• De bekleding van de verbrandingskamer in uw kachel moet na het bran-
den licht en niet vol roet zijn.
Aanwijzing: de stookplaats mag niet worden gebruikt als afvalverbran-
dingsoven! Bovendien gaat het om een "Zeitbrand"-haard, die is geoptima-
liseerd voor gebruik met houtblokken. Een continugebruik kan ook niet door
het onttrekken van verbrandingslucht worden bereikt en is niet toegestaan!
5.10 SCHOORSTEENBRAND
Bij het verbranden van hout (met name naaldhout) springen regelmatig
vonken vanuit de stookplaats in de schoorsteen. Hierdoor zou de roetlaag in
de schoorsteen in brand kunnen vliegen. (Bij regelmatige reiniging door de
schoorsteenveger komt dit zelden voor). De schoorsteen raakt dan in brand.
Dat is te herkennen aan vlammen die uit de schoorsteenmond oplaaien, aan
een krachtige vonkenregen, aan rook- en geuroverlast en aan steeds heter
wordende schoorsteenboezems. In een dergelijk geval is het belangrijk om
op de juiste wijze te handelen. Bel de brandweer via 112. Bovendien dient
de schoorsteenveger geïnformeerd te worden. Brandbare voorwerpen die-
nen van de schoorsteen weggehaald te worden.
Deskundigen waarschuwen: in de tussentijd mag er in geen geval met
water geblust worden. De temperatuur bij een schoorsteenbrand kan oplo-
pen tot 1300 °C. Het bluswater verandert onmiddellijk in stoom. Een emmer
met 10 liter water wordt omgezet in 17 kubieke meter stoom. Door de
enorme druk die daarbij ontstaat, zou de schoorsteen kunnen openscheuren.
Nadat de brand in de schoorsteen is geblust, moet deze door een vakman op
scheuren en lekkage worden onderzocht en eventueel worden gerepareerd.
6. REINIGING EN ONDERHOUD
De inbouwcassette mag alleen in koude staat worden gereinigd. Houd er
rekening mee dat de installatieruimte en gedragen kleding vuil kunnen wor-
den door de reiniging. Wij raden aan om het gedeelte rondom de opening
van de stookkamer met folie of een doek te beschermen tegen vuil en om
werkkleding te dragen. Na het reinigen moeten alle gedemonteerde onder-
delen weer worden aangebracht.
• De inbouwcassette, de verbrandingskamer, de rookkamer met de
stookgasomkering, de verbrandingsluchttoevoer en de verbindings-
stukken naar de schoorsteen toe moeten regelmatig jaarlijks, eventueel
ook tijdens en na iedere verwarmingsperiode en na reiniging van de
schoorsteen worden onderzocht op afzettingen en, indien nodig, wor-
den gereinigd (vraag uw handelaar of de plaatselijke schoorsteenveger
naar meer informatie hierover). Afzettingen moeten met een handveger
en/of aszuiger (vakhandel) worden verwijderd. De schoorsteen moet
regelmatig door een schoorsteenveger worden geveegd. Verder moet
de inbouwcassette ieder jaar door een vakman worden gecontroleerd.
• Rookgasomleiding: boven de verbrandingskamer en in de verbran-
dingsgaskamer bevinden zich aanvullende rookgasomleidingen. Deze
componenten dienen regelmatig te worden gereinigd. Daarvoor kunnen
de rookgasomleidingen eruit worden gehaald. Deze moeten worden
opgeheven, vervolgens worden gedraaid en kunnen op die wijze door de
verbrandingskamer worden verwijderd. De afzettingen op de omleidin-
gen kunnen gewoon met een handveger worden verwijderd.
• As verwijderen: uw inbouwcassette is geschikt voor het verbranden
van droog hout dat het beste in zijn eigen as verbrandt. Wanneer u de
as uit de verbrandingskamer wilt verwijderen, opent u de kacheldeur en
verwijdert deze, en veegt u de as bijvoorbeeld met een speciale stoffer
en blik op, of zuigt u de verbrandingskamer met de aszuiger schoon.
Verwijder de as daarna volgens de richtlijnen.
• Bedenk dat het vuur wel 24 uur en langer kan nasmeulen.
NL 29
NL