6 Bediening
6.2
Magnetronvermogen wijzigen
Tijdens een automatisch programma kan het magnetronvermogen niet
worden gewijzigd.
Om het magnetronvermogen tijdens het bedrijf te wijzigen:
▸ Raak de sensortoets
– Op het display staat het actuele magnetronvermogen.
▸ Stel door middel van de instelknop de gewenste waarde in en bevestig.
– Op het display verschijnt de samenvatting van de bedrijfsmodus.
6.3
Gebruikswijze wijzigen
De ingestelde bedrijfsmodus kan tijdens het gebruik niet worden ge-
wijzigd.
Als nog geen bedrijfsmodus actief is:
▸ Raak de sensortoets
– Het menu van de bedrijfsmodi wordt weergegeven.
Als er al een bedrijfsmodus actief is:
▸ Raak de sensortoets
– De ingestelde bedrijfsmodus wordt geannuleerd en het toestel wordt
uitgeschakeld.
▸ Druk op de instelknop en kies een andere bedrijfsmodus.
30
aan.
of
aan.
aan.