Onderhoud
4.
Trek de gloeilamp uit de houder.
3
Figuur 51
1. Lens
2. Schroeven
Gloeilamp monteren
Monteer de lamp in de omgekeerde volgorde.
Accu
GEVAAR
Accuklemmen, accupolen en dergelijke onder-
delen bevatten lood en loodverbindingen. Van
deze stoffen is bekend dat ze kanker en
schade aan de voortplantingsorganen ver-
oorzaken. Was altijd uw handen nadat u met
deze onderdelen in aanraking bent geweest
Onderhoudsinterval/Specificatie
Controleer het accuzuurpeil om de 25 bedrijfsuren.
Houd de accu altijd schoon en volledig geladen. Veeg
de accubehuizing schoon met een tissue. Als de
accupolen geoxideerd zijn, deze schoonmaken met
een oplossing van vier delen water en één deel
zuiveringszout. Smeer een laagje zuurvrij vet op de
accupolen om corrosie te voorkomen.
Accuformaat: 12 V, 495 A (koude start) bij –18 C.
Groepformaat 45.
44
3
1
2
m–3321
3. Gloeilamp
4. Zekeringhouder
Zuurpeil controleren
1.
Parkeer de machine op een horizontaal opper-
vlak. Aftakas uitschakelen, parkeerrem in
werking stellen, werktuighefmechanisme
neerlaten en contactsleuteltje op "STOP" draaien
om de motor af te zetten. Contactsleuteltje
verwijderen.
2.
Open de motorkap.
VOORZICHTIG
MOGELIJK GEVAAR
De onderdelen onder de motorkap zullen heet
zijn als de tractor in gebruik is geweest.
WAT ER KAN GEBEUREN
Contact met hete onderdelen kan brandwonden
veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES VOORKOMEN
Laat de tractor afkoelen voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert of
onderdelen onder de motorkap aanraakt.
3.
Licht het deksel van de cellen op om in de cellen
te kijken. Het zuurpeil moet tot aan de onderste
deel van de buis (Fig. 52) staan. Het accuzuur
mag niet onder de platen komen.
4.
Als het zuurpeil te laag is, moet u bijvullen met
de vereiste hoeveelheid gedistilleerd water; zie
Accu bijvullen met water.
5.
Als het vloeistofpeil correct is, drukt u het deksel
op de accu.
1
Figuur 52
1. Onderste deel van de accucel-buis