioneren. Het gebruik van de modus voor het testen van het paneelknoppen: Log in als Engineer. Vanuit het scherm Systeemstatus kiest u het pictogram Toolbox: Selecteer Diagnostiek.
ONDERHOUD 8.8 LCD-schermtest Toegang op het niveau Engineer is vereist. Het doel van deze test is, te controleren of het LCD-scherm correct functioneert. Deze test geeft tijdens de uitvoering geen storingen aan. Het gebruik van de modus voor het testen van het LCD-scherm: Log in als Engineer.
Deze paragraaf is alleen opgenomen ter informatie. Raadpleeg de Technische handleiding Touchpoint Pro voor gedetailleerde instructies. WAARSCHUWING Alleen door Honeywell opgeleide en bevoegde personen of gekwalificeerde personen die zijn opgeleid volgens de Technische handleiding Touchpoint Pro mogen kalibratieprocedures uitvoeren, aangezien fouten een nadelige invloed op de systeemfuncties kunnen hebben.
ONDERHOUD 9.2 AIM-mV-invoerkanalen kalibreren Touchpoint Pro ondersteunt routinekalibratie van mV-sensoren. TPPR kan worden geprogrammeerd om bij kalibratie- intervallen een kalibratieherinnering te tonen, bijvoorbeeld elk jaar of half jaar. De sensor moet verplicht worden gekalibreerd als een kanaal onlangs in gebruik is genomen, als de stroom van de sensor is veranderd of als de systeemconfiguratie is verwijderd.
In dit deel wordt beschreven hoe u problemen moet oplossen die kunnen optreden tijdens het bedrijf van het systeem. Neem contact op met Honeywell Analytics voor ondersteuning (zie de contactgegevens op de laatste pagina van deze handleiding) en houd daarbij de gegevens van het systeem bij de hand (deze vindt u op het etiket in de behuizing van de TPPR-regelaar).
Pagina 69
MOGELIJKE PROBLEMEN TIJDENS BEDRIJF Categorie Storing / Mogelijke oorzaak Herstelhandeling probleem Sensor/transmitter geeft De sensor/transmitter is mogelijk in de opstartcyclus of is blokkering aan mogelijk geblokkeerd voor onderhoud. Raadpleeg de ingangsdetails voor dit kanaal in het scherm Ingangen. mA-ingangskanaal Er is een De mA-lus moet Touchpoint Pro zet het 4-20 mA-signaal dat hij van de discrepantie...
Pagina 70
2. Verwijder de CCB met de laagste firmware-versie totdat de vervangende CCB kan worden geplaatst (update CCB- configuratie in regelaar). Gebruikersinter- Beheerwach- Gebruikersfout Een geautoriseerde technicus van Honeywell dient een face (touchscreen) twoord nieuwe beheerder aan te maken. Vergeten wachtwoorden verloren/vergeten kunnen niet worden teruggehaald.
MOGELIJKE PROBLEMEN TIJDENS BEDRIJF Categorie Storing / Mogelijke oorzaak Herstelhandeling probleem Gebruikersinter- Scherm reageert Intern 1) Druk de knoppen Accepteren en Resetten op het face (touchscreen) niet op aanraken. communicatiepro- frontpaneel tegelijkertijd gedurende > 10 sec. in, waardoor bleem de communicatiekaart wordt gereset. 2) Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als dit mislukt.
Sleutel: CCB = Control Centre Board; COB = Communication Board; I/O = Invoer-/uitvoermodule; UDID = Unieke apparaatidentificatie. Details van het Honeywell Service Centre staan vermeld op de achterpagina, en uw plaatselijk servicecontact is te vinden in: Configuratie- instellingen>Systeemstatus>Toolbox>Wereldwijde instellingen>Instellingen servicecontact...
Pagina 73
MOGELIJKE PROBLEMEN TIJDENS BEDRIJF Fout- Mededeling Mogelijke oorzaak Herstelhandeling Sysstorings- Sysfout- code relais relais Inlogsessie is verlopen of is door Een ingelogde gebruiker 1. Controleer of er een andere gebruiker een andere gebruiker beëindigd. wordt na 20 minuten is ingelogd. inactiviteit automatisch 2.
