10.5 Uitschakeling door storing........72 Voor schade die door het niet naleven van deze hand- 10.6 Overige fouten/storingen ........74 leidingen ontstaat, kan Vaillant niet aansprakelijk ge- steld worden. Recycling en afvoer .......... 75 11.1 Toestel ................. 75 Aanvullend geldende documenten 11.2...
– EN 378 (veiligheidstechnische en milieurelevante eisen aan koelinstallaties en warmtepompen) Gebruik volgens de voorschriften De Vaillant warmtepompen van het type geoTHERM zijn gebouwd volgens de huidige stand van de techniek en de erkende veiligheidsvoorschriften. Toch kunnen er bij ondeskundig of oneigenlijk gebruik (levens)gevaarlijke situaties voor de gebruiker of derden resp.
Bij de warmtepomp geoTHERM is binnen op de bodem- plaat een typeplaatje aangebracht. Een typeaanduiding bevindt zich bovenaan op het grijze frame van de kolom. Ontwerpspanning pompen + ther- mostaat Ontwerpspanning extra verwar- Vaillant GmbH Remscheid / Germany ming Serial-No. 21054500100028300006000001N1 Ontwerpvermogen max. VWS 61/2 DE AT CH...
In deze warmtewisselaars gaat warmte van een medium met een hoge temperatuur warmwaterboiler over naar een medium met een lage temperatuur. extra verwarming De Vaillant warmtepomp geoTHERM kan door verschil- omschakelventiel lende warmtebronnen, bijv. aardwarmte cv-watercircuit cv-pomp (geoTHERM VWS) of grondwater (geoTHERM VWW) worden gevoed.
Druppelvorming onder het toestel is dus mo- gelijk. Afb. 2.4 Vooraanzicht VWS/VWW Opbouw van de warmtepomp De Vaillant geoTHERM warmtepomp is in de hieronder Legenda bij afb. 2.4 vermelde types leverbaar. De warmtepomptypes ver- Sticker met typeaanduiding van de warmtepomp 2 Bedieningsconsole schillen vooral qua vermogen.
Toestelbeschrijving 2 2.3.2 Modules VWW Bedrijfsfuncties en functies - Algemeen Voor het CV-circuit heeft u de beschikking over vijf be- drijfsfuncties, waarmee u de warmtepomp tijd- en tem- peratuurgeregeld kunt gebruiken (zie hfdst. 8 "Rege- ling"). Voor de geïntegreerde warmwaterboiler staan drie extra bedrijfsfuncties ter beschikking.
Onthard het CV-water bij waterhardheden vanaf 3,0 mmol/l. U kunt hiervoor de Vaillant ionenwisselaar (art. - nr. 990 349) gebruiken. Neem de daarbij meegele- verde gebruiksaanwijzing in acht. Attentie! Alleen voor VWW: Gevaar voor beschadiging van de warm- tepomp.
Koelmiddel (hoeveelheid zie typeplaatje) mag alleen via onderhoudskranen worden afgetapt of bijgevuld. Als er een ander toegelaten koelmiddel ter vervanging van het door Vaillant aanbevolen R 407 C wordt gebruikt, verliezen alle garanties hun geldigheid. Installatiehandleiding geoTHERM VWS/VWW 0020045193_02...
VWS 171/2 3,05 VWW 171/2 Warmwaterboiler VIH en VDH De Vaillant spiraalboilers VIH en de Vaillant boilers met Tabel 4.1 Minimale plaatsingsruimte dubbele mantel VDH zijn speciaal voor de combinatie met warmtepompen ontworpen en zijn bestemd voor het verwarmen en opslaan van warm water.
Montage en installatie 4 Afstanden en afmetingen 1200 0-10 1) Afb. 4.1 Afstanden en afmetingen stelvoetjes tot 10 mm in hoogte verstelbaar Installatiehandleiding geoTHERM VWS/VWW 0020045193_02...
4 Montage en installatie Voorbereidende werkzaamheden in de plaatsingsruimte 300 mm 10 mm 300 mm 300 mm Afb. 4.3 Voorbereidende werkzaamheden in de plaatsingsruimte • Zorg ervoor dat de ondergrond voldoende draagver- 600 mm mogen heeft (zie hfdst. 4.2 "Eisen aan de stand- plaats").
Montage en installatie 4 Eisen aan het CV-circuit Leveringsomvang De warmtepomp is alleen geschikt voor aansluiting op een gesloten CV-installatie. Om een storingsvrije wer- king te garanderen, moet de CV-installatie door erkende installateurs in overeenstemming met de betreffende voorschriften zijn aangelegd. Een warmtepomp is aan te raden voor lagetemperatuur- systemen.
4 Montage en installatie Warmtepomp transporteren Pos. Aantal Benaming Als transporthulp dienen de grepen op de achterkant Warmtepomp van het toestel (zie afb. 2.5, pos. 4). Bedieningsconsole, kolomafdekking Vlakke afdichtingen (geel/groen) voor aansluit- Gevaar! bocht CV - circuit Schroeven met platte kop M6 voor de montage Gevaar voor letsel! van de bedieningsconsole aan het frame De warmtepomp weegt naargelang type...
Montage en installatie 4 Wij adviseren om de warmtepomp te transporteren met 4.10 Warmtepomp plaatsen behulp van een geschikte steekwagen. 0-10 mm Afb. 4.8 Stelvoetjes instellen • Let bij het plaatsen van de warmtepomp op de mini- mumafstanden tot de wand (zie afb. 4.2). •...
4 Montage en installatie 4.11 Mantel wegnemen De mantelplaten zijn vastgeschroefd en extra van borg- clips voorzien. Afb. 4.10 Voorste onderste mantel verwijderen • Draai de beide schroeven aan het consoleframe los en trek dit samen met de voorste onderste mantel van de behuizing af.
Montage en installatie 4 4.12 Installatie bij de klant Attentie! Spoel de CV-installatie voor de aanslui- ting van het toestel zorgvuldig door! Daarmee verwijdert u resten zoals las- druppels, walshuid, hennep, kit, roest, grove vervuiling e.d. uit de buisleidingen. Anders kunnen deze stoffen in het toe- stel terechtkomen en storingen veroor- zaken.
Aanwijzing! Wij adviseren om een Vaillant veilig- Het pekelreservoir heeft een volume van heidsgroep en afvoertrechter te installe- ca. 6 liter en is daarmee voor pekelcir- ren.
Aanwijzing! risch worden onderzocht en aan de hand van hulpmid- De manteldelen van de warmtepomp delen die door Vaillant beschikbaar zijn gesteld voor de worden pas na het vullen en daarop vol- beoordeling van de kwaliteit van het grondwater (tabel-...
Welke pekelvloeistoffen gebruikt mogen worden, ver- schilt sterk per regio. Informatie hiervoor kunt u bij de verantwoordelijke instanties krijgen. Vaillant staat het gebruik van de warmtepomp alleen toe met de volgende pekelmedia: - max. 30% ethyleenglycol/water - max. 33% propyleenglycol/water - kaliumcarbonaat/water - max.
CV- en warmtebronsysteem vullen 5 Om het pekelcircuit te vullen, gaat u als volgt te Peil van de pekelvloeistof controleren werk: • Meng het door Vaillant in Duitsland, Oostenrijk en Attentie! Zwitserland gebruikte antivriesmiddel 1,2% propyleen- Gevaar voor beschadiging! glycol met water in de verhouding 1 : 2.
6 Elektrische installatie Elektrische installatie Attentie! Gevaar voor defecten! Veiligheids- en installatie-aanwijzingen De leidingen voor buitentemperatuurvoe- ler en kamerthermostaat geleiden kleine Gevaar! en zwakke stromen. Storingsinvloeden Gevaar voor elektrische schok! uit de omgeving kunnen een uitwerking Schakel vóór elektrotechnische installa- hebben op de voelerleidingen en verkeer- tiewerkzaamheden altijd de stroomtoe- de informatie overbrengen naar de...
Elektrische installatie 6 Elektrische schakelkast Afb. 6.1 Elektrische schakelkast Stroomvoorziening aansluiten Legenda bij afb. 6.1 Thermostaatprintplaat (onder de afdekplaat) met aansluitstrip Door de netexploitanten worden verschillende manieren voor sensors en externe componenten van stroomvoorziening voor warmtepompen voorzien. 2 Trekontlastingen De warmtepomp kan met verschillende soorten netvoe- 3 Aanloopstroombegrenzer-printplaat (toebehoren), onderste ding worden gebruikt.
6 Elektrische installatie 6.4.1 Ongeblokkeerde netvoeding (elektrisch schema 1) (VWW) 400 V / 50 Hz L2 L1 L3 L2 L1 L3 L2 L1 L3 L2 L1 S S A Z N Afb. 6.2 Ongeblokkeerde netvoeding (toestand bij levering) Deze bedrading van de warmtepomp komt overeen met Legenda bij afb.
Elektrische installatie 6 6.4.2 Gescheiden voeding warmtepomptarief (elektrisch schema 2) 400 V / 50 Hz (VWW) 400 V / 50 Hz L2 L1 L3 L2 L1 L3 L2 L1 L3 L3 L2 L1 S S A Z N Afb. 6.3 Gescheiden voeding warmtepomptarief In dit geval wordt de warmtepomp met twee stroomta- Legenda bij afb.
6 Elektrische installatie 6.4.3 Gescheiden voeding speciaal tarief (elektrisch schema 3) 230 V / 50 Hz (VWW) 400 V / 50 Hz L2 L1 L3 L2 L1 L3 L2 L1 L3 L2 L1 S S A Z N Afb. 6.4 Gescheiden voeding speciaal tarief In dit geval wordt de warmtepomp met twee stroomta- Legenda bij afb.
Elektrische installatie 6 6.4.4 Externe componenten aansluiten (VWW) (VWS) L2 L1 L3 L2 L1 L3 L2 L1 Afb. 6.5 Externe componenten aansluiten Alleen VWW: Legenda bij afb. 6.5 • Sluit de zelf te monteren bronpomp op de klemmen (1) aan. Pomp De bronpomp wordt via de veiligheidsschakelaar bron- pomp van driefasige 400-V-spanning voorzien.
6 Elektrische installatie Thermostaatprintplaat - Overzicht A uf A uf DCF O T AF L P /UV 1 SK 2 -P HK 2 -P DC F / AF E VU 1xZP S CH A SB N 2 1 25 24 Afb.
Elektrische installatie 6 Thermostaatprintplaat bedraden De thermostaat heeft een automatische voelerdetectie. De configuratie van de aangesloten CV-circuits moet u naargelang de toestelcombinatie uitvoeren. Hierna vindt u mogelijkheden hoe de warmtepomp kan worden ge- bruikt. 6.7.1 Standaardvoeler VR 10 aansluiten Naargelang installatieconfiguratie zijn extra voelers als aanvoer-, retour-, collector- of boilervoeler nodig.
6 Elektrische installatie 6.7.2 Directe CV-functie (hydraulisch schema 1) De warmtepomp wordt direct op de vloerverwarmings- circuits aangesloten. De regeling vindt standaard met behulp van een energiebalansregeling (zie hoofdstuk 8.4.2) plaats. De aanvoertemperatuurvoeler VF2 moet hiervoor aangesloten worden (vloerbeveili- gingsschakeling). 400 V 400 V Afb.
Elektrische installatie 6 6.7.3 Mengcircuit met bufferboiler (hydraulisch schema 2) De ongeregelde vloerverwarmingscircuits werken met de externe CV-pomp uit de bufferboiler via een menger. De aanvoertemperatuurvoeler zit achter de externe pomp. De warmtepomp reageert op een warmtevraag van de bufferboiler. 400 V 400 V Afb.
6 Elektrische installatie 6.7.4 Directe CV-functie en warmwaterboiler (hydraulisch schema 3) De warmtepomp wordt direct op de vloerverwarmings- circuits aangesloten. De regeling vindt standaard als energiebalansregeling (zie hfdst. 8.4.2) plaats. De aan- voertemperatuurvoeler VF2 moet aangesloten worden (vloerbeveiligingsschakeling). De warmtepomp voorziet tevens een warmwaterboiler. 400 V 400 V Afb.
Elektrische installatie 6 6.7.5 Mengcircuit met bufferboiler en warmwaterboiler (hydraulisch schema 4) De ongeregelde vloerverwarmingscircuits werken met de externe CV-pomp uit de bufferboiler via een menger. De aanvoertemperatuurvoeler zit achter de externe pomp. De warmtepomp reageert op een warmtevraag van de bufferboiler.
VWZ NC 14/17 vindt u informatie over de bonden. hydraulische schema's. Het Vaillant systeem is zodanig opgebouwd dat u de eBus van component naar component kunt leiden (zie DCF-ontvanger aansluiten afb. 6.13). Verwisselen van de leidingen leidt daarbij niet tot belemmeringen in de communicatie.
Elektrische installatie 6 Afb. 6.14 Busadres instellen 6.9.2 Andere mengcircuits aansluiten Zoals de afstandsbedieningen VR 90 communiceren ook de mengmodules VR 60 via de eBus met de thermos- taat. Neem bij de installatie de procedure zoals bij de aansluiting van afstandsbedieningen (zie hoofdstuk 6.9.1.) in acht.
6.10 Extern CV-toestel aansluiten Als uw externe CV-toestel over een Vaillant eBus-inter- face beschikt, dan kunt u deze via het toebehoren VR 32 Afb. 6.19 CV-toestel zonder eBus-interface aansluiten met de eBus van de warmtepomp verbinden (zie hier- voor ook de handleiding van VR 32).
Elektrische installatie 6 6.11 Mantel en bedieningsconsole monteren Gevaar! Gevaar voor elektrische schok! Als het toebehoren vrnetDIALOG niet gebruikt of niet via de warmtepomp van spanning voorzien wordt, moet de aan- sluitstekker vrnetDIALOG (230 V voe- ding) binnen de warmtepomp bevestigd blijven.
Pagina 40
6 Elektrische installatie Afb. 6.24 Bedieningsconsole monteren en aansluiten • Sluit de aansluitleiding op de bedieningsconsole aan. Afb. 6.23 Bovenste afdekking monteren • Breng de bovenste afdekking aan en schroef deze met beide bijbehorende schroeven vast. • Druk de afdekking van de buistoevoer in de cliphou- der.
Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling Gevaar! Gevaar voor letsel! De warmtepomp mag pas na montage van alle manteldelen in gebruik worden genomen. Inbedrijfstelling - Algemeen • Voordat u de warmtepomp in gebruik neemt, contro- leert u eerst de controlelijst inbedrijfstelling in hfdst. 14. De warmtepomp mag alleen in gebruik worden geno- men, wanneer voldaan is aan alle daar genoemde pun- ten.
De menu's zijn aangeduid met een nummer rechtsboven wordt geïnitialiseerd: in het display. Door aan de rechter instelknop draaien komt u bij het volgende menu. De nummering Vaillant vergemakkelijkt het vinden van afzonderlijke menu's tij- dens de programmering. 7.2.3 Typisch bedieningsverloop op het gebruikersniveau Loading...
Inbedrijfstelling 7 • Draai de instelknop tot u het bij uw systeem passen- Installatie gereed de hydraulische schema heeft geselecteerd (zie tabel 7.1). De hydraulische schema's bij uw systeem vindt u in hoofdstuk 6.7.2 e.v. • Druk op de instelknop , om de keuze te bevestigen. Modus verlaten? >ja >Waarden instelbaar...
