Installatie
1
Kaart (ommezijde)
2
Jumper 1&2 ingestoken voor halfduplex (2-dradig)
Klem
1
2
3
4
5
6
7
3.6.5 Profibus DP-kaartverbindingen
36
6. Installeer het lid van de sondemodule.
Na een insteekuitbreidingskaart te installeren en aan te sluiten, moet de kaart op het
systeem worden geconfigureerd. Raadpleeg
instellingsinstructies van de Modbus-kaart.
Afbeelding 24 Modbus RS485 (YAB021) kaartverbindingen
Tabel 7 Modbus RS485-kaart (YAB021) terminaltoewijzingen
Modbus RS485-bestemming met 4 draden
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Uitgang -
Uitgang +
Bediening –
Bediening +
Afscherming (bevestigd aan beschermende
aarding)
Raadpleeg de documentatie die met de Profibus DP-kaart wordt meegeleverd voor meer
informatie. Raadpleeg de geschikte sondehandleiding voor besturingsinstructies,
instrumentprofielen en GSD-bestanden. Raadpleeg de website van het bedrijf voor de
nieuwste GSD-bestanden en documentatie.
Een Profibus-kaartverbinding maken:
1. Verwijder de stroom van het instrument. Verwijder het lid van de sondemodule.
2. Verbind de Profibus-kaart met de geschikte sleuf
magnetische schroevendraaier om de vier schroeven op de kaart te bevestigen.
3. Installeer de kaartconnector op de juiste verbinding op de hoofdcircuitkaart
(Afbeelding
17).
paragraaf 6.3.4.2, pagina 111
)
3
Jumper 1&2 uitgetrokken voor volledige duplex
(4-dradig)
4
Terminalblok (Raadpleeg
terminaltoewijzingen)
Modbus RS485-bestemming met 2 draden
Afscherming (bevestigd aan beschermende
(Afbeelding
voor de
Tabel 7
voor
Niet gebruikt
Niet gebruikt
–
+
–
+
aarding)
18). Gebruik een