Pagina 74
MOGELIJKE PROBLEMEN TIJDENS BEDRIJF Fout- Mededeling Mogelijke oorzaak Herstelhandeling Sysstorings- Sysfout- code relais relais De I/O-module kan niet worden Raadpleeg fout 23 Raadpleeg fout 23 gevonden in het netwerk (onbekende UDID). De I/O-module kan niet worden ———//——— ————————//———————— gevonden in het netwerk (onbekende SDID).
Pagina 75
MOGELIJKE PROBLEMEN TIJDENS BEDRIJF Fout- Mededeling Mogelijke oorzaak Herstelhandeling Sysstorings- Sysfout- code relais relais Opdracht voor systeeminteractie Er is een fout opgetreden 1. Probeer de functie opnieuw. mislukt; probeer het opnieuw. tijdens de systeeminteractie. 2. Als de fout niet is verdwenen, schakelt u indien mogelijk de voeding naar het systeem uit en vervolgens weer in.
Pagina 76
MOGELIJKE PROBLEMEN TIJDENS BEDRIJF Fout- Mededeling Mogelijke oorzaak Herstelhandeling Sysstorings- Sysfout- code relais relais Kalibratie nulstellucht mislukt - Het niveau waarbij het 1. Voor een mA-kanaal moet de kalibratie nulsignaal te laag. kanaal de nulkalibratie altijd worden uitgevoerd door de uitvoer tracht uit te voeren, ligt te forceren vanuit de sensor waar de buiten de geconfigureerde...
Pagina 77
MOGELIJKE PROBLEMEN TIJDENS BEDRIJF Fout- Mededeling Mogelijke oorzaak Herstelhandeling Sysstorings- Sysfout- code relais relais Functie mislukt. Time-out CRC- Er is een fout opgetreden in 1. Probeer de functie opnieuw. berekening. een bestandsoverdracht 2. Als dit nog steeds geen resultaat heeft, tussen de CCB en COB.
Pagina 78
MOGELIJKE PROBLEMEN TIJDENS BEDRIJF Fout- Mededeling Mogelijke oorzaak Herstelhandeling Sysstorings- Sysfout- code relais relais Blokkering kan niet verwijderd Een mV-invoerkanaal is nog 1. Bij een mV-kanaal kalibreert u het worden, omdat het kanaal niet gekalibreerd of de kanaal (zie 'Een mV-invoerkanaal in automatisch is geblokkeerd.
Pagina 79
MOGELIJKE PROBLEMEN TIJDENS BEDRIJF Fout- Mededeling Mogelijke oorzaak Herstelhandeling Sysstorings- Sysfout- code relais relais De gebruiker kan niet worden De gebruikersnaam moet 4 Kies een gebruikersnaam die aan de toegevoegd. Ongeldige tot 20 tekens bevatten. eisen voldoet en probeer het opnieuw. gebruikersnaam.
Pagina 80
MOGELIJKE PROBLEMEN TIJDENS BEDRIJF Fout- Mededeling Mogelijke oorzaak Herstelhandeling Sysstorings- Sysfout- code relais relais De gebruikersnaam of het Gebruikersrechten kloppen Controleer de gebruikersnaam en het wachtwoord is onjuist, probeer niet. wachtwoord, en probeer het opnieuw. het opnieuw. Gebruikersnamen en wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
Pagina 81
MOGELIJKE PROBLEMEN TIJDENS BEDRIJF Fout- Mededeling Mogelijke oorzaak Herstelhandeling Sysstorings- Sysfout- code relais relais CCB-COB communicatie mislukt. Raadpleeg fout 2 Raadpleeg fout 2 ———//——— ————————//———————— Functie mislukt. CCB reageert niet. Kanaal kan niet in gebruik Elk TPPR-systeem is Neem contact op met uw plaatselijke worden genomen;...
Pagina 82
MOGELIJKE PROBLEMEN TIJDENS BEDRIJF Fout- Mededeling Mogelijke oorzaak Herstelhandeling Sysstorings- Sysfout- code relais relais Bewerking mislukt; vertraging Sensor warmt nog steeds Probeer het opnieuw na het verstrijken foutherstel is actief. van de time-out voor foutherstelvertraging van de sensor. Bewerking mislukt; vertraging Sensor warmt nog steeds Probeer het opnieuw na het verstrijken opstarten is actief.
