De STEL-functie wordt ingeschakeld en begint met het bewaken van het gasniveau wanneer het STEL-alarm is ingeschakeld en de
invoermodule terugkeert naar haar normale toestand. Als het STEL-alarm reeds was ingeschakeld voordat TPPR werd
uitgeschakeld, wordt de STEL-functie actief wanneer TPPR wordt opgestart.
6.2.2
Het STEL-alarm toewijzen aan een uitvoerrelais
Om een uitvoerrelais toe te wijzen aan het STEL-alarm van een invoerkanaal, gaat u naar de oorzaak-en-gevolg-matrix (C&E) voor
het gewenste relais en kiest u Alarm 1 (AL1) voor het invoerkanaal, zoals getoond in de onderstaande afbeelding.
Drempel Alarm 1 en STEL delen het uitvoerrelais. Als het kanaal wordt geprogrammeerd voor drempelniveaus, wordt de AL1-
selectie gebruikt voor het eerste drempelalarm en mag STEL niet worden toegewezen aan een relais. Analoog hieraan: als het
kanaal wordt geprogrammeerd voor STEL, is AL1 gereserveerd voor STEL en kan het niet aan een drempelalarm worden
toegewezen.
Dit relais wordt ook toegewezen aan de benodigde ingangen voor drempelalarm 1.
6.3 Snelheidsalarm
Snelheidsalarmen kunnen worden ingesteld om te worden afgegeven wanneer een gasconcentratie snel verandert. Er kan een
alarm worden gegenereerd door een stijgend of dalend gasniveau, ook al heeft het gas de drempelwaarde nog niet bereikt. De
mate van verandering en de tijdperiode kunnen worden geprogrammeerd.
6.4 Door relais geactiveerde uitgangen
TPPR heeft de mogelijkheid om door een relais geregelde uitgangen automatisch te bedienen als er een alarm wordt gegenereerd.
Deze uitgangen worden bepaald tijdens de ingebruikname en kunnen worden gebruikt voor het besturen van (een combinatie van):
Lampenzuilen en sirenes
Automatische waarschuwingen aan noodservices
Door een actuator bediende ventilatieopeningen, kleppen en schakelaars (bijv. stroom onderbreken, zuiveren, sproeien of
inunderen)
Vrijgave uitgangsdeur
Sluiten toegangsbarrière
6.5 Bediening sensor boven bereik
TPPR kan een waarschuwing tonen als een ingangssignaal het geconfigureerde gasbereik overschrijdt. Er worden twee signalen
geboden:
Volledige schaal overschreden
'Boven bereik'-waarschuwing
De waarschuwing 'Volledige schaal overschreden' wordt (indien ingeschakeld) getoond als de gasaflezing het geprogrammeerde
bereik overschrijdt. De waarschuwing wordt automatisch gewist als het signaal onder 100% van het geselecteerde bereik zakt.
De 'Boven bereik'-waarschuwing kan worden geprogrammeerd. Als ze is ingeschakeld, wordt de waarschuwing getoond wanneer
de gasaflezing het geprogrammeerde bereik overschrijdt (standaard is 110% van het geprogrammeerde bereik).
De 'Boven bereik'-waarschuwing moet op Vergrendelend worden ingesteld om conformiteit aan EN60079-29-1 te
Ond. Nr. 2400M2566_3_NL
NORMALE WERKING
ID/locatie
AL1
AL2
Allemaal
selecteren
133 – 1 mA Ch1
Kies AL1 om dit relais toe te wijzen aan de geselecteerde ingangen STEL-alarm. Merk
op dat dit relais ook wordt toegewezen aan de geselecteerde ingangen alarm 1-drempel.
WAARSCHUWING
40
AL3
ST
BLK
WRG
garanderen.
Touchpoint Pro
Bedieningshandleiding