Technische beschrijving
2.2 Asafdichtingen
2.2
Asafdichtingen
De asafdichtingen aan aandrijfzijde voorkomen dat er bij de asdoorvoer smeermiddel uit de
behuizing kan uittreden en verontreinigingen in de behuizing kunnen binnendringen.
Een optimaal gebruik van afdichtingen is afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden en het
toegepaste smeermiddel.
Radiale asafdichting
Als standaardafdichting wordt gebruik gemaakt van hoogwaardige radiale
asafdichtingsringen. De ring is voorzien van een extra beschermlip als bescherming tegen
verontreinigingen van buiten.
Afdichting voor langere levensduur (optioneel)
De radiale asafdichtingsring met beschermingslip is naar de binnenruimte van de
transmissie toe voorzien van een extra voorschakelafdichting. De voorschakelafdichting is
voorzien van een sinusvormige afdichtlip die de afdichtring beschermt tegen verontreiniging.
Afdichtring voor hogere omgevingsbelasting (optioneel)
Deze afdichtring is voorzien van een extra vliesschijf. De vliesschijf biedt naast een langere
levensduur ook een betere bescherming bij een verhoogde omgevingsbelasting door vocht
en stof.
2.3
Koeling
LET OP
Stofophoping hinderen de afstraling van warmte
Stofophopingen hinderen de warmteafstraling waardoor de temperatuur van de behuizing
te hoog oploopt.
Houd de transmissie vrij van vuil, stof etc.
De transmissies hebben in de regel geen extra koeling nodig. Het grote oppervlak van de
behuizing is voldoende voor de afvoer van de verlieswarmte bij vrije convectie. Mocht de
temperatuur van de behuizing hoger worden dan +80 °C, overleg dan met de technische
dienst.
16
BA 2030
Bedieningshandleiding, 04/2014