Pagina 1
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud Multibrandstofbranders stookolie/gas Tweetrapswerking progressief of modulerend CODE MODEL TYPE 20073920 RLS 160/E MX 781T1 20081721 RLS 200/E MX LS002 T1 20121308 (4) - 03/2021...
Pagina 2
Vertaling van de originele instructies...
Inhoud Verklaringen....................................3 Algemene informatie en waarschuwingen..........................4 Informatie over de handleiding ............................ 4 2.1.1 Inleiding ..................................4 2.1.2 Algemeen gevaar ................................ 4 2.1.3 Andere symbolen ................................ 4 2.1.4 Levering van de inrichting en van de handleiding ....................... 5 Waarborg en aansprakelijkheid........................... 5 Veiligheid en preventie ................................
Pagina 4
Inhoud 5.15.1 Passage voedingskabels en externe aansluitingen ....................32 5.16 IJking van het thermische relais van de ventilatormotor ....................33 5.17 IJking van het thermische relais van de motorpomp....................33 Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander .......................34 Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste inbedrijfstelling.................34 Regelingen vóór de ontsteking (stookolie) .........................34 6.2.1 Verstuiver ...................................34...
De kwaliteit wordt gegarandeerd door middel van een gecertificeerd kwaliteits- en managementsysteem volgens ISO 9001:2015. Legnago, 21.04.2018 Algemeen Directeur Directeur Research & Development RIELLO S.p.A. - Directie Branders RIELLO S.p.A. - Directie Branders Ing. U. Ferretti Ing. F. Comencini 20121308...
Algemene informatie en waarschuwingen Algemene informatie en waarschuwingen Informatie over de handleiding 2.1.1 Inleiding GEVAAR OP BEKNELLING VAN LEDEMATEN De handleiding die samen met de brander geleverd wordt: Dit symbool wijst op bewegende organen: gevaar is een wezenlijk en essentieel onderdeel van het product en op beknelling van ledematen.
Algemene informatie en waarschuwingen 2.1.4 Levering van de inrichting en van de De leverancier van de inrichting licht de gebruiker zorgvuldig in over het volgende: handleiding - het gebruik van de inrichting, Wanneer de inrichting geleverd wordt, is het volgende nodig: - eventuele verdere keuringen die noodzakelijk zouden zijn ...
Veiligheid en preventie Veiligheid en preventie Achtergrond De branders werden ontworpen en gebouwd conform de van het type en de druk van de brandstof, de spanning en de frequen- kracht zijnde normen en richtlijnen, waarbij de gekende techni- tie van de stroomtoevoer, de minimum en maximum debieten sche veiligheidsregels toegepast en alle potentiële gevaarlijke si- waarop de brander geregeld is, de drukregeling van de verbran- tuaties voorzien werden.
SE - FI - AT - GR - DK - ES - GB - IT - IE - PT - IS - CH - NO 2ELL (43,46 ÷ 45,3 MJ/m (0°C)) 2E(R)B LU - PL Tab. B Technische gegevens Model RLS 160/E MX FS1 RLS 200/E MX FS1 Vermogen 421/947 - 1845 401/1400 - 2322 min - max Debiet kg/uur 35/80 - 155...
Technische beschrijving van de brander Werkingsvelden Het maximum vermogen moet gekozen worden binnen zone Het werkingsveld is berekend bij een omgevings- A)(Afb. 2) van het diagram. temperatuur van 20 °C, een luchtdruk van 1013 Het minimumvermogen mag niet minder bedragen dan de mi- mbar (ongeveer 0 m boven de zeespiegel) en met nimumwaarde van het diagram.
Technische beschrijving van de brander Ketels in de handel De brander is geschikt voor werking op zowel vlaminversieketels (*) als op ketels met een verbrandingskamer met afvoer langs on- der (drie rookgaspassages) die goede resultaten inzake lage 250 mm MAX -uitstoot hebben.
Technische beschrijving van de brander 4.11 Beschrijving van de brander Aanzicht vanaf “A” 42-43 20126922 45 33 Afb. 5 Branderkop 26 Schroeven voor bevestiging ventilator aan de mof Ontstekingselektrodes 27 Gastoevoerleiding Regelschroef verbrandingskop 28 Gassmoorklep Maximumgasdrukschakelaar 29 Flens voor de bevestiging op de ketel 30 Schijf vlamstabiliteit Servomotor brandstof 31 Beugel voor het aanbrengen van de vermogenregelaar...