8 Regeling Regeling Controle van de externe sensors Op basis van de door u bij de eerste inbedrijfstelling op- Om de warmtepomp rendabel te gebruiken, is het be- gegeven hydraulische basisschakeling zijn de noodzake- langrijk om de regeling aan te passen aan het CV-sy- lijke sensors vastgelegd.
Regeling 8 Fasebewaking Spaarfunctie De volgorde en de aanwezigheid van de fasen (rechts- De spaarfunctie stelt u in staat de verwarmingstijden draaiend veld) van de 400 V voedingsspanning worden gedurende een instelbare periode te verlagen. bij de eerste inbedrijfstelling en tijdens werking continu Zie hoofdstuk 8.9.
8 Regeling Bij de start van de functie wordt de actuele tijd van de Regeling met vaste waarde start opgeslagen. De dagwisseling gebeurt telkens exact Door deze functie kunt u onafhankelijk van de weersaf- op dit tijdstip. hankelijke regeling een vaste aanvoertemperatuur via Na net uit/aan start de afwerklaagdroging als volgt: vrDIALOG instellen.
Regeling 8 8.4.3 Laadprincipe bufferboiler In de menu's C1 tot C9 kunt u voor de CV-circuits para- De bufferboiler wordt afhankelijk van de gewenste aan- meters van de diverse functies van de warmtepomp in- voertemperatuur geregeld. De warmtepomp verwarmt, stellen. als de temperatuur van de temperatuurvoeler bovenin In de menu's D1 tot D5 kunt u de warmtepomp in de di- VF1 van de bufferboiler lager is dan de gewenste tempe-...
Regeling 8 Displays van het gebruikersniveau Weergegeven display Beschrijving Grafische weergave (basisdisplay) In deze weergave kunt u de huidige toestand van het systeem afle- zen. Deze verschijnt altijd als u bij weergave van een ander display gedurende langere tijd geen instelknop heeft bediend. Buitentemperatuur (hier 10 °C) Broningangstemperatuur: temperatuursensor T3;...
Pagina 52
8 Regeling Weergegeven display Beschrijving Energie-opbrengstdisplay Geeft voor elk van de 12 maanden van het huidige jaar de uit de om- geving gewonnen energie aan (zwarte balk). Wit opgevulde balken staan voor toekomstige maanden van het jaar, de hoogte van de bal- ken komt overeen met de opbrengst van de maand in het afgelopen jaar (vergelijking mogelijk).
Pagina 53
Regeling 8 Weergegeven display Beschrijving Fabrieksinstelling Gewenste waarde De Gewenste waarde dag is de temperatuur waar- dag: 20 °C naar de CV in de bedrijfsfunctie "Verwarmen" of tij- Parameter dens het tijdvenster moet regelen. Verlagingstemp.: Bedrijfsfunctie verwar- 15 °C De Verlagingstemp. is de temperatuur waarnaar de CV in de afkoelperiode wordt geregeld.
Pagina 54
8 Regeling Weergegeven display Beschrijving Fabrieksinstelling Voor aangesloten warmwaterboilers en het circula- Min. warmwa- Warm water tiecircuit zijn de bedrijfsfuncties Auto, Aan en Uit tertemp. 44 °C Parameter mogelijk. Bedrijfsfunctie WW >Auto Max. warmwatertemp 60 °C De maximale warmwatertemperatuur geeft aan tot Min.
Pagina 55
Regeling 8 Weergegeven display Beschrijving Fabrieksinstelling Periode 1: Voor de thermostaat en alle daarop aangesloten sy- Vakantie programmeren 01.01.2003 – steemcomponenten is het mogelijk twee vakantiepe- voor totaalsysteem 01.01.2003 riodes met vermelding van datum te programmeren. Tijdvenster: Periode 2: Bovendien kunt u hier de gewenste kamertempera- >06.01.08 08.01.08 01.01.2003 –...
8 Regeling Displays van het codeniveau Het codeniveau heeft diverse bereiken waarin u naarge- lang context parameters kunt wijzigen of alleen bekij- ken. De context is altijd te zien aan de menunaam. Menu C: Parameters van de CV-installatie instellen Menu D: Diagnose uitvoeren Menu I: Algemene informatie weergeven Menu A: Installatieassistent 15 minuten na uw laatste wijziging in het codeniveau...
Pagina 57
Regeling 8 Weergegeven display Beschrijving Fabrieksinstelling Het onderste menu verschijnt alleen bij gebruik van een bufferboiler (b.v. hydraulisch schema 2 en 4 en Informatie bij gebruik van VR 60 evt. meerdere keren). Aanvoertemp. gewenst 41 °C Bij directe CV-functie (b.v. hydraulisch schema 1 Aanvoertemp.
Pagina 58
8 Regeling Weergegeven display Beschrijving Fabrieksinstelling CV bedrijf Bijstook verwarming geen BE: extra verwarming geblokkeerd. met BE: extra verwarming vrij geschakeld, afhanke- geen BE CV bedrijf geen BE geen BE lijk van bivalentiepunt en energie-integraal. Bedrijf WW met BE alleen BE: CV-functie alleen door extra verwarming, BE start bij -600°...
Pagina 59
Regeling 8 Weergegeven display Beschrijving Fabrieksinstelling Menu D: Diagnose uitvoeren In de menu's D1 tot D5 kunt u de warmtepomp in de diagnosemodus laten lopen en testen. Bij elke instelling, behalve "Test" = "nee" (menu D1), kunnen de diagnose-menu's niet worden verlaten. Een auto-reset volgt 15 minuten na de laatste toets- bediening.
Pagina 60
8 Regeling Weergegeven display Beschrijving Fabrieksinstelling Buffer VF1: temperatuurvoeler bovenin bufferboiler Diagnose Buffer RF1: temperatuurvoeler onderin bufferboiler CV-circuit Voeler VF2: actuele CV-aanvoertemperatuur Buffer VF1 45 °C Warm water boiler: temperatuur in de warmwater- Buffer RF1 36 °C boiler. Voeler VF2 38 °C UV1: = status van de 3-wegklep (HK = CV-circuit, Boilertemp.
Pagina 61
Regeling 8 Weergegeven display Beschrijving Fabrieksinstelling Menu A: Installatieassistent Bij de eerste inbedrijfstelling van de warmtepomp wordt u door de installatieassistent, menu A1 tot A2 geleid. De installatieassistent verschijnt automatisch bij de eerste inbedrijfstelling. Taal: instellen van de taal van het betreffende land Installatie Taalkeuze Bij de eerste installatie start de thermostaat altijd...
Pagina 62
8 Regeling Weergegeven display Beschrijving Fabrieksinstelling Bijstook verwarming: er wordt ingesteld of en waar Installatieassistent een extra verwarming hydraulisch wordt aangekop- Bijstook verwarming peld: intern hydraul. verbinding van -5 °C - intern (elektrische hulpverwarming in de warmte- Bijstook verwarming pomp) WW+CV - WW + HK: externe extra verwarming voor warm Bivalentiepunt...
Pagina 63
Regeling 8 Weergegeven display Beschrijving Fabrieksinstelling Het display verschijnt alleen, wanneer meerdere CV- Gereedschap circuits en ten minste één VR 60 zijn geïnstalleerd. Componenten test 2 Met de componententest 2 kunt u de actoren van de Component VR 60 Adr. 4 aangesloten toebehoren controleren.
8 Regeling Speciale functies De keuze van de speciale functies is vanuit de basis- weergave mogelijk. Hiervoor drukt u op de linker instel- knop . Om de parameter te veranderen, moet u de instelknop draaien. U kunt de volgende speciale functies selecte- ren: •...
Pagina 65
Regeling 8 Weergegeven display Beschrijving Dit menu verschijnt alleen, wanneer de CV-installatie met een externe 16.02.08 9:35 koelfunctie (toebehoren VWZ NC 14/17 ) uitgerust en een dienover- eenkomstig hydraulisch schema ingesteld is. Koelfunctie actief voor > 3dagen Koelduur: UIT/1 tot 99 dagen. Als de koelfunctie actief is, –...
8 Regeling 8.10 instelbare parameters vrDIALOG 810/2 vrDIALOG 810/2 (eBus) stelt u in staat via de computer- ondersteunde grafische visualisatie en configuratie CV- toestellen en regelsystemen te optimaliseren en zo een mogelijke energiebesparing te realiseren. Hierdoor kunt u op ieder moment een optisch beeld krijgen van de pro- cessen binnen uw regelsysteem en deze beïnvloeden.
Pagina 67
Regeling 8 Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling Min. CV temperatuur Min. CV temperatuur/Max. CV temperatuur:instelling 15 °C Max. CV temperatuur van de grenstemperaturen (Min. en Max.) die het CV-cir- 43 °C cuit kan vragen. Met de maximum CV-temperatuur wordt ook de waarde voor de vloerbeveiligingsschakeling berekend (max.
Maatregelen voor verhelpen van storin- gen alsmede voor diagnose mogen alleen worden uitgevoerd door een erkende in- Om alle functies van het Vaillant toestel voor lange duur stallateur. te garanderen en om de toegestane serietoestand niet te veranderen, mogen bij reparatiewerkzaamheden al-...
Verhelpen van storingen en diagnose 10 De geoTHERM regeling kent drie verschillende storings- types: – Storing van componenten die via eBus zijn aangeslo- ten. – Tijdelijke uitschakeling De warmtepomp blijft in werking. De storing wordt weergegeven en verdwijnt automatisch als de oorzaak van de storing is verholpen.
10 Verhelpen van storingen en diagnose 10.4 Tijdelijke uitschakeling De compressor schakelt uit, de warmtepomp blijft in werking. De compressor kan op z'n vroegst na 5 min weer starten. (uitzonderingen zie onder). Storings- Storingstekst/Beschrijving Mogelijke oorzaak Maatregel voor verhelpen code Vorstbeveiliging warmtebron be- Warmtebronpomp defect, tempera- Doorstroming warmtebron controleren.
Pagina 71
Verhelpen van storingen en diagnose 10 Storingscode Storingstekst/Beschrijving Mogelijke oorzaak Maatregel voor verhelpen Koelmiddeldruk te hoog Warmtebenuttingszijde neemt te weinig warmte af. Mogelijke oorzaken: Lucht in het CV-systeem. CV ontluchten. De geïntegreerde hogedrukschake- Defecte CV-pomp of pompvermogen Pomp controleren, evt. vervangen. laar is bij 30 bar (g) geactiveerd.
10 Verhelpen van storingen en diagnose 10.5 Uitschakeling door storing De warmtepomp wordt uitgeschakeld. Deze kan na het verhelpen van de oorzaak van de storing alleen resetten van de storing opnieuw worden gestart (zie menu I 1). Met uitzondering van storing 90 en 91, deze hoeven niet te worden gereset.
Pagina 73
Verhelpen van storingen en diagnose 10 Storings- Noodmo- Storingstekst/Beschrijving Mogelijke oorzaak Maatregel voor verhelpen code Vorstbeveiliging warmte- mogelijk bron bewaking bronuitgang Zie storing 20. Zie storing 20. Storing 20 drie keer achter elkaar opgetreden Vorstbeveiliging warmte- mogelijk alleen VWW bron bewaking bronuitgang Zie storing 21.
10 Verhelpen van storingen en diagnose Storings- Noodmo- Storingstekst/Beschrijving Mogelijke oorzaak Maatregel voor verhelpen code Bron druk te laag mogelijk Drukvermindering in het warmte- Warmtebronsysteem op lekkages contro- bronsysteem door lekkage of lucht- leren, pekelwater bijvullen, ontluchten. Druk < 0,2 bar bellen.
Bij de afvoer van het koelmiddel gassen 2. Het is enkel aan de technici van de Vaillant fabriek en dampen niet inademen. toegelaten om herstellingen of wijzigingen aan het toe- Gevaar voor de gezondheid! Contact met stel onder garantie uit te voeren, opdat de waarborg huid en ogen vermijden.
Tribunalen van het district waar de hoofdzetel van de vennootschap gevestigd is, bevoegd. Om alle functies van het Vaillant toestel op termijn vast te stellen en om de toegelaten toestand niet te verande- ren, mag bij onderhoud en herstellingen enkel nog origi- nele Vaillant onderdelen gebruikt worden.
13 Technische gegevens Benaming Eenheid VWS 61/2 VWS 81/2 VWS 101/2 VWS 141/2 VWS 171/2 Geluidsvermogen binnen Voldoet aan veiligheidsvoorschriften CE-symbool Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG EMC-richtlijn 89/336/EEG EN 60335 ISO 5149 Tabel 13.1 Technische gegevens VWS (vervolg) Attentie! R 407 C is een chloorvrij koelmiddel dat de ozonlaag niet aantast.
14 Controlelijst inbedrijfstelling 14 Controlelijst inbedrijfstelling Controleer de volgende controlelijst voordat u de warm- tepomp in gebruik neemt. Neem de warmtepomp alleen dan in gebruik als aan alle punten is voldaan. Controlelijst CV-circuit Is bij de planning rekening gehouden met delen van het pand die op een later tijdstip moeten worden verwarmd? Is er rekening gehouden met de capaciteit voor de warmwatervoor- ziening?
Pagina 81
Controlelijst inbedrijfstelling 14 Controlelijst watercircuit (alleen VWW) Is het water resp. de samenstelling ervan onderzocht? Is er een extra warmtewisselaar voor de afkoppeling gebruikt? Is er een vuilfilter in de ingang tussen watercircuit en warmtepomp geïnstalleerd? Werden voor de warmtepomp afsluitvoorzieningen geïnstalleerd? Werden de buizen diffusiedicht geïsoleerd? Controlelijst elektrische installatie Is bij de klant een scheidingsinrichting met een contactopening van...
15 Referentie 15 Referentie Aan de installateur: vul a.u.b. de volgende tabellen in, om eventueel noodzakelijk servicewerk te vergemakke- lijken. Installatie en inbedrijfstelling werden uitgevoerd door: Bouw warmtebron Datum: Firma: Naam: Tele- foon: Elektrische installatie Datum: Firma: Naam: Tele- foon: Inbedrijfstelling Datum: Firma:...
Pagina 83
Referentie 15 Planning van het warmtepompsysteem Informatie Informatie over warmtevraag Verwarmingslast van object Warmwatervoorziening Werd een centrale warmwatervoorziening gebruikt? Is er rekening gehouden met het gebruikersgedrag met betrekking tot de warmwatervraag? Is er bij de planning rekening gehouden met de grotere warmwa- terbehoefte van whirlpools en comfortdouches? Gebruikte toestellen in het warmtepompsysteem Informatie...
Pagina 84
15 Referentie Informatie voor VWW Informatie Grootte van de massastroom die aan het grondwater/de bron kan worden ontnomen Type grondwaterpomp Informatie over de warmtegebruiksinstallatie (WGI) Informatie Als er een tweede pomp voor het overwinnen van de drukverliezen is ingebouwd: type en fabrikant van de tweede pomp Verwarmingslast van de vloerverwarming Verwarmingslast van de wandverwarming Verwarmingslast van de combinatie vloerverwarming/radiatoren...