Onderhoud
4.
Spuit vet in de drie smeernippels (Fig. 33).
Figuur 33
5.
Plaats het deksel terug en zet dit vast.
6.
Spuit vet in de smeernippel op het rempedaal
(Fig. 34).
Figuur 34
36
Bandenspanning
Onderhoudsinterval/Specificatie
Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de
voorgeschreven spanning hebben. Controleer de
spanning bij het ventiel om de 25 bedrijfsuren of
maandelijks, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden (Fig. 35). De bandenspanning kan het
best bij koude banden worden gecontroleerd.
Bandenspanning: De voor- en achterbanden moeten
een spanning van 20 psi (138 kPa) hebben.
m–4224
1. Ventiel
m–3420
1
Figuur 35
m–3319