5.9
Werkdiepte van de grondbewerkingsmachine
5.9.1
Mechanische instelling
Het verstelsegment (Afb. 52/1) is bedoeld voor
het instellen van de werkdiepte.
Door het omsteken van de diepte-instelpen
(Afb. 52/2) in het verstelsegment wordt de
werkdiepte ingesteld.
De verschillende instellingen hebben invloed op
een walsdraagarm (Afb. 52/3) onder de diepte-
instelpen.
Een fijnere instelling van de werkdiepte wordt
bereikt door het verdraaien van de diepte-
instelpen in hetzelfde vierkante gat.
5.9.2
Hydraulische instelling (optie)
De rotorcultivator steunt via de draagarmen op
de wals en houdt de werkdiepte constant aan.
De werkdiepte kan niet tijdens het uitvoeren van
de werkzaamheden hydraulisch worden versteld.
Twee hydraulische cilinders zijn voor het
instellen van de werkdiepte aangesloten op de
tractorregeleenheid (
beige
toont de ingestelde werkdiepte.
KE/KX/KG (STARR) BAH0089-9 05.2022
De grondbewerkingsmachine steunt op de wals. Daardoor wordt de
werkdiepte van de grondbewerkingsmachine exact aangehouden.
). De schaal (Afb. 54/1)
Afb. 52
Afb. 53
Afb. 54
Opbouw en werking
75