Klem
1
Relais 1 (normaal gesloten contacten)
2
Relais 1 (algemeen)
3
Relais 1 (normaal geopende contacten)
4
Relais 2 (normaal gesloten contacten)
5
Relais 2 (algemeen)
6
Relais 2 (normaal geopende contacten)
7
Relais 3 (normaal gesloten contacten)
8
Relais 3 (algemeen)
9
Relais 3 (normaal geopende contacten)
10
Relais 4 (normaal gesloten contacten)
11
Relais 4 (algemeen)
12
Relais 4 (normaal geopende contacten)
3.6.2 Verbindingen invoerkaart
Tabel 4 Relaiskaart (YAB076, wisseling) terminaltoewijzingen
Omschrijving
Met de ingangskaart ontvangt de SC1000 externe analoge signalen (0–20 mA/4–20 mA)
en digitale signalen. De signalen kunnen naar vereist in schaal worden gebracht en
namen, parameters en eenheden krijgen.
Om een invoerkaartverbinding te maken:
1. Verwijder de stroom van het instrument. Verwijder het lid van de sondemodule.
2. Verbind de invoerkaart met de geschikte sleuf
magnetische schroevendraaier om de vier schroeven op de kaart te bevestigen.
3. Installeer de kaartconnector op de juiste verbinding op de hoofdcircuitkaart
(Afbeelding
17)).
Opmerking: De ingangen kunnen met de overbruggingsschakelaars tussen analoog en digitaal
worden gewisseld. Plaats de jumper op beide pinnen om op digitaal over te schakelen en plaats de
jumper op één pin om naar analoog te schakelen.
4. Voer de kabel door de basis van de module en prepareer en voer elke draad in de
terminal volgens
Afbeelding 22
kabel om te verzekeren dat de verbinding stevig is.
5. Schrijf het serienummer van de typeplaat op de meegeleverde sticker en bevestig
deze op de hoofd-hoogspanningsbarrière
6. Installeer het lid van de sondemodule.
Na een insteekuitbreidingskaart te installeren en aan te sluiten, moet de kaart op het
systeem worden geconfigureerd. Raadpleeg
instellingsinstructies van de invoerkaart.
Relais 1 - 4
Maximale schakelspanning:
250 VAC;
125 VDC
Maximale schakelstroom:
250 VAC, 5 A
125 VAC, 5 A
30 VDC, 5 A
Maximaal schakelvermogen:
1500 VA
150 W
(Afbeelding
en
Tabel
5. Trek na elke invoering zachtjes aan de
(Afbeelding
18).
paragraaf 6.3.2, pagina 84
Installatie
18). Gebruik een
voor de
33