1
Sleuf opslagkaart
2
Verbinding GSM-antenne (optioneel)
3
Kabelassemblage om op sondemodule aan te sluiten
4
Servicepoort
5
Stroomuitgang voor sc-sondes met 100–240 VAC
voeding
O p m e r k i n g
Houd rekening met de uitgangsspanning van de
aansluitcontacten.
De uitgangsspanning die door de sc controller wordt
geleverd aan de aansluitcontacten is gelijk aan de
landspecifieke netspanning waarop de controller is
aangesloten.
Sluit nooit verbruikers met een lagere ingangsspanning dan
de netspanning aan op de sc controller.
Afbeelding 7 Uitbreking behuizing
6
Wisselstroomaansluiting (PS1), trekontlasting
M20 × 1,4 mm (4–8 mm kabeldiameter), kabelbuis,
andere versie van stroomkabel (optioneel)
7
Netwerkinterface
8
Kabelassemblage om op weergavemodule aan te sluiten
9
Relaisaansluiting - 2,19 mm voor kabelbuis of
trekontlasting M20 × 1,5 met wartelkoppeling
(9–13,5 mm kabeldiameter)
10 Geconfigureerd als sc-sondeconnectoren of
trekontlastingen,-M16 × 1,5 (5–6 mm kabeldiameter)
Installatie
19