MOGELIJKE PROBLEMEN TIJDENS BEDRIJF
Fout-
Mededeling
code
28
De I/O-module kan niet worden
gevonden in het netwerk
(onbekende UDID).
29
De I/O-module kan niet worden
gevonden in het netwerk
(onbekende SDID).
30
Functie mislukt; toestand I/O-
module is ongeldig.
31
Status wijzigen mislukt. Geen
communicatie met I/O-module.
32
De gebruiker kan niet worden
toegevoegd. Er bestaat al een
gebruiker met die naam.
33
Gebruiker kan niet worden
toegevoegd; het maximumaantal
van 20 gebruikers is bereikt.
34
Gebruikersnaam/wachtwoord is
onjuist, probeer het opnieuw.
35
Gebruikersnaam/wachtwoord is
onjuist, probeer het opnieuw.
36
Geen toegang; vanwege uw
toegangsniveau is deze bewerking
niet toegestaan.
37
Ringcommunicatie mislukt -
controleer de bedrading van het
ringnetwerk en probeer opnieuw.
Ond. Nr. 2400M2566_3_NL
Mogelijke oorzaak
Raadpleeg fout 23
———//———
Raadpleeg fout 27
Mogelijk probleem met de
ringnetwerkverbinding, or
beschadigde/defecte I/O-
module.
Gebruiker bestaat reeds.
Het systeem heeft het
maximale aantal gebruikers
bereikt.
Onjuiste gebruikersnaam,
wachtwoord of
toegangsniveau
———//———
———//———
Er is een probleem met de
ringnetwerkverbinding.
65
Herstelhandeling
Raadpleeg fout 23
————————//————————
Raadpleeg fout 27
1. Kijk in het scherm 'Actieve
gebeurtenissen' of er een storing in de
ringcommunicatie is gerapporteerd. In dat
geval raadpleegt u fout 37 –
Ringcommunicatie mislukt.
2. Controleer of de I/O-module correct op de
DIN-rail is bevestigd.
3. Als de fout aanhoudt, verwijdert u de
module en kijkt u of de connector op de
DIN-rail beschadigd is.
4. In dat geval is het wellicht mogelijk om de
module te verplaatsen naar een andere
gleuf.
5. Als de connector beschadigd is, neemt u
contact op met uw plaatselijke
vertegenwoordiger om een vervangende
DIN-rail-printplaat aan te vragen.
6. Als de connector geen duidelijke schade
vertoont en de module niet werkt in een
andere gleuf, dan is de module mogelijk
defect. Volg voor het vervangen van de
module de procedure in Onderhoud, Een
I/O-module vervangen.
Maak een nieuwe gebruiker aan met een
andere naam.
Verwijder een andere gebruiker zodat de
nieuwe gebruiker kan worden aangemaakt.
1. Controleer of de gebruikersnaam en het
wachtwoord correct zijn.
2. Controleer of de gebruiker het vereiste
toegangsniveau heeft (zie overzicht in
Gebruikersinterface, Toegangsniveaus).
3. Indien nodig maakt u een nieuwe
gebruiker aan met het juiste
toegangsniveau.
————————//————————
————————//————————
Raadpleeg Fouten ringcommunicatie in de
Technische handleiding TPPR.
1. Als de fout is opgetreden tijdens het
normale bedrijf (d.w.z. niet tijdens de
configuratie), kijkt u in het scherm
'Gebeurtenissen' of er details zijn over de
locatie waar de verbinding verbroken is.
2. Bekijk de LED's op elke
ringkoppelingsmodule (RCM) in het
systeem. De LED geeft aan dat er gegevens
worden ontvangen. Als een LED niet brandt,
betekent dit dus dat er een probleem is in
de voorgaande sectie van het ringnetwerk.
3. Controleer de kabels en verbindingen in
het gebied waar de storing van de
verbroken verbinding wordt aangegeven.
Sysstorings-
Sysfout-
relais
relais
X
Touchpoint Pro
Bedieningshandleiding