7.2.3 Installeren van bypass-ontluchtingsleiding (zie afb. achter dekblad)
7.3 Installatievoorbeelden mechanisch/hydraulisch
Betekenis van de symbolen
Een drukhoudventiel of een veerbelast doseerventiel is
geen absoluut sluitend afsluitorgaan!
Daarom moet aan de zuigzijde een afsluitventiel
worden geïnstalleerd, dat bij stilstand van de doseer‐
pomp gesloten is!
Bij doseerkop van pomptypen bij de typen 1000 - 0417 NP en PP
is een ontluchtingsventiel (5) met bypass (6) aanwezig.
Bij voordruk op de zuigzijde moet in de bypass-leiding minimaal
dezelfde druk heersen. Bedrijf met voordruk in de bypass en een
drukloze toestand aan de zuigzijde is mogelijk.
1.
Slangleiding met Ø
slangpilaar steken, zacht-PVC 6x4 wordt aanbevolen.
2.
Bij PE-leidingen met enkele bindbandjes tegen wegglijden
vastzetten.
3.
Voer het vrije uiteinde van de leiding terugleiden naar de
voorraadtank.
4.
De bypass-leiding zo afkorten dat deze niet kan onderdom‐
pelen in het doseermedium.
Sym‐
Verklaring
bool
Doseerpomp
Doseerventiel
Instelbaar drukhoud‐
ventiel
(ook als overstort‐
ventiel gebruikt)
Multifunctieventiel
Afsluitventiel
Magneetafsluiter
Kogelterugslagven‐
tiel
Montage en installatie
= 4 mm (max. 6 mm) op de bypass-
inw.
Sym‐
Verklaring
bool
Voetventiel met zeef
Vuilvanger
Tussenvat met vlotter‐
ventiel
Niveauschakelaar
Manometer
Vulinrichting
Hevelvat
33