OPGELET OPGELET De controledoos is een veiligheidssysteem! Maak hem niet open, breng geen wijzigingen aan en for- ceer de werking ervan niet. Riello S.p.A. is niet aansprakelijk voor eventuele schade die wordt veroorzaakt door niet-geautoriseerde werkzaam- heden! Risico op ontploffing!
Pagina 16
Technische beschrijving van de brander Technische gegevens Controledoos Stroomnetspanning AC 230 V -15 % / +10 % Stroomnetfrequentie 50 / 60 Hz ±6 % Opgenomen vermogen < 30 W Veiligheidsklasse I, met bestanddelen conform II en III volgens DIN EN 60730-1 Lading op klemmen Zekering op controledoos (inspecteerbaar)
Technische beschrijving van de brander 4.12.1 Werkingsvolgorde van de brander (werking op gas) Werking Controle van de Start Uitschakeling dichting TSA1 Nummer fase Timer - Resolutie - Verhouding 0.6s Timer 1 (parameters) Timer 2 (parameters) Timer 3 = max. tijd fase Stekker RAST Ingaande signalen Nummer PIN...
Technische beschrijving van de brander 4.12.2 Werkingsvolgorde van de brander (werking op stookolie) Werking Start Uitschakeling Nummer fase Timer - Resolutie - Verhouding 30 s Timer 1 (parameters) Timer 2 (parameters) Timer 3 = max. tijd fase Stekker RAST Ingaande signalen Nummer PIN X3-04 Pin 1/2 Thermostaat/drukschakelaar...
Technische beschrijving van de brander 4.12.3 Lijst van de fasen (werking op gas) 4.12.4 Lijst van de fasen (werking op stookolie) Fase Beschrijving Fase Beschrijving Ph00 Fase van vergrendeling Ph00 Fase van vergrendeling Ph02 Fase van veiligheid Ph02 Fase van veiligheid Ph10 Sluiting in pauze Ph10...
Technische beschrijving van de brander 4.13.1 Beschrijving symbolen op display Ontstekingstransformator Ventiel wordt van stroom voorz gevoed Aanwezigheid vlam Motor ventilator wordt van stroom voorzien Voorverwarmer actief Vergrendeling enkel voor stookoliebranders Verzoek warmte Controlelamp vergrendeling Modus Parameters actief Modus Info actief Modus Service actief V h min s D9000...
Technische beschrijving van de brander 4.14 Servomotoren Achtergrond De servomotoren worden bediend door de controledoos, die hun positie constant controleert door middel van een terugloopsig- naal van de optische sensor in de servomotor. Daarom mag de afdekplaat van de servomotoren absoluut niet verwijderd worden.
Installatie Installatie Aantekeningen over de veiligheid bij de installatie Maak eerst de ruimte rond de zone waar de brander geïnstalleerd De installatie van de brander moet uitgevoerd wordt zorgvuldig schoon, zorg voor een correcte verlichting van worden door bevoegd personeel volgens de uitleg de omgeving en voer dan de installatiewerkzaamheden uit.
De kop moet D455 Afb. 14 in ieder geval langer zijn dan de totale dikte van de keteldeur en het hittebestendig materiaal. De beschikbare lengtes L zijn vermeld in onderstaande tabel. RLS 160/E MX 325-368 M 16 verbrandingskop RLS 200/E MX 325-368...
Installatie Bevestiging van de brander op de ketel Alvorens de brander op de ketel te bevestigen controleer, door de opening van de monding, of de elektroden in de juiste stand staan zoals in Afb. 26. Als tijdens de vorige controle de stand niet correct blijkt te zijn, verwijder de schroef 1)(Afb.
Verwijder de schroef 1)(Afb. 19) en trek het interne deel 2) randeren, moeten de aanbevolen en/of alternatieve mondstuk- uit; ken gebruikt worden die door Riello aangeduid worden in de trek de verstuiver 1)(Afb. 20) uit met behulp van een pijps- aanwijzingen en de waarschuwingen.
Installatie 5.7.3 De afsluiter verplaatsen Enkel voor het model RLS 200/E MX Nodig voor de werking binnen de zone B) van de "Werkingsvel- schroef de 4 schroeven 2) los en verwijder de vlamtrechter; den" op pag. 10. verplaats de afsluiter 4) naar voor, van de stand X naar de ...
Installatie Afstelling van de branderkop De regeling van de branderkop hangt enkel af van het maximum vermogen van de brander. Draai de schroef 5)(Afb. 24) tot het merkteken dat wordt aange- duid in het diagram (Afb. 25) samenvalt met het voorste vlak van de flens 6).
Installatie 5.11 Sluiting van de brander Voer na de regeling van de branderkop het volgende uit: koppel de stookolieleidingen vast, schroef daarvoor de twee monteer de brander weer op de geleiders 3) op ongeveer verbindingen 16) vast; 100 mm van de mof 4) - brander in positie zoals wordt aan- ...
Installatie 5.12 Stookolietoevoer Risico op explosie te wijten aan brandstoflekken in aanwezigheid van een ontvlambare bron. Voorzorgsmaatregelen: voorkom stoten, wrijvin- gen, vonken, warmte. Controleer of het afsluitkraantje van de brandstof gesloten is alvorens werkzaamheden op de bran- der uit te voeren. De installatie van de toevoerleiding van de brand- stof moet uitgevoerd worden door bevoegd perso- neel, volgens de uitleg in deze handleiding en...
Installatie 5.12.3 Hydraulische aansluitingen De pompen hebben een by-pass die de terugloopleiding in ver- binding stelt met de aanzuigleiding. Ze zijn geïnstalleerd op de brander met de by-pass die afgesloten is met de schroef 6)(Afb. 30). Het is noodzakelijk de beide soepelslangen met de pomp te ver- binden (Afb.
Installatie 5.13.1 Pomp Technische gegevens Na iedere 5-6 ontstekingen dient men 2-3 minuten te wachten om Pomp SUNTEC TA2 de transformator te laten afkoelen. Min. debiet bij een druk van 20 bar 350 kg/uur Belicht de vlambeveilinging, om de vergrendeling van de brander Drukveld bij toevoer 7 - 40 bar te voorkomen;...
Installatie 5.14 Gastoevoer Risico op explosie te wijten aan brandstoflekken in aanwezigheid van een ontvlambare bron. Voorzorgsmaatregelen: voorkom stoten, wrijvin- gen, vonken, warmte. Controleer of het afsluitkraantje van de brandstof gesloten is alvorens werkzaamheden op de bran- der uit te voeren. De installatie van de toevoerleiding van de brand- stof moet uitgevoerd worden door bevoegd perso- neel, volgens de uitleg in deze handleiding en...
Zoek in van de brander de drukwaarde die het dichtst bij het 1468 resultaat van de aftrekking ligt. 1682 10,6 Lees aan de linkerkant het overeenkomstige vermogen af. 1895 13,2 Voorbeeld met aardgas G 20 - RLS 160/E MX: 2109 11,4 16,0 Werking aan het maximumvermogen 2322 13,6 19,0 Gasdruk op het afnamepunt 1)(Afb.
Installatie 5.15 Elektriciteitsaansluitingen Aantekeningen over de veiligheid voor de elektriciteitsaansluitingen De elektriciteitsaansluitingen moeten worden uitgevoerd als er geen elektrische voeding is. De elektriciteitsaansluitingen moeten uitgevoerd worden volgens de normen die van kracht zijn in het land van bestemming, door gekwalificeerd personeel. Raadpleeg de elektrische schema's. ...
Installatie 5.16 IJking van het thermische relais van de ventilatormotor Het thermisch relais (Afb. 40) dient om beschadiging van de mo- tor te voorkomen, te wijten aan een sterke verhoging van de stroomabsorptie of als een fase ontbreekt. Raadpleeg voor de ijking 2) de tabel op het elektriciteitsschema (elektrische aansluitingen ten laste van de installateur).
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling van de brander moet Controleer of de mechanismen voor regeling, be- uitgevoerd worden door bevoegd personeel vol- diening en veiligheid correct functioneren.
