Inhoud Verklaringen....................................3 Algemene informatie en waarschuwingen..........................5 Informatie over de handleiding ............................ 5 2.1.1 Inleiding ..................................5 2.1.2 Algemeen gevaar ................................ 5 2.1.3 Andere symbolen ................................ 5 2.1.4 Levering van de inrichting en van de handleiding ....................... 6 Waarborg en aansprakelijkheid........................... 6 Veiligheid en preventie ................................
Pagina 4
Inhoud 5.12.1 Gastoevoerleiding ..............................27 5.12.2 Gasstraat ...................................28 5.12.3 Installatie gasstraat ..............................28 5.12.4 Gasdruk ..................................28 5.13 Elektrische aansluitingen ............................30 5.13.1 Passage voedingskabels en externe aansluitingen ....................30 Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander .......................31 Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste inbedrijfstelling.................31 Regeling servomotor ..............................31 Regelingen vóór de ontsteking (stookolie) .........................31 Opstarten brander (gasolie) ............................32...
De kwaliteit wordt gegarandeerd dankzij een gecertificeerd kwaliteits- en managementsysteem volgens ISO 9001:2015. Verklaring van de fabrikant RIELLO S.p.A. verklaart dat de volgende producten de limiet uitstootwaarden van NOx respecteren die worden opgelegd door de Duitse “1. BImSchV revisie 26.01.2010”.
Pagina 6
Verklaringen Conformiteitsverklaring A.R. 8/1/2004 & 17/7/2009 - België Fabrikant: RIELLO S.p.A. 37045 Legnago (VR) Italy Tel. ++39.0442630111 www.riello.com Op de markt gebracht door: RIELLO NV VAN MARCKE HQ LAR Blok Z 5, B-8511 Kortrijk (Aalbeke) Belgio Tel. +32 56 23 7511 e-mail: riello@vanmarcke.be...
Algemene informatie en waarschuwingen Algemene informatie en waarschuwingen Informatie over de handleiding 2.1.1 Inleiding OPGELET ORGANEN IN BEWEGING De handleiding die samen met de brander geleverd wordt: Dit symbool geeft aanduidingen om te voorkomen is een wezenlijk en essentieel onderdeel van het product en ...
Algemene informatie en waarschuwingen 2.1.4 Levering van de inrichting en van de De leverancier van de inrichting licht de gebruiker zorgvuldig in over het volgende: handleiding – het gebruik van de inrichting, Wanneer de inrichting geleverd wordt, is het volgende nodig: –...
Veiligheid en preventie Veiligheid en preventie Voorwoord De branders werden ontworpen en gebouwd conform de van kracht het type en de druk van de brandstof, de spanning en de frequentie zijnde normen en richtlijnen, waarbij de gekende technische van de stroomtoevoer, de minimum en maximum debieten waarop veiligheidsregels toegepast werden en alle potentiële gevaarlijke de brander geregeld is, de drukregeling van de verbrandingskamer, situaties voorzien werden.
Technische beschrijving van de brander Technische beschrijving van de brander Omschrijving van de branders Serie : Brandstof: Aardgas Gasolie Stookolie / Methaan Olie Grootte Regeling: Twee vlamgangen (stookolie) / Proportionele klep (gas) Elektronische nok Elektronische nok en variabele snelheid (met omvormer) Proportionele klep lucht/gas Mechanische nok Klasse 1 EN267 - EN676...
Technische beschrijving van de brander Categorieën van de brander - Landen van bestemming Land van bestemming Categorie gas SE - FI - AT - GR - DK - ES - GB - IT - IE - PT - IS - CH - NO 2ELL (43,46 ÷...
Technische beschrijving van de brander Verpakking - gewicht De buitenafmetingen van de verpakking en het gewicht zijn aangegeven in Tab. E. Model RLS 68/M MX 1400 RLS 120/M MX 1400 Tab. E Afb. 1 Afmetingen De buitenafmetingen van de brander staan in Afb. 2. De afmetingen van de openstaande brander worden aangegeven met L en R.
Technische beschrijving van de brander Werkingsveld Het vermogen van de brander in werking varieert tussen: Het werkingsveld (Afb. 3) is berekend bij een Maximumvermogen omgevingstemperatuur van 20°C, een luchtdruk van Minimaal vermogen mag niet lager zijn dan de minimumgrens ...
