De printer onderhouden
4. Volg de instructies op het scherm om de uitlijningspatronen voor de printkopuitlijning af te drukken en lijn
vervolgens de printkop uit.
❏ Met dit patroon kunt u uitlijning uitvoeren als verticale lijnen onjuist lijken te zijn uitgelijnd of als
afdrukken wazig zijn.
❏ Zoek en voer het nummer in voor het patroon dat de minste verkeerde uitgelijnde verticale lijn heeft.
❏ Met dit patroon kunt u uitlijning uitvoeren als u op regelmatige afstanden horizontale strepen waarneemt.
Zoek het cijfer van het beste patroon en voer het cijfer in.
De printkop controleren en reinigen
Als de spuitkanaaltjes verstopt zijn, worden de afdrukken vaag en ziet u strepen of onverwachte kleuren. Als de
spuitkanaaltjes ernstig verstopt zijn, wordt een blanco vel afgedrukt. Wanneer de afdrukkwaliteit minder is
geworden, gebruikt u eerst de spuitkanaaltjescontrole om te kijken of de kanaaltjes verstopt zitten. Als de
spuitkanaaltjes zijn verstopt, reinig dan de printkop.
Belangrijk:
c
❏ Open de afdekking van de inkttoevoereenheid niet en schakel de printer niet uit tijdens het reinigen van de
printkop. Als het reinigen van de kop niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
❏ Bij reiniging van de printkop wordt inkt gebruikt. Voer dit daarom niet vaker uit dan nodig.
❏ Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd.
❏ Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na 4 herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging, moet u ten
minste 6 uur wachten zonder af te drukken en vervolgens de printkopcontrole en -reiniging herhalen. Het wordt
aanbevolen de printer uit te schakelen met de knop
u Krachtige reiniging uit.
❏ Voorkom dat de printkop uitdroogt en trek nooit de stekker van de printer uit het stopcontact wanneer de printer
nog aan is.
>
De afdruk-, kopieer-, scan- en faxkwaliteit verbeteren
P
. Als de afdrukkwaliteit nog steeds niet is verbeterd, voert
175
>
De printkop controleren en re