Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hoofdstuk 8 Problemen Oplossen; Algemene Problemen En Problemen Met De Gsm-Mudule - Hach SC1000 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 8 Problemen oplossen

8.1 Algemene problemen en problemen met de GSM-mudule

Probleem
Onjuiste schermreactie als het
scherm wordt aangeraakt
Geen trendlijn beschikbaar.
Communicatieproblemen
LED-indicator in de sondemodule
knippert rood
LED-indicator in de sondemodule is
uitgeschakeld
Na wisselen van sonde (mA
uitvoerkaart, veldbuskaart)
ontbreken er gemeten waarden
Lokale internet-toegang is niet
mogelijk
Lokale internet-toegang wordt met
het bericht "TOEGANG MENU"
geblokkeerd
Er ontbreekt een wachtwoord en dus
wordt de lokale internet-toegang
geblokkeerd.
Werking van weergavemodus wordt
met het bericht "TOEGANG WEB"
geweigerd
Algemene foutberichten specifiek
voor sonde
Scherm is blauw en er worden geen
metingen weergegeven
Nieuwe apparaten (sondes,
modules) zijn aan de
SC1000-Controller aangesloten,
maar zij zijn tijdens de aanvankelijke
busscan niet in een lijst opgenomen
Tabel 39 Algemene problemen
Oorzaak/oplossing
Kalibreer touch-screen met vinger of digitale pen. Indien dit niet mogelijk is: start
fabriekskalibratie via internet-toegang.
Configureer het logboek in de juiste sonde.
Controleer de sondeplug, controleer de sondekabel op schade, controleer de
netwerkplug en -kabel bij de SC1000-netwerken.
Zie
Communicatieproblemen
Controleer de zekeringen en of de sondemodule op de netvoeding is aangesloten.
Er is een nieuwe configuratie van de uitvoerkaarten nodig. Configureer de nieuwe
sonde met zijn serienummer. Daarna verwijdert u de niet gebruikte sonde in het
apparaatbeheer.
Controleer de ethernetverbinding, LAN-configuratie en het IP-adres in het menu
SC1000 SETUP (SC1000 INSTELLEN), TOEGANG BROWSER.
De weergavemodule is niet in de modus "Gemeten waardeweergave".
Activeer het wachtwoord in het menu SC1000 SETUP (SC1000 INSTELLEN),
SECURITY SETUP (raadpleeg
Sluit de externe internet-toegang en schakel nogmaals de lokale weergavehandeling
in.
Controleer de sondes in het menu SENSOR DIAGNOSTIC (SENSORDIAGNOSE)
op foutmeldingen en waarschuwingen. Fouten worden met een rode achtergrond
aangegeven in de overeenkomende weergegeven gemeten waarde.
Controleer of de sondes zijn aangesloten. Als de sondes zijn aangesloten, dient u
voor nieuwe apparatuur te scannen. Controleer de configuratie van het meetscherm.
Als er geen apparaat is geconfigureerd, dient u het aan de configuratie van het
meetscherm toe te voegen.
Controleer of de ontbrekende apparaten aan de lokale of - indien geïsntalleerd -
externe sondemodules zijn verbonden. Gebruik de serienummers voor identificatie.
Voor externe sondemodules dient u de juiste afsluiting van alle netwerkkabels te
controleren.
Voor lokale sondemodules dient u deze met uitgewisselde apparaatconnectors
opnieuw uit te proberen.
Zie Communicatieproblemen.
paragraaf 6.3.10, pagina
118).
125

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave