Storingen
11.5
Pomp bouwt geen druk op of zuigt ondanks volledige pompslag niet aan
11.6
Membraanbreuksignalering geeft alarm
62
14.
Nu de onderdelen draaien, tot de draaiweerstand van de
terugtrekveer merkbaar wordt en het membraan vastzit
AANWIJZING!
Membraan hierbij niet te ver doordraaien!
15.
Pomp inschakelen
16.
Slaglengte met instelknop (14) op 100 % instellen en de vol‐
ledige doseereenheid rechtsom draaien, tot de zuigaanslui‐
ting verticaal naar beneden wijst
17.
Pomp uitschakelen
18.
Daarna de 4 schroeven (24) kruislings aanhalen
AANWIJZING!
Aanhaalmomenten aanhouden:
bei schroeven M4 → 2,5–3 Nm
bei schroeven M5 → 4,5-5 Nm
Aanhaalmomenten na 24 bedrijfsuren controleren!
Bij uitvoering PP aanhaalmomenten daarnaast elk
kwartaal controleren!
Oorzaak
Het werkmembraan is gebroken zonder het
alarm te activeren.
Verhelpen
Werkmembraan onmiddellijk vervangen
n
(zie hfst. "Reparatie" - "Het membraan ver‐
vangen").
Scheidingsmembraan van de membraan‐
breukmelder vervangen (zie hfst. "Repa‐
ratie" - "Scheidingsmembraan van mem‐
braanbreuksensor vervangen").
Membraanbreuksensor elektrisch contro‐
leren (zie hfst. "Reparatie" - "Membraan‐
breuksensor controleren").
Oorzaak
Het werkmembraan is gebroken. De kabel van
de membraanbreukmelder is onderbroken.