Brandstoffilter
Onderhoudsinterval/Specificatie
Vervang het brandstoffilter om de 200 bedrijfsuren.
Brandstoffilter vervangen
1.
Aftakas uitschakelen, parkeerrem in werking
stellen, werktuighefmechanisme neerlaten en
contactsleuteltje op "STOP" draaien om de
motor af te zetten. Contactsleuteltje verwijderen.
2.
Sluit de brandstofafsluitklep van de
brandstoftank (Fig. 38 & 39).
3.
Open de motorkap en verwijder de zijpanelen.
4.
De brandstof uit het brandstoffilter in een
geschikte container laten lopen en op de juiste
wijze afvoeren.
5.
Verwijder het brandstoffilter met behulp van een
sleutel en reinig het bevestigingsvlak.
6.
Smeer schone motorolie op de pakking van het
nieuwe filter. Draai het nieuwe filter met de hand
vast totdat de pakking contact maakt met het
filterhuis. Draai het filter vervolgens nog een
halve slag aan.
7.
Open de brandstofafsluitklep van de brandstof-
tank (Fig. 38 & 39).
8.
Start de motor en controleer op olielekkages.
9.
Plaats de zijpanelen en sluit de motorkap.
Figuur 40
1. Aftapklep van
brandstoffilter
Toespoor voorwiel
Onderhoudsinterval/Specificatie
Zorg ervoor dat voorwielen het voorgeschreven
toespoor hebben. Dit is belangrijk voor de veiligheid,
de werking van de Smart Turn
het gebruiksgemak. Als de banden ongelijkmatig
afslijten, het gazon volledig wordt weggemaaid of de
machine moeilijk bestuurbaar wordt, moet het
toespoor wellicht worden afgesteld. Controleer het
toespoor om de 100 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij
de kortste periode moet worden aangehouden
(Fig. 41).
Handhaaf de volgende specificatie: De voorwielen
moeten een toespoor van 3,5–6,5 mm hebben.
Toespoor meten
1.
Aftakas uitschakelen, parkeerrem in werking
stellen, werktuighefmechanisme neerlaten en
contactsleuteltje op "STOP" draaien om de
motor af te zetten. Contactsleuteltje verwijderen.
2.
Draai de wielen recht naar voren.
3.
Duw de voorbanden aan de voorkant naar buiten
zodat de wielen niet meer vrij kunnen bewegen.
Onderhoud
2. Brandstoffilterbus
besturingsfunctie en
39