11
Bediening en indicatoren (bedieningspaneel)
In hoofdstuk 6 Beschrijving bedieningspaneel staat een afbeelding van het bedieningspaneel.
Toets/indicator
Toetsen drukregeling
Toets MODE (modus)
Indicator zitkussen
Indicator Fowler-boost
Indicator CPR (luchtaansluiting open)
Indicator systeemfout
Mute-toets
Indicator onderhoud nodig
START-toets
Indicator laadtoestand accu
(alleen modellen met noodstrooma-
ccu)
Indicatoren drukniveau
11.1
START-toets
De START-toets
activeert het SCU-bedieningspaneel.
Nadat u de toets hebt ingedrukt
Om het bedieningspaneel te activeren:
Druk op de toets
D9U003VB3-0207_02
Functie
Wijzigen van de luchtdruk in de matras.
Selecteren van de gewenste modus:
APT = Alternating Pressure Therapy (therapie met wisselende druk)
MAX = maximaal opblazen
CLP = Constant Low Pressure (constante lage druk)
Geeft aan dat het zitkussen is aangesloten.
Geeft verhoogde rugsteun aan.
Geeft aan dat de luchtslang niet goed of helemaal niet is aangesloten.
Geeft een systeemfout aan.
Bel de door de fabrikant erkende serviceafdeling op.
Om het alarmsignaal te dempen.
Geeft aan dat het tijd is voor onderhoud.
Activeert het bedieningspaneel.
Geeft de laadtoestand van de accu weer.
Geven de luchtdrukniveaus aan die in de matras zijn ingesteld. De indicatoren
voor het drukniveau zijn alleen actief in APT- of CLP-modus. In de MAX-mo-
dus of als het zitkussen op de SCU is aangesloten zijn de drukniveau-indicato-
ren uitgeschakeld.
, blijft het SCU-bedieningspaneel 3 minuten actief.
.
33/64