5.9
SCU (System Control Unit - besturingseenheid van het systeem)
De SCU zorgt voor het opblazen en leeglopen van de luchtmatras. Deze is aan de matras gekoppeld via een speciaal
ontwikkelde luchtaansluiting die permanent aan de matras vastzit. De door een microprocessor aangestuurde SCU
handhaaft de ingestelde druk door voortdurend te monitoren en de luchtdruk in de matras aan te passen, ongeacht de
positie van de patiënt.
De SCU is voorzien van een audiovisueel alarmsysteem voor het vaststellen van stroomstoring, niet aangesloten lucht-
slangen en andere storingen. De SCU is voorzien van een zelf-intrekkende ophanging en van poten aan de onderkant
voor opstelling op de vloer.
6
Beschrijving bedieningspaneel
Met het bedieningspaneel van de SCU wordt het matrasvervangende systeem aangestuurd en het geeft fouten en on-
derhoudsvereisten weer met indicatoren en geluidssignalen.
3
2
1
Afb. 8
SCU-bedieningspaneel
1.
Toets START (activeren bedieningspaneel)
2.
Toetsen drukregeling (- / +)
3.
Indicatoren drukniveau
4.
Indicator APT-modus
5.
Indicator max-modus
6.
Indicator Fowler-boost of zitkussen
7.
Indicator CPR (luchtaansluiting open)
8.
Indicator systeemfout
9.
Indicator onderhoud nodig
10. Mute-toets
11. Indicator laadtoestand accu
12. Indicator stroomvoorziening elektriciteitsnet
13. Toets MODE (modus)
14. Indicator CLP-modus
24/64
4
5
14
13
12
6
7
8
9
11
10
D9U003VB3-0207_02