Gebruiksaanwijzing
Aftakas inschakelen
1.
Trap het rempedaal in om de machine te stoppen.
2.
Zet de gashendel op SNEL.
BELANGRIJK: Om de beste resultaten te verkrijgen,
moet u altijd vol gas geven als de aftakas is
ingeschakeld.
3.
Zet de aftakasschakelaar op AAN (Fig. 16).
1
Figuur 16
1. Drukken
(Uit-Uitgeschakeld)
Aftakas uitschakelen
1.
Zet de aftakasschakelaar op UIT.
Het veiligheidssysteem
Werking van het veiligheidssysteem
Het veiligheidssysteem is bedoeld om starten van de
motor alleen mogelijk te maken wanneer:
de bestuurder op de stoel zit;
het rempedaal is ingetrapt;
de aftakas is uitgeschakeld.
22
2
m–3264
2. Trekken
(Aan-Ingeschakeld)
Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor
wordt gestopt, wanneer:
U de bestuurdersstoel verlaat terwijl het
rempedaal niet is ingetrapt.
U de bestuurdersstoel verlaat terwijl de aftakas is
ingeschakeld.
Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de aftakas tot
stilstand wordt gebracht, wanneer:
U de machine in de achteruit-stand zet terwijl de
aftakas is ingeschakeld.
Werken in achteruit
Er is een beveiliging ingebouwd die voorkomt dat de
aftakas kan worden ingeschakeld terwijl de tractor
achteruit rijdt. Als de tractor in de achteruit-stand
wordt geschakeld terwijl de maaimachine of een
ander door de aftakas aangedreven werktuig
ingeschakeld is, komt de aftakas tot stilstand.
Maai nooit terwijl u achteruit rijdt, tenzij dat
absoluut noodzakelijk is. Als u in de achteruit-stand
moet maaien of andere door de aftakas aangedreven
werktuigen moet gebruiken (sneeuwruimer, grond-
werktuig), kan de beveiliging werktuig-niet-in-
achteruit tijdelijk worden uitgeschakeld.
Voordat u de beveiliging uitschakelt, moet u zich
ervan verzekeren dat zich geen kinderen op of in de
nabijheid van het werkterrein bevinden of daar zullen
komen terwijl u maait of een werktuig gebruikt. Let
extra goed op nadat u de beveiliging hebt uitge-
schakeld, omdat u door het geluid van de tractor
waarschijnlijk niet merkt wanneer een kind of
omstander het werkterrein betreedt.
Als u zeker weet dat u veilig in de achteruit-stand
kunt maaien of een ander werktuig kunt gebruiken,
schakelt u de beveiliging werktuig-niet-in-achteruit
uit met behulp van de "Key Choice" schakelaar
(Fig. 17) op de stoelbeugel aan de rechterzijde net
onder de stoel, nadat u de aftakas hebt ingeschakeld.
Een rood lampje op het voorste bedieningspaneel
(Fig. 18) licht op, om u erop te wijzen dat de
beveiliging werktuig-niet-in-achteruit uitgeschakeld
is. Nadat u de beveiliging hebt uitgeschakeld, blijft
die uitgeschakeld zolang de maaimachine of het door