6.6.1
Procedure voor het ijken van de brander
(stookolie)
Ontsteek de brander met de keuzeschakelaar op het bedie-
ningspaneel in de stand manueel 1)(Afb. 31).
Nu zal de servomotor, na de voorventilatiefase, stilvallen op
de positie van de ontsteking.
Regel de druk op de terugloop op het minimum van onge-
veer 6 bar.
Wijzig daarvoor de lengte van de as door op de moer
2)(Afb. 32) te handelen.
Voer de ijking van het luchtdebiet uit, regel daarvoor de nok
met variabel profiel met de schroeven 2)(Afb. 331)(nok 1
Afb. 35).
Verhoog, na deze eerste regeling, het geleverde vermogen
met de keuzeschakelaar 2)(Afb. 31) met automatische
terugkeer op het besturingspaneel. Stop na een servomotor-
rotatie van 15° en voer een nieuwe regeling uit met de lucht-
nok met variabel profiel (nok 1 Afb. 35).
Er wordt aanbevolen om een voldoende ijking uit te voeren
zodat geen rokerige vlam wordt gecreëerd en het maximum
vermogen zo snel mogelijk wordt bereikt; ijk op de schroef
4)(Afb. 32) de druk op de terugloop om het vermogen te
bereiken dat nodig is voor de verstuiver, en ijk dan opnieuw
de tussenliggende punten.
Controleer vervolgens de waarden van de verbrandingspa-
rameters bij de verschillende modulatievermogens opnieuw
en breng eventueel de nodige correcties aan.
Als de optimale regeling bereikt is, vergeet dan niet om de
regelschroeven van de profielen van de nokken te blokkeren
met de schroeven 3)(Afb. 33).
Overschrijd, tijdens de ijking van de nokken, de li-
mieten van de slag van de servomotor 0°? ÷
130°? niet zodat eventuele breuken worden ver-
meden. Controleer door middel van een manuele
OPGELET
slag 0-90° van de nokken of geen mechanische
hindernissen aanwezig zijn voordat de microscha-
kelaars van de servomotor in werking treden.
6.6.2
Maximum vermogen (stookolie)
Stel de servomotor in op de maximum opening zodat de luchtklep
helemaal openstaat.
Om de stookolie te regelen, moet gehandeld worden op de
schroef 4)(Afb. 32) tot het gevraagde vermogen wordt bereikt.
6.7
Andere brandstof
Er kan op twee wijzen van brandstof veranderd worden:
1
met de keuzeschakelaar 23)(Afb. 6 op pag. 15);
2
met een afstandskeuzeschakelaar aangesloten op het
hoofdklemmenbord. Als de keuzeschakelaar 23)(Afb. 6 op
pag. 15) in positie "EXT" wordt gesteld, wordt de functie van
de keuze van de brandstof op afstand geactiveerd.
Voer de wissel van de brandstof uit wanneer de
brander is uitgeschakeld.
OPGELET
Voor de omschakeling vanop afstand moet de
daarvoor bestemde kit gebruikt worden.
OPGELET
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
6.6.3
Minimum vermogen (stookolie)
Het minimumvermogen moet gekozen worden binnen het wer-
kingsveld aangegeven op pag. 12.
6.6.4
Tussenliggende vermogens
Na de regeling van het maximum en minimum vermogen van de
brander moet de regeling van de lucht uitgevoerd worden op ver-
schillende tussenstanden van de servomotor.
Druk, om van een stand naar de volgende te gaan, op de keu-
zeschakelaar 2)(Afb. 31) op het symbool (+) of (-).
Denk erom dat, om de regeling beter te kunnen herhalen, u de
rotatie van de nokkengroep stopt, wanneer het bovenste lager,
dat over het profiel 4)(Afb. 33) loopt, uitgelijnd ligt met een van de
regelschroeven 2)(Afb. 33).
Draai de geselecteerde schroef 2)(Afb. 33) vast of los om het
luchtdebiet te vergroten of te verkleinen zodat het aangepast
wordt aan het relatieve debiet van de stookolie.
Na de regelingen van de vermogens (maximum, minimum en tus-
senliggende) is het belangrijk dat u alle luchtregelschroeven
2)(Afb. 33) vastzet met de blokkeerschroeven 3)(Afb. 33) zodat
mogelijke verplaatsingen ten opzichte van de ijkstanden van de
lucht en de stookolie niet kunnen voorkomen.
1
D1499
Legende (Afb. 33)
1
Nok
2
Regelschroeven
3
Blokkeerschroeven
4
Variabel profiel
33
NL
2
3
4
Afb. 33
20148643