5
Selecteer In slaapstand om de batterijbesparingsfunctie in te
schakelen tijdens uw normale slaaptijden.
TIP: U kunt uw normale slaaptijden instellen in de
gebruikersinstellingen van uw Garmin Connect account.
6
Selecteer Waarschuwing Batterij bijna leeg om een
waarschuwing te ontvangen wanneer de batterij bijna leeg is.
Energiemodi aanpassen
Uw toestel wordt geleverd met verschillende energiemodi, zodat
u snel systeeminstellingen, activiteitinstellingen en GPS-
instellingen kunt aanpassen om de levensduur van de batterij
tijdens een activiteit te verlengen. U kunt bestaande
energiemodi aanpassen en nieuwe aangepaste energiemodi
maken.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Energiebeheer > Energiemodi.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer een energiemodus die u wilt aanpassen.
• Selecteer Voeg nieuw toe om een aangepaste
energiemodus te maken.
4
Voer zo nodig een aangepaste naam in.
5
Selecteer een optie om bepaalde energiemodi aan te
passen.
U kunt bijvoorbeeld de GPS-instelling wijzigen of de
verbinding met uw gekoppelde telefoon verbreken.
De smartwatch laat de levensduur van de batterij zien voor
elke aangepaste instelling.
6
Selecteer indien nodig OK om op te slaan en de aangepaste
energiemodus te gebruiken.
Een energiemodus herstellen
U kunt een vooraf geladen energiemodus herstellen naar de
standaard fabrieksinstellingen.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Energiebeheer > Energiemodi.
3
Selecteer een vooraf geladen energiemodus.
4
Selecteer Herstel > Ja.
Systeeminstellingen
Houd MENU ingedrukt en selecteer Systeem.
Taal voor tekst: Hiermee kunt u de taal van het toestel
instellen.
Tijd: Hiermee kunt u de tijdinstellingen wijzigen
pagina
43).
Schermverlichting: Hiermee kunt u instellingen van de
schermverlichting wijzigen
wijzigen, pagina
44).
Geluiden: Hiermee kunt u de toestelgeluiden instellen, zoals
knoptonen, waarschuwingen en trillingen.
Niet storen: Hiermee schakelt u de modus Niet storen in of uit.
Gebruik de optie In slaapstand om de modus Niet storen
automatisch in te schakelen tijdens uw normale slaapuren. U
kunt uw normale slaaptijden instellen in uw Garmin Connect
account.
Sneltoetsen: Hiermee kunt u snelkoppelingen toewijzen aan
knoppen op het toestel
(De sneltoetsen aanpassen,
pagina
44).
Auto vergrend.: Hiermee kunt u de knoppen automatisch
vergrendelen om te voorkomen dat de knoppen per ongeluk
worden ingedrukt. Gebruik de optie Tijdens activiteit om de
knoppen te vergrendelen tijdens een activiteit met tijdmeting.
Gebruik de optie Niet tijdens activiteit om de knoppen te
vergrendelen wanneer u geen activiteit met tijdmeting
vastlegt.
Uw toestel aanpassen
(Tijdinstellingen,
(De schermverlichtingsinstellingen
Eenheden: Hiermee kunt u de op het toestel gebruikte
meeteenheden instellen
pagina
44).
Formaat: Hiermee kunt u algemene notatievoorkeuren instellen,
zoals het tempo en de snelheid die tijdens activiteiten worden
weergegeven, het begin van de week en opties voor de
geografische positieweergave en datum.
Gegevensopslag: Hiermee stelt u in hoe het toestel
activiteitgegevens vastlegt. Met de instelling Slim (standaard)
kunnen langere activiteiten worden vastgelegd. Met de
instelling Iedere seconde zijn de opnamen van activiteiten
meer gedetailleerd, maar worden langere activiteiten mogelijk
niet geheel vastgelegd.
USB-modus: Hiermee kunt u het MTP (media transfer protocol)
of de Garmin modus inschakelen op het toestel als er
verbinding is met een computer.
Herstel: Hier kunt u gebruikersgegevens en -instellingen
opnieuw instellen
(Alle standaardinstellingen herstellen,
pagina
47).
Software-update: Hiermee kunt u via Garmin Express
gedownloade software-updates installeren. Gebruik de optie
Automatisch bijwerken om uw toestel in staat te stellen de
nieuwste software-update te downloaden wanneer er een
Wi‑Fi verbinding beschikbaar is.
Over: Hiermee wordt informatie over het toestel, de software, de
licentie en de regelgeving weergegeven.
Tijdinstellingen
Houd MENU ingedrukt en selecteer Systeem > Tijd.
Tijdweergave: Hiermee stelt u de 12- of 24-uursklok (militaire
notatie) in.
Stel tijd in: Hiermee stelt u de tijdzone voor het toestel in. De
optie Automatisch stelt de tijdzone automatisch in op basis
van uw GPS-positie.
Tijd: Hiermee kunt u de tijd aanpassen als de functie is
ingesteld op de optie Handmatig.
Waarschuwingen: Hiermee kunt u de waarschuwingen per uur
en zonsopkomst- en zonsondergangswaarschuwingen
zodanig instellen dat een bepaald aantal minuten of uren
vóór de feitelijke zonsopkomst of zonsondergang een
waarschuwingssignaal wordt gegeven
instellen, pagina
43).
Tijdsync: Hiermee kunt u de tijd handmatig synchroniseren
wanneer u van tijdzone verandert, en kunt u de zomertijd
instellen
(De tijd synchroniseren, pagina
Tijdwaarschuwingen instellen
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Systeem > Tijd > Waarschuwingen.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Tot zonsondergang > Status > Aan, selecteer
Tijd en voer de tijd in als u een bepaald aantal minuten of
uren voor zonsondergang wilt worden gewaarschuwd met
een geluidssignaal.
• Selecteer Tot zonsopgang > Status > Aan, selecteer
Tijd en voer de tijd in als u een bepaald aantal minuten of
uren voor zonsopgang wilt worden gewaarschuwd met
een geluidssignaal.
• Selecteer Per uur > Aan als u elk uur wilt worden
gewaarschuwd met een geluidssignaal.
De tijd synchroniseren
Telkens wanneer u het toestel inschakelt en naar satellieten
zoekt of de Garmin Connect app op uw gekoppelde telefoon
opent, worden de tijdzones en het tijdstip automatisch door het
toestel gedetecteerd. U kunt de tijd ook handmatig
synchroniseren wanneer u van tijdzone verandert, en kunt u de
zomertijd instellen.
(De maateenheden wijzigen,
(Tijdwaarschuwingen
43).
43