OPGELET OPGELET De wijziging dient uitsluitend te worden uitgevoerd door personeel met Riello-kwalificatie. Er kan op twee wijzen van brandstof veranderd worden: met de keuzeschakelaar “OIL-EXT-GAS” ( Afb. 43); met een afstandskeuzeschakelaar aangesloten op het Afb.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Regeling van de brander 6.6.1 Regeling van debiet gas/lucht 6.6.2 Regeling van debiet stookolie/lucht Verplaats de regeling een beetje in de richting van het maxi- Positioneer de keuzeschakelaar voor de selectie van de mum debiet (vlinderklep helemaal open);...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.7.2 Maximumgasdrukschakelaar Regel de maximumgasdrukschakelaar (Afb. 49) na alle andere regelingen van de brander uitgevoerd te hebben met de maxi- mumgasdrukschakelaar afgesteld op het einde van zijn schaal. Om de maximumgasdrukschakelaar te ijken, sluit u een mano- meter aan op het drukafnamepunt nadat u de kraan ervan heeft opengedraaid.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Modaliteit van weergave en programmering 6.8.1 Modus Normal 6.8.1.4 Foutbericht, weergave fouten en informatie De display geeft afwisselend de foutcode (in het voorbeeld hier- De Modus 'Normal' is de standaard werkingsmodaliteit die wordt naast c: 12) en de relatieve diagnostiek weer (in het voorbeeld d: weergegeven op de display van het bedieningspaneel, en verte- genwoordigt het hoofdniveau van het menu.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.8.1.5 Procedure voor de ontgrendeling Als de toets “F” wordt losgelaten, verschijnt de standaard weer- gave en knippert het actuele percentage van de lading: dit bete- De brander is vergrendeld wanneer de rode controlelamp oplicht kent dat de brander zich in de manuele werking bevindt (elke op het bedieningspaneel, en de display afwisselend de vergren- externe regeling wordt uitgesloten, enkel de veiligheidsmecha-...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander De lijst van parameters die kunnen weergegeven worden (in de 6.8.3.1 Werkmodaliteit op Modus Info en Modus Service sequentie waarmee ze worden weergegeven) wordt aangeduid Nadat deze niveaus werden bereikt, geeft de display links het in Tab.
Pagina 43
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Na de bevestiging verschijnt het teken “–”. 6.8.4.2 Toewijzing van de niveaus van de parameters Handel op dezelfde manier om de volgende tekens in te voeren. Het niveau van de parameters is onderverdeeld in groepen, zie Tab.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Wijzigingsprocedure van een parameter Nadat het niveau en de groep parameters werden bereikt, geeft Nu kan de positie in graden ingevoerd / gewijzigd worden. de display links het nummer van de parameter (knipperend) en rechts de overeenkomstige waarde weer.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.9.0.2 Functie CALC Het diagram (Afb. 53) toont hoe de modulatiecurve van de brand- stof wordt gewijzigd wanneer de waarden van het punt “P5” wor- den gewijzigd. Houd de toets “+” langer dan 3 seconden ingedrukt zodat de punten van “P6”...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.10 Startprocedure Controleer of de display van het bedieningspaneel de vraag om Fase 36: warmte weergeeft, en “OFF UP0” voor brandstof "0" of “OFF De brander wordt in de positie van de ontsteking gesteld, punt UPr1”...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Los het probleem op. Raadpleeg hiervoor de paragraaf Geen Tijdens de regeling van elk punt moet op de servomotor van de ontsteking. lucht en van het gas gehandeld worden, zonder de positie van de stabilisator van het gasventiel te wijzigen.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.11 Procedure van Backup / Restore Nadat de “ Startprocedure” is uitgevoerd, moet een backup uit- Op de display verschijnt de parameter bAC_UP: gevoerd worden door een kopie te creëren van de gegevens die zijn gememoriseerd op LMV 26..., in het paneel van de display RDI 21.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander N.B. Op de display verschijnt de parameter bAC_UP: Als zich tijdens het backup proces een fout zou voordoen, geeft de display een negatieve waarde weer. Om de oorzaak van de fout te bepalen, wordt verwezen naar de diagnostiekcode 137 (zie paragraaf Lijst parameters).
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Na ongeveer 8 seconden (afhankelijk van de duur van het pro- N.B. gramma) verschijnt de waarde 0 op de display, wat aanduidt dat Wanneer het restore proces succesvol gecompleteerd zal het restore proces correct werd gecompleteerd. zijn, zal de waarde 0 weergegeven worden op de display.
Pagina 51
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Parameter Aant. Interval waarden Meeteen- Precisieg- Default Modaliteit toe- elemen- Wijziging heid raad instelling gang Beschrijving Min. Max. Wachttijd vóór een nieuwe poging in geval van een defect in de verbinding Ingestelde waarden: Wijziging 7200 s 120 s...
Pagina 52
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Parameter Aant. Interval waarden Meeteen- Precisieg- Default Modaliteit toe- elemen- Wijziging heid raad instelling gang Beschrijving Min. Max. Stijgingsbaan motor ventilator Wijziging 60 s 0,2 s Modus Service Maximum tijd voor het bereiken van de lage vlam Wijziging 0,2 s 10 min...
Pagina 53
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Parameter Aant. Interval waarden Meeteen- Precisieg- Default Modaliteit toe- elemen- Wijziging heid raad instelling gang Beschrijving Min. Max. Werkingsmodaliteit van de brander (toevoerlijn brandstof, modulerend/met stadia, servomotoren, enz.) -- = niet bepaald (eliminatie curves) 1 = Gmod 2 = Gp1 mod 3 = Gp2 mod...
Pagina 54
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Parameter Aant. Interval waarden Meeteen- Precisieg- Default Modaliteit toe- elemen- Wijziging heid raad instelling gang Beschrijving Min. Max. (Brandstof 1) Olie: Tijd van naverbranding Wijziging 0,2 s 60 s 0,2 s Modus Service (Brandstof 1) Olie: Tijd van naventilatie (geen test Wijziging 0,2 s...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander Parameter Aant. Interval waarden Meeteen- Precisieg- Default Modaliteit toe- elemen- Wijziging heid raad instelling gang Beschrijving Min. Max. Resultaat proefneming contact (gecodeerd in bit) Bit 0.0 = 1: Minimum drukschakelaar Bit 0.1 = 2: Maximum drukschakelaar Bit 0.2 = 4: Drukschakelaar controle ventielen Bit 0.3 = 8: Luchtdrukschakelaar Bit 0.4 = 16: Controle van lading Open...
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander 6.15 Uitschakeling van de brander tijdens de werking Als de vlam toevallig uitgaat tijdens de werking, voert de contro- ledoos een cyclusherhaling uit. De startfase wordt dus een maal herhaald en er wordt een poging tot ontsteking uitgevoerd. Als de vlam blijft ontbreken, wordt de controledoos vergrendeld.
Onderhoud Onderhoud Opmerkingen over de veiligheid voor het onderhoud Het periodieke onderhoud is essentieel voor de goede werking, Voordat u een onderhouds-, schoonmaak- of controlewerkzaam- de veiligheid, het rendement en de bedrijfsduur van de brander. heid uitvoert: Dankzij het onderhoud worden het verbruik en de vervuilende uit- Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander stoten gereduceerd en blijft het product betrouwbaar door de tijd met de hoofdschakelaar van de inrichting.
Pagina 58
Onderhoud Ventilator Tank Ga na of er zich geen stof heeft vastgezet aan de binnenzijde van Zuig ongeveer elke 5 jaar met een afzonderlijke pomp het water de ventilator en op de schoepen: Door het stof vermindert het op de bodem van de tank uit. luchtdebiet met als gevolg een vervuilende verbranding.
Onderhoud 7.2.4 Veiligheidscomponenten 7.2.5 Controle van de druk van de lucht en het gas in de branderkop De veiligheidscomponenten moeten vervangen worden volgens de bedrijfscyclus die wordt aangeduid in Tab. X. De Om deze handeling uit te voeren, moet een manometer gebruikt gespecificeerde bedrijfscycli betreffen...
Onderhoud Opening van de brander Los de 4 schroeven 1)(Afb. 58) en neem de kap 2) weg. Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander Koppel de leidingen van de stookolie los met de verbindin- met de hoofdschakelaar van de inrichting. gen 3).
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Problemen - Oorzaken - Oplossingen Als de brander bij de ontsteking of bij de werking onregelmatig- Indien de brander uitvalt, mag deze niet meer dan heden mocht vertonen, voert de brander een “veiligheidsstop” uit twee maal achtereenvolgens ontgrendeld worden wat wordt aangeduid door het oplichten van de rode controle- om schade aan de installatie te vermijden.
