Inhoudsopgