ANALOGE STROOMINGANG
De stroomingangskaart verbindt apparaten met een stroomingangsinterface met de
SC1000-Controller. Elk stroomingangskanaal kan afzonderlijk worden geconfigureerd.
Eenheid en parameter worden in de display voor gemeten waarde weergegeven. Het is
verplicht om een overeenkomende open jumper op de stroomingangskaart te hebben om
een apparaat aan te sluiten.
DIGITALE STROOMINGANG
Om twee verschillende digitale statussen te hebben, moet op de interne
stroomingangskaart de overeenkomende jumper worden gesloten. Respectievelijk moet
de overeenkomende brug op de externe stroomingangskaart worden ingesteld. De
verschillende statussen worden herkend door tussen de overeenkomende
schroefklemmen een contact te sluiten of te openen.
Het is mogelijk om de meting van de ingangstroom met een offset en een correctiefactor
aan te passen om de nauwkeurigheid te verbeteren. Deze twee parameters worden
standaard op "0" (offset) en "1" (correctiefactor) ingesteld. Als een kanaal als een digitale
ingang wordt gebruikt, toont de display de waarden "HOOG" of "LAAG".
SC1000 SETUP (SC1000 INSTELLEN)
HUIDIGE INVOERINGEN
mA INGANG INT/EXT
Selecteer INGANG-kaart 1,2,3 of 4
WIJZIG NAAM
NAAM APPARAAT
NAAM PARAMETER
PARAMETERKEUZE
GEGEVENS-
WEERGAVE
INGANGSSTROOM
UITGANGS-
WAARDE
EENHEID
SET FUNCTION
(FUNCTIE
INSTELLEN)
ANALOOG
DIGITAAL
FILTER INSTELLEN
LOGICA
Standaardwaarde: serienummer van apparaat als tekst
Voer als voorbeeld voor de locatie van de stroombron tekst in.
Standaardwaarde: geen tekst
Stelt de naam van het apparaat in.
Standaardwaarde: geen tekst
Stelt de naam van de parameter in.
Standaardwaarde: "KanX" (X=kanaalnummer van de module voor ingangsstroom)
Stelt de parameter voor de berekende uitgangswaarde in.
Standaardwaarde: UITGANGSWAARDE
Stelt de waarde in die als de gemeten waarde in de weergavemodule wordt weergegeven en die
in het gegevenslogboek is opgenomen.
Geeft de feitelijke gemeten ingangsstroom weert.
Geeft de berekende uitgangswaarde weer nadat de uitgangswaarde met de menu-instellingen
LAGE WAARDE INSTELLEN en HOGE WAARDE INSTELLEN in schaal is gebracht.
Standaardwaarde: geen tekst
Stelt de eenheid voor de berekende uitgangswaarde in.
Standaardwaarde: ANALOOG
Ingangskanaal wordt als analoge ingang gebruikt.
Ingangskanaal wordt als digitale ingang gebruikt.
Standaardwaarde: 10 seconden
Stelt een tijdsperiode in om gemeten ingangsstroom op te nemen.
De ingangsstroom is het resultaat van een gemiddelde waarde die van de laatst gemeten
ingangsstromen wordt berekend die over een gedefinieerde periode (die in dit menu wordt
ingesteld) zijn opgenomen.
Standaardwaarde: EVENREDIG
Stelt de relatie tussen de ingangstatus en het uitgangsniveau in.
Het menu-item wordt weergegeven als FUNCTIE INSTELLEN op DIGITAAL is ingesteld.
Uitgebreide bewerkingen
85