MOGELIJKE PROBLEMEN TIJDENS BEDRIJF Andere mogelijke problemen 12.1 Batterijen leveren geen stroom Controleer de isolatorschakelaar van de batterij en de batterijzekering als de batterijen geen stroom leveren wanneer de hoofdvoeding wordt onderbroken. Zie de Technische handleiding Touchpoint Pro voor meer informatie. 12.2 DC-UPS geeft aan dat batterijen haperen De reservebatterijen gaan in de loop van de tijd achteruit, en hun levensduur wordt deels bepaald door de omgevingsomstandigheden.
MOGELIJKE PROBLEMEN TIJDENS BEDRIJF 12.5 Valse storingsrapportage Vanwege externe factoren kunnen sommige gerapporteerde storingen vals, variabel of instabiel zijn, waarbij meestal hoge aantallen storingen worden aangegeven die moeilijk te lokaliseren of diagnosticeren zijn. Bijv.: als er een kortgesloten of open circuit optreedt op een externe locatie, kan het lijken alsof de communicatiering normaal werkt of kunnen de ringwerking en de storingsrapportage onderbrekingen vertonen of tijdelijk zijn.
MOGELIJKE PROBLEMEN TIJDENS BEDRIJF 13 Verdere hulp en opleiding Het is niet altijd mogelijk of wenselijk om alle mogelijke technische problemen te vermelden. Honeywell beschikt over een paraat team met technische specialisten die technische hulp kunnen bieden en algemene assistentie kunnen verlenen bij problemen die niet worden behandeld in deze gids en die u desgewenst kunnen helpen bij het organiseren van cursussen voor gebruikers of voor onderhoudstechnici.
Alleen de prestaties van het deel voor brandbare gassen zijn beoordeeld conform CSA 22.2 Nr. 152 & FM 6310 / 20. De CSA-prestatie geldt uitsluitend voor model 705 katalytische gasdetectoren van Honeywell of goedgekeurde 4 – 20 mA-gasdetectoren. 14.1 Geldende nationale en internationale normen...
CERTIFICAAT 14.2 Nationale en internationale certificaten voor zone 2 div. 2 De TPPR zone 2 div. 2 systemen en systeemcomponenten beschikken over de volgende nationale en internationale certificeringen en certificeringscodes: Beschrijving Certificeringen Externe wandmontage zone 2/div. 2 behuizing en ROM (ATEX/IECEx) II 3G Ex nA nC IIC T4 Gc (ROM) Tomg –40 °C tot +70 °C (behuizing) Tomg –40 °C tot +xx °C*...
CERTIFICAAT 14.3.2 Bijzondere omstandigheden bij gebruik voor explosiebeveiliging Zie het certificaat BVS16 ATEX G 002 X. Als u 4-20 mA-transmitters gebruikt, moet u in het bijzonder rekening houden met het volgende: - De specificaties van de 4-20 mA-interface - Gedrag bij stroomsterktes lager dan 4 mA ...
CERTIFICAAT 14.3.4 Configuratie van relaisuitgangen voor veiligheidsrelevante schakelbedieningen De systeemstatusrelais en andere relais die zijn geconfigureerd uit veiligheidsoverwegingen, moeten voor een veilige werking via kabels worden verbonden met een doorlopend bewaakt systeem. Zo wordt gewaarborgd dat alle systeemstoringen onmiddellijk worden gedetecteerd en de juiste actie wordt ondernomen.
N = Natuurlijk TPPR F = Toegang hierna. aan de voorkant R = Extern HF = Op vloer P = 100 mm M = Modbus R = Toegang Honeywell Redundantie (Zonder UI) aan de Geforceerd achterkant Voorbeeld: TPPR– HW– MF– Tabel 19.
Tabel 20. Lijst met reserveonderdelen Neem contact op met uw plaatselijke Honeywell Service Centre (zie achterpagina) als u deze onderdelen wilt bestellen als reserveonderdelen. Sommige artikelen worden niet vermeld omdat ze alleen worden geleverd aan Honeywell Service Centres, OEM's en partners.
VEILIG VERWIJDEREN Verwijdering van redundante/niet te repareren onderdelen TPPR-componenten moeten worden verwijderd met inachtneming van lokale en internationale wetgeving. Ze mogen niet worden verbrand of bij het huishoudelijk afval worden gedaan. LET OP – GEVAREN VOOR GEZONDHEID EN MILIEU Elektronisch afval van printplaten en moederkaarten is gevaarlijk vanwege de aanwezigheid van giftige stoffen zoals cadmium, chroom, lood en kwik, alsook vuurvertragende stoffen zoals bifenyl en difenylether.