11
Storingsdiagnose en verhelpen van storingen
11.5
Fouten met permanente uitschakeling
De warmtepomp wordt na het optreden van een kritieke
fout uitgeschakeld. De pomp kan na het verhelpen van de
oorzaak van de fout alleen door het resetten van de fout
(wissen van het foutgeheugen) opnieuw gestart worden (zie
menu l 1).
Een uitzondering geldt bij fout 90 en 91. Deze moeten gere-
set worden.
De warmtepomp start opnieuw, wanneer de oorzaak van de
fout is verholpen.
Noodmodus
Afhankelijk van het soort foutmelding kunt u evt. instellen
dat de warmtepomp tot aan het verhelpen van de oorzaak
van de fout in een noodmodus via de geïntegreerde elektri-
sche bijstookverwarming of via een externe CV-ketel verder
loopt. Bij welke foutmeldingen een noodmodus mogelijk is,
vindt u in (¬ tab. 11.4).
Voorwaarde voor de noodmodus is dat de hydraulische ver-
binding van de bijstookverwarming gegarandeerd is en een
verbonden bijstookverwarming ook geactiveerd is.
> Controleer of in het menu A3 (¬ tab. 9.9) de bijstookver-
warming niet geblokkeerd is. De instelling "geen" blok-
keert alle geïnstalleerde nood- en vorstbeveiligingsfunc-
ties van een bijstookverwarming. Fabrieksinstelling is
"intern" = geïntegreerde elektrische bijstookverwarming.
Als een externe bijstookverwarming aangesloten is, kunt
u hier "WW+CV" instellen.
> Stel voor de noodmodus in het menu C7 (¬ tab. 9.6) de
parameter van de bijstookverwarming voor "CV bedrijf"
en "Bedrijf warm water" op "alleenBE" in.
Bij een fout met permanente uitschakeling als gevolg ver-
schijnen op het display onder de foutmelding "Lagedrukuit-
schakeling" volgende parameters:
– Resetten (JA/NEE)
Heft de foutmelding op en schakelt het compressorbe-
drijf vrij.
– Warmwater Voorrang (JA/NEE)
Geeft de bijstookverwarming voor warm water vrij.
– CV Voorrang (JA/NEE)
Geeft bijstookverwarming voor CV-bedrijf vrij.
De noodmodus kan ofwel voor het CV-bedrijf (JA), voor het
warmwaterbedrijf (JA) of voor beide (JA/JA) geactiveerd
worden.
Houd er rekening mee dat een handmatig geactiveerde
noodmodus ook handmatig gedeactiveerd moet worden,
anders blijft deze functie actief.
De noodmodus wordt anders alleen onderbroken door:
– Onderbreking van de spanningsvoeding van de printplaat
(stroomuitval in het voedingsnet of onderbreking via
huiszekeringen) of
– RESET van de software (I4) of
– Resetten van de foutmelding
98
Daarna volgt een herstart van de warmtepomp met com-
pressorbedrijf.
Of de noodmodus (nog) actief is, kunt u in het basisdisplay
daaraan herkennen dat alleen de verticale pijl (bijstookver-
warming) in het zwart weergegeven wordt, terwijl de hori-
zontale pijl (milieu-energie) in het wit verschijnt.
> Schakel na het verhelpen van de fout de noodmodus uit
door op het display "Lagedrukuitschakeling" de instelling
"Resetten" "Ja" te kiezen (instelknop
links draaien).
Installatiehandleiding geoTHERM plus 0020132510_01
helemaal naar