Technische beschrijving van de brander 4.10 Ketels in de handel De branders zijn geschikt voor gebruik op zowel vlaminversieketels (*) als ketels met een verbrandingskamer met bodemafvoer (drie rookcirculaties) waarmee de beste resultaten voor lage NO -uitstoot 250 mm MAX worden verkregen.
Technische beschrijving van de brander 4.12 Beschrijving van de brander 20159599 Afb. 6 Schijf vlamstabiliteit 18 Servomotor, stuurt de gassmoorklep en, door middel van een Ontstekingselektrodes nok met variabel profiel, de luchtklep. Branderkop Tijdens de stilstand van de brander is de klep geheel gesloten Gasdrukafnamepunt en schroef met vaste kop om het warmteverlies van de ketel, dat te wijten is aan Schroeven voor bevestiging ventilator aan de mof...
Technische beschrijving van de brander 4.13 Beschrijving van het schakelbord 20159603 Afb. 7 De brander kan op één manier worden vergrendeld: Ontstekingstransformator Eén schakelaar voor: VERGRENDELING VAN DE CONTROLEDOOS automatisch werking-manuele werking-uitgeschakeld Het controlelampje op de knop van de controledoos 9)(Afb. 6 op Eén schakelaar voor: verhoging - verlaging vermogen pag.
Technische beschrijving van de brander 4.14 Apparatuur RFGO-A22 Belangrijke aantekeningen Volg onderstaande voorschriften om ongevallen, schade aan voorwerpen of omgeving te voorkomen! De controledoos is een veiligheidssysteem! Maak OPGELET hem niet open, breng geen wijzigingen aan en forceer de werking ervan niet. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade...
Technische beschrijving van de brander 4.15 Servomotor (SQN31...) Belangrijke aantekeningen valt raden onderstaande voorschriften te volgen om ongevallen, schade aan voorwerpen of omgeving te voorkomen! OPGELET Open, wijzig of forceer de actuatoren niet. Alle werkzaamheden (voor montage, installatie en hulp, enz.) moeten door gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden.
Technische beschrijving van de brander 4.16 IJking van het thermisch relais Dit thermische relais (Afb. 10) voorkomt dat de motor beschadigt door een plotse verhoging van de absorbering of door het overslaan van een fase. Raadpleeg voor het kalibreren 2) de tabel in het elektrische schema (elektrische aansluitingen door de installateur).
Installatie Installatie Aantekeningen over de veiligheid bij de installatie Maak eerst de ruimte rond de zone waar de brander geïnstalleerd De installatie van de brander moet uitgevoerd wordt zorgvuldig schoon, zorg voor een correcte verlichting van de worden door bevoegd personeel volgens de uitleg in omgeving en voer dan de installatiewerkzaamheden uit.
Installatie Werkingspositie De brander is uitsluitend ontworpen om te werken in de posities 1, 2, 3 en 4 (Afb. 13). Het beste kan hij in de positie 1 geïnstalleerd worden omdat alleen in deze positie het OPGELET onderhoud uitgevoerd kan worden zoals in deze handleiding beschreven wordt.
Installatie Bevestiging van de brander op de ketel Voorzie een gepast hefsysteem. Koppel de elektrodekabels los en schuif de brander helemaal Scheid de branderkop van de rest van de brander, Afb. 15: weg van de geleiders. Bevestig huls met flens 11) (Afb. 15) op koppel de stookolieleidingen los, schroef daarvoor de twee de plaat van de ketel, nadat eerst de bijgeleverde afdichting 9) ...
Installatie Keuze van de verstuivers voor de 1e en 2e vlamgang Beide verstuivers worden gekozen uit de verstuivers in de Tab. I. kg/uur De eerste verstuiver bepaalt het branderdebiet in de 1e vlamgang. 12 bar 10 bar 12 bar 14 bar De tweede verstuiver werkt samen met de eerste en beide 5,00 19,2...
EN 267. Om de volharding van de emissie te garanderen, twee verbindingen 6) vast(Afb. 15). moeten de aanbevolen en/of alternatieve mondstukken gebruikt Maak het scharnierpunt 7) weer vast op de gegradueerde sector worden die door Riello aangeduid worden in de aanwijzingen en de 5)(Afb. 20). waarschuwingen. ...
Installatie 5.10 Afstelling van de branderkop De regeling van de branderkop hangt enkel af van het maximum vermogen van de brander. Draai de schroef 5)(Afb. 21) tot het merkteken dat wordt aangeduid in het diagram (Afb. 22) samenvalt met het voorste vlak van de flens 6)(Afb.
Installatie 5.11 Stookolietoevoer hoogte te brengen van de inlaatleiding; de afloop van de Risico op explosie te wijten aan brandstoflekken in inlaatleiding is moeilijker. aanwezigheid van een ontvlambare bron. Voorzorgsmaatregelen: voorkom stoten, wrijvingen, 5.11.2 Circuit in kring vonken, warmte. Een leiding vertrekt vanaf de tank en loopt ernaar terug. Door middel Controleer of het afsluitkraantje van de brandstof van een hulppomp circuleert de brandstof onder druk.
Installatie 5.11.3 Hydraulische aansluitingen De pompen hebben een by-pass die de terugloopleiding in Sluit tenslotte het andere uiteinde van de slangen aan op de aanzuig- verbinding stelt met de aanzuigleiding. en terugloopleidingen door middel van de bijgeleverde nippels. Ze zijn geïnstalleerd op de brander met de by-pass die afgesloten is met de schroef 6)(Afb.
Installatie 5.11.6 Pomp 5.11.8 Aanzuiging van de pomp Zorg ervoor, alvorens de brander te starten, dat de Technische gegevens terugloopleiding naar de tank niet verstopt is. POMP AJ6 CC Een verstopping zou de afdichting van de pompas Min. debiet bij een druk van 12 bar 220 kg/uur OPGELET kunnen beschadigen.
Installatie 5.12 Gastoevoer Risico op explosie te wijten aan brandstoflekken in MBC “met schroefdraad” aanwezigheid van een ontvlambare bron. Voorzorgsmaatregelen: voorkom stoten, wrijvingen, GEVAAR vonken, warmte. Controleer of het afsluitkraantje van de brandstof gesloten is alvorens werkzaamheden op de brander uit te voeren.
Installatie 5.12.2 Gasstraat 5.12.4 Gasdruk Gehomologeerd volgens de norm EN 676, en wordt afzonderlijk Tab. L duidt het drukverlies van de verbrandingskop en van de geleverd. gassmoorklep aan in functie van het werkingsvermogen van de brander. 5.12.3 Installatie gasstraat (mbar) G 20 G 25 G 31...
Pagina 31
Installatie Om daarentegen de noodzakelijke gasdruk op het afnamepunt 1)(Afb. 33) kennen, vaststelling maximum modulatievermogen waarmee de brander moet werken: Zoek in Tab. L de waarde voor het vermogen die het dichtst in de buurt van de gewenste waarde ligt. Lees rechts de druk af op het afnamepunt 1)(Afb.
Installatie 5.13 Elektrische aansluitingen Aantekeningen over de veiligheid voor de elektriciteitsaansluitingen De elektriciteitsaansluitingen moeten worden uitgevoerd als er geen elektrische voeding is. De elektriciteitsaansluitingen moeten uitgevoerd worden volgens de normen die van kracht zijn in het land van bestemming, door gekwalificeerd personeel.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling van de brander moet Voor de opening van de brander wordt verwezen uitgevoerd worden door bevoegd personeel volgens naar de paragraaf “Veiligheidstest - met gesloten de uitleg in deze handleiding en conform de van gastoevoer”...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Opstarten brander (gasolie) Zet de brander onder stroom door middel van de stroomonderbreker op het schakelbord van de ketel. Sluit de thermostaten/drukschakelaars en plaats de schakelaar van Afb. 36 op positie “MAN”. Controleer, zodra de brander start, de rotatierichting van de waaier van de ventilator vanaf de vlamviewer.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Regelingen vóór de ontsteking (gas) De regeling van de branderkop wordt al beschreven op pag. 23. – Sluit in een parallelschakeling met de twee elektromagnetische gaskleppen twee lampjes of een tester aan om het juiste moment Andere nog uit te voeren afstellingen zijn: te zien waarop ze onder spanning komen.