Informatie voor beheerders
Open de contactpersonen vanuit Web Config of het bedieningspaneel van de printer en controleer of de
contactpersoon is bijgewerkt.
Samenwerking tussen de LDAP-server en gebruikers
Tijdens samenwerking met de LDAP-server kunt u de adresinformatie dis is vastgelegd in de LDAP-server
gebruiken als bestemming voor een e-mail of een fax.
De LDAP-server configureren
Als u de LDAP-serverinformatie wilt gebruiken, registreert u dit in de printer.
1. Open Web Config en selecteer het tabblad Netwerk > LDAP-server > Basis.
2. Voer voor elk item een waarde in.
3. Selecteer OK.
De instellingen die u hebt geselecteerd, worden weergegeven.
Gerelateerde informatie
"Webconfiguratie uitvoeren op een webbrowser" op pagina 363
&
Items voor LDAP-serverinstellingen
Items
LDAP-server gebruiken
LDAP-serveradres
Poortnummer LDAP-server
Veilige verbinding
Certificaatvalidatie
Time-out zoeken (sec)
>
Instellingen voor gebruik van de printer
Instellingen en toelichting
Selecteer Gebruiken of Niet gebruiken.
Voer het adres van de LDAP-server in. Voer tussen 1 en 255 tekens in IPv4-, IPv6-
of FQDN-indeling in. Voor de FQDN-indeling kunt u alfanumerieke tekens
gebruiken in ASCII (0x20–0x7E) en "- ", behalve aan het begin en het eind van het
adres.
Voer het LDAP-serverpoortnummer, tussen 1 en 65535, in.
Geef hier de verificatiemethode op die de printer moet gebruiken voor toegang
tot de LDAP-server.
Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt het certificaat van de LDAP-sever
gevalideerd. Wij raden aan dit in te stellen op Inschakelen.
Voor de configuratie moet het CA-certificaat naar de printer worden
geïmporteerd.
Stel de tijdsduur voor zoeken tussen 5 en 300 in voordat een time-out optreedt.
472
>
Contactpersonen beschikbaar maken