Pagina 62
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnostiekcode Betekenis van het systeem LMV 26... Aanbevolen metingen Lektest Controleer of het ventiel aan de zijde van de brander lekt. Controleer of de drukschakelaar voor de lektest (PGVP) V2 lekt gesloten is wanneer geen gasdruk aanwezig is. Controleer de bedrading en controleer of kortsluiting aanwezig De dichtingscontrole van de ventielen is actief, maar de Dichtingscontrole ventielen niet mogelijk...
Pagina 63
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnostiekcode Betekenis van het systeem LMV 26... Aanbevolen metingen Veiligheidscircuit / Flens brander, luchtdruk, brandstofdruk, POC - Vergrendeling alarm bij de start Veiligheidscircuit / Flens brander, vreemd licht, luchtdruk, brandstofdruk, POC - Vergrendeling alarm bij de start Voer een reset uit;...
Pagina 64
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnostiekcode Betekenis van het systeem LMV 26... Aanbevolen metingen Overbelasting van de servomotor of servomotor onderworpen aan mechanische torsie. Bit 4 Afwijking sectie tegenover de laatste referentie 1. Controleer of de servomotor geblokkeerd is in een punt Waardigheid 16 langs de actierange.
Pagina 65
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnostiekcode Betekenis van het systeem LMV 26... Aanbevolen metingen 0 Min. drukschakelaar 1 Max. drukschakelaar 2 Drukschakelaar werkingstest ventiel 3 Luchtdruk 4 Controller belasting open 5 Controller belasting on/off Kan veroorzaakt worden door capacitieve ladingen of 6 Controller belasting aanwezigheid van spanning DC op de hoofdzakelijke gesloten...
Pagina 66
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnostiekcode Betekenis van het systeem LMV 26... Aanbevolen metingen De backup heeft een onuitvoerbare ASN en kan de unit niet 241 (-15) Reset - Onderbrekingen betreffende onuitvoerbare ASN resetten 242 (-14) Backup – de uitgevoerde backup is tegenstrijdig De backup is abnormaal en kan niet opnieuw verplaatst worden Backup –...
Pagina 67
Problemen - Oorzaken - Oplossingen Foutcode Diagnostiekcode Betekenis van het systeem LMV 26... Aanbevolen metingen Bit 4 Backup / Reset onmogelijk Valency 16..31 Selectie interne werkingsmodaliteit Herbepaal de werkingsmodaliteit (parameter 201) Herbepaal de werkingsmodaliteit (parameter 201) Interne fout Voer een reset uit; als de fout herhaaldelijk voorkomt, moet de controledoos vervangen worden Nummer fase Stop programma...
Aanhangsel - Schema van schakelbord Aanhangsel - Schema van schakelbord Index van schema's Aanduiding van de referenties Blindschema van vermogen Werkingsschema LMV26..Werkingsschema LMV26..Werkingsschema LMV26..Werkingsschema LMV26..Werkingsschema LMV26..De installateur zorgt voor de elektrische aansluitingen De installateur zorgt voor de elektrische aansluitingen Functioneel schema RWF50...
Pagina 70
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20121308...
Pagina 71
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20121308...
Pagina 72
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20121308...
Pagina 73
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20121308...
Pagina 74
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20121308...
Pagina 75
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20121308...
Pagina 76
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20121308...
Pagina 77
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20121308...
Pagina 78
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20121308...
Pagina 79
Aanhangsel - Schema van schakelbord 20121308...
Pagina 80
Aanhangsel - Schema van schakelbord Legende van de elektriciteitsschema’s Bestanddelen op brander Keuzeschakelaar aan/uit Bestanddelen op de ketel Keuzeschakelaar brandstof Servomotor lucht Controledoos voor de verhouding lucht/brandstof Bedieningspaneel Servomotor gas Filter tegen radiostoringen Ontstekingstransformator Vermogenregelaar RWF50 Limietthermostaat/drukschakelaar Brandstofmeter Regelthermostaat/drukschakelaar Ingang stroom DC 4...20 mA Veiligheidsthermostaat/drukschakelaar Ingang stroom DC 4...20 mA voor wijziging setpoint VFOil...
Pagina 84
RIELLO S.p.A. I-37045 Legnago (VR) Tel.: +39.0442.630111 http:// www.riello.it http:// www.riello.com Onder voorbehoud van wijzigingen...