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.10 Afstelling brander (gas) Om een optimale afstelling van de brander te verkrijgen, moeten In de voorafgaande beschrijving hebben we de brander aangelaten, de verbrandingsgassen geanalyseerd worden op de uitgang functionerend aan het MIN. vermogen. van de ketel.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.10.4 Tussenliggende vermogens Afstelling van het gas Er zijn geen afstellingen nodig Afstelling van de lucht Na het instellen van het maximale en minimale brandervermogen moet het gas op de verschillende tussenliggende servomotorposities ingesteld worden.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.12 Afstelling van de drukschakelaars 6.12.1 Luchtdrukschakelaar Voer de regeling van de luchtdrukschakelaar uit nadat alle andere branderafstellingen gedaan zijn, met de luchtdrukschakelaar afgesteld op het begin van de schaal (Afb. 40). Verhoog de regelingsdruk wanneer de brander in het MIN-vermogen werkt en draai daarvoor het daartoe bestemde knopje langzaam naar rechts, totdat de brander vergrendelt.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.13 Werkingsvolgorde van de brander (gas) 6.13.1 Start van de brander 6.13.2 Volledig operationeel • Sluiting afstandsbediening TL. Brander zonder RWF-vermogensregelaar Start van de ventilatormotor. Aan het einde van de startcyclus schakelt de servomotorbesturing •...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.14 Eindcontroles (met brander in werking) Open de thermostaat/drukschakelaar TL De brander moet stoppen met werken Open de thermostaat/drukschakelaar TS Draai het draaiknopje van de maximumgasdrukschakelaar rond tot in de stand minimumschaaleinde De brander moet vergrendelen Draai het draaiknopje van de luchtdrukschakelaar rond tot in ...
Onderhoud Onderhoud Opmerkingen over de veiligheid voor het onderhoud Het periodieke onderhoud is essentieel voor de goede werking, de Voordat u een onderhouds-, schoonmaak- of controlewerkzaamheid veiligheid, het rendement en de bedrijfsduur van de brander. uitvoert: Dankzij het onderhoud worden het verbruik en de vervuilende uitstoten gereduceerd en blijft het product betrouwbaar door de tijd Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander met heen.
Onderhoud Ventilator 7.2.5 Veiligheidscomponenten Ga na of er zich geen stof heeft vastgezet aan de binnenzijde van de De veiligheidscomponenten moeten vervangen worden volgens de ventilator en op de schoepen: Door het stof vermindert het bedrijfscyclus die wordt aangeduid in Tab. N. luchtdebiet met als gevolg een vervuilende verbranding.
Pagina 43
Onderhoud WERKING MET STOOKOLIE WERKING MET GAS Filters Afb. 46 Gaslekken Controleer de filtertrommels op de leiding 1) en de verstuiver 2) op Controleer of er geen gaslekken zijn op de leiding gasmeter-brander. de installatie. Gasfilter Maak deze, wanneer nodig, schoon of vervang deze. Zuig met een aparte pomp water en ander afgezet vuil van de bodem Vervang de gasfilter wanneer hij vuil is.
Onderhoud Opening van de brander Draai de schroeven 1) los en verwijder de kap 2)(Afb. 47). Koppel de leidingen van de stookolie 7)(Afb. 47) los. Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander met Maak het scharnierpunt 8) los van de gegradueerde sector 9). ...
LED-indicator en speciale functie LED-indicator en speciale functie Beschrijving van de LED-lampen Gaat branden als de ventilatormotor wordt aangedreven (T6) en knippert als de RUN/CHECK- Ventilator keuzeschakelaar is ingesteld op "CHECK" tijdens de bewegingsfasen van de klep, PTFI en MTFI. S9740 Knippert tijdens de beweging naar de maximale opening van de luchtklep totdat duidelijk is dat de Klep...
LED-indicator en speciale functie LED-lampen: bedrijfstoestand van de brander BEDRIJFSTOESTANDEN DOORGEGEVEN DOOR DE LEDS TIJDENS HET NORMALE BEDRIJF EN TIJDENS DE CHECK- MODE Handeling Klep Klep Ventilator Modulatie Ontsteking Vlam Staat LED ● = AAN open dicht Icoon S9740 S9741 S9742 S9743 S9744...
