9
Eerste gebruik
De SCU wordt bediend via het SCU-bedieningspaneel (zie hoofdstuk 6 Beschrijving bedieningspaneel).
9.1
Opblazen
Zorg ervoor dat de SCU niet is afgedekt en dat de luchtstroom om de SCU niet wordt geblokkeerd, ter
voorkoming van oververhitting.
Sluit de stroomkabel van de SCU aan op een geschikte wandcontactdoos.
Gebruik op netvoeding (voor gebruik met accuvoeding zie hoofdstuk 11):
Schakel de SCU in met de grootste schakelaar aan de zijkant van de SCU (zie afb. 16).
Het opstarten van de SCU duurt ongeveer 30 seconden. Daarna begint het opblazen van de matras.
Na het activeren van de SCU start de modus die in gebruik was voordat de SCU werd uitgezet, als de vorige mo-
dus meer dan 15 minuten in gebruik was. Deze instelling heeft de SCU opgeslagen, tenzij het geheugen volledig
is gewist. Dan wordt de standaardmodus de APT-modus met drukniveau 3.
Afb. 16 De SCU inschakelen
Opblaasmodus CLP:
Als CLP wordt ingesteld, blijven de indicatoren 14 en 3 knipperen tijdens de eerste keer oplazen.
Daarna blijft CLP-indicator 14 continu aan en knippert indicator 3, terwijl de druk wordt aangepast tot het ingestelde
drukniveau.
Zodra het ingestelde drukniveau is bereikt, blijven de indicatoren 14 en 3 allebei continu aan.
Zodra het opblazen is afgerond:
Ga na of de veiligheidsbanden van de matrashoes te strak zitten en verstel deze zo nodig.
Als tijdens het opblazen indicator 7 (zie afbeelding bedieningspaneel) knippert en er een geluidssignaal klinkt:
Ga na of de luchtslang goed is aangesloten.
30/64
De SCU uitschakelen:
Schakel de SCU uit met de schakelaar voor netstroom en
accuvoeding aan de zijkant van de SCU.
Haal de stroomkabel uit het stopcontact.
OPMERKING
Indien ingeschakeld gaat de SCU terug naar de laatst geb-
ruikte modus (APT of CLP) en drukinstelling. De modus en drukinstelling zijn
alleen geldig wanneer de SCU deze instellingen langer dan 15 minuten heeft
toegepast.
Tijdens het opblazen:
Indicator 14 of 4 knippert wit, afhankelijk van de laatst gekozen instelling.
Het opblazen duurt hoogstens 15 minuten.
Opblaasmodus APT:
Als APT wordt ingesteld, blijven de indicatoren 4 en 3 knipperen tijdens
de eerste keer oplazen.
Daarna blijft APT-indicator 4 continu aan en knippert indicator 3, terwijl
de druk wordt aangepast tot het ingestelde drukniveau.
Zodra het ingestelde drukniveau is bereikt, blijven de indicatoren 4 en 3
allebei continu aan.
D9U003VB3-0207_02