PROBLEEM
Motor loopt niet stationair
(
(vervolg).
g)
De motor raakt oververhit.
De motor verliest vermogen.
MOGELIJKE OORZAAK
4.
De brandstofpomp is defect.
5.
Lage compressie.
6.
Het luchtfilterelement is vuil.
7.
Het brandstoffilter is verstopt.
8.
Lucht in de brandstof
1.
Er is meer koelvloeistof
nodig.
2.
De (3) luchtinlaatschermen
zijn vuil.
3.
Luchtstroom naar radiator
wordt belemmerd.
4.
Radiatorribben zijn vuil.
5.
Verkeerd oliepeil in het carter.
6.
Tractor te zwaar belast.
7.
De thermostaat is defect.
8.
De tractieriem is versleten,
los of stuk.
9.
Verkeerde brandstof in het
brandstofsysteem.
10. De timing van de inspuiting is
verkeerd.
11. Waterpomp is defect.
1.
Verkeerd oliepeil in het carter.
2.
Het luchtfilterelement is vuil.
REMEDIE
4.
Neem contact op met een
erkende Service Dealer.
5.
Neem contact op met een
erkende Service Dealer.
6.
Reinigen of vervangen.
7.
Brandstoffilter vervangen.
8.
Ontlucht de verstuivers en
controleer op luchtlekken bij
de aansluitingen van de
brandstofslangen en de
verbindingen tussen de
brandstoftank en de motor.
1.
Koelvloeistof controleren en
bijgieten.
2.
Bij elk gebruik reinigen.
3.
Bij elk gebruik het
radiatorscherm controleren en
reinigen.
4.
Radiatorribben reinigen.
5.
Vullen of aftappen totdat het
oliepeil de VOL-markering
bereikt.
6.
Verminder de lading; rij met
een lagere snelheid.
7.
Neem contact op met een
erkende Service Dealer.
8.
Neem contact op met een
erkende Service Dealer.
9.
Tap de brandstof af uit de
brandstoftank en spoel deze
schoon. Vul de tank met
verse brandstof.
10. Neem contact op met een
erkende Service Dealer.
11. Neem contact op met een
erkende Service Dealer.
1.
Vullen of aftappen totdat het
oliepeil de VOL-markering
bereikt.
2.
Reinigen of vervangen.
53