Nadelen - Oorzaken - Oplossingen aangegeven door de LED-indicatoren Nadelen - Oorzaken - Oplossingen aangegeven door de LED-indicatoren veiligheidsuitschakeling geven LED's De bediening, het onderhoud en het verhelpen van bedieningsapparaat de oorzaak van de uitschakeling aan. storingen van de thermische eenheid moeten De klemaansluiting T3 wordt van stroom voorzien.
Nadelen - Oorzaken - Oplossingen aangegeven door de LED-indicatoren Foutcodes/vergrendelingscodes LED RFGO Foutmeldingen LED 1 LED 2 LED 3 LED 4 LED 5 LED 6 LED 7 Handeling Luchtklep Luchtklep Ventilator Auto Ontsteking Vlam Staat LED ● = AAN open dicht Icoon S9740...
Pagina 49
Nadelen - Oorzaken - Oplossingen aangegeven door de LED-indicatoren Foutmeldingen LED 1 LED 2 LED 3 LED 4 LED 5 LED 6 LED 7 UV: Interne fout ● ● Rood Fout supervisorprocessor ● ● ● Rood Fout hoofdprocessor ● ● ●...
Pagina 50
Nadelen - Oorzaken - Oplossingen aangegeven door de LED-indicatoren Uitleg van de fout Foutmeldingen Oorzaak Oplossing Post-diagnostische fout Initiële stroomdiagnosefout Controleer of de in- en uitgangen bij de Controleer T12, T13 e T14 ontsteking in de juiste staat zijn Lokale reset De gebruiker is begonnen met de handmatige Ingang T21 controleren of op nul terugzetten reset of de resetschakelaar is defect...
Pagina 51
Nadelen - Oorzaken - Oplossingen aangegeven door de LED-indicatoren Foutmeldingen Oorzaak Oplossing Time-out interne processor Interne fout Het bedieningsapparaat vervangen Time-out ventilator Het systeem kon de verificatietesten van de Controleer bekabeling verbrandingslucht verbrandingslucht tijdens de branderreeks niet luchtdrukschakelaar uitvoeren Time-out interne processor Interne fout Het bedieningsapparaat vervangen Time-out interne processor...
Bijlage - Accessoires Bijlage - Accessoires Kit regelaar van vermogen voor variërende werking gas/twee vlamgangen olie Met de variërende werking past de brander het vermogen constant Er zijn twee bestanddelen die u dient te bestellen: aan het verzoek om warmte aan en garandeert daardoor dat de •...
Bijlage - Schema van schakelbord Bijlage - Schema van schakelbord Index van schema's Aanduiding van de referenties Werkingsschema Functieschema RFGO-A22 Functieschema RFGO-A22 Functieschema RFGO-A22 Werkingsschema Elektrische aansluitingen ten laste van de installateur Functieschema RWF55.5... Aanduiding van de referenties / 1 . A 1 Nr.
Pagina 54
Bijlage - Schema van schakelbord 20199652...
Pagina 55
Bijlage - Schema van schakelbord 20199652...
Pagina 56
Bijlage - Schema van schakelbord 20199652...
Pagina 57
Bijlage - Schema van schakelbord 20199652...
Pagina 58
Bijlage - Schema van schakelbord 20199652...
Pagina 59
Bijlage - Schema van schakelbord 20199652...
Pagina 60
Bijlage - Schema van schakelbord 20199652...
Pagina 61
Bijlage - Schema van schakelbord 20199652...
Pagina 62
Bijlage - Schema van schakelbord 20199652...
Pagina 63
Bijlage - Schema van schakelbord Legenda van de elektriciteitsschema’s Elektrische controledoos Filter tegen radiostoringen Druksonde Temperatuursonde Thermisch relais Driefasige stroomzekeringen Vermogensregelaar RWF55.5 Vergrendelingssignalering op afstand Relais motor ventilator Relais Relais Relais Relais Ventilatormotor Pompmotor Driefasige lijnscheider Monofasige lijnscheider Servomotor Luchtdrukschakelaar PGMin min.
Pagina 64
RIELLO S.p.A. I-37045 Legnago (VR) Tel: +39.0442.630111 http:// www.riello.it http:// www.riello.com Onder voorbehoud van wijzigingen...