4.6
Inbouw
De ventilatie-openingen mogen nooit worden afgedekt.
Om het toestel correct te laten functioneren is voldoende luchtcircula-
tie vereist. Neem hiertoe de installatiehandleiding in acht en volg de
gedetailleerde inbouwvoorschriften op.
Het toestel mag alleen met de passende en toegestane inbouw-set worden ge-
bruikt. Andere manieren van opstellen en inbouwen zijn niet toegestaan.
Voor de inbouw van het toestel is een speciale montagerail beschikbaar.
Het toestel kan worden gebruikt bij een omgevingstemperatuur van +10 °C tot
+35 °C.
4 Beschrijving van het toestel
21