Faxen (alleen voor printers met faxfunctie)
8. Geef een ontvanger op.
❏ Een ontvanger (naam, faxnummer enzovoort) selecteren in Telefoonboek pc-fax:
Als de ontvanger is opgeslagen in het telefoonboek, voert u de onderstaande stappen uit.
A
Klik op het tabblad Telefoonboek pc-fax.
B
Selecteer de ontvanger in de lijst en klik op Toevoegen.
❏ Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) selecteren uit de contacten op de printer:
Als de ontvanger is opgeslagen in de contacten op de printer, voert u de onderstaande stappen uit.
A
Klik op het tabblad Contacten op Printer.
B
Selecteer contacten in de lijst en klik op Toevoegen om verder te gaan naar het venster Toevoegen aan
Geadresseerde.
C
Selecteer ontvangers in de weergegeven lijst en druk vervolgens op Bewerken.
D
Voeg naar behoefte persoonsgegevens toe, zoals Bedrijf/org. en Functie en klik vervolgens op OK om
terug te keren naar het scherm Toevoegen aan Geadresseerde.
E
Schakel indien nodig het selectievakje voor Registreren in het Telefoonboek pc-fax in om de contacten
op te slaan in Telefoonboek pc-fax.
F
Klik op OK.
❏ Een ontvanger (naam, faxnummer enz.) rechtstreeks opgeven:
Voer de onderstaande stappen uit.
A
Klik op het tabblad Handmatig kiezen.
B
Voer de benodigde informatie in.
C
Klik op Toevoegen.
Als u vervolgens klikt op Reg. in telefoonboek, kunt u de ontvangers opslaan in de lijst onder het tabblad
Telefoonboek pc-fax.
Opmerking:
❏ Als het Lijntype van de printer is ingesteld op PBX en de toegangscode is ingesteld op het gebruik van # (hekje) in
plaats van de exacte prefixcode, voer u # (hekje) in. Zie voor meer informatie Lijntype in Basisinstellingen via de
onderstaande koppeling naar gerelateerde informatie.
❏ Als u Voer het faxnummer tweemaal in hebt geselecteerd in Optionele instellingen op het startscherm van FAX
Utility, moet u hetzelfde nummer opnieuw invoeren wanneer u op Toevoegen of Volgende klikt.
De ontvanger wordt toegevoegd aan de Lijst geadresseerden die wordt weergegeven in het bovenste deel van
het venster.
9. Klik op het tabblad Verzendopties en configureer de optie-instellingen voor overdracht.
❏ Verzendmodus:
Selecteer hoe het document moet worden verzonden.
- Geheugenverzend.: hiermee worden de gegevens van een faxbericht tijdelijk opgeslagen in het geheugen
van de printer. Selecteer dit item als u een faxbericht naar meerdere ontvangers of vanaf meerdere
computers tegelijk wilt verzenden.
- Directe verzend.: hiermee worden de gegevens van een faxbericht niet tijdelijk opgeslagen in het
geheugen van de printer. Selecteer dit item als u een groot aantal zwart-witpagina's wilt verzenden om te
voorkomen dat een fout optreedt door onvoldoende geheugenruimte van de printer.
❏ Tijdsspecificatie
Selecteer Specificeer de verzendtijd om een faxbericht op een specifiek tijdstip te verzenden en voer
vervolgens de tijd in bij Verzendtijd.
>
Een faxbericht verzenden via een computer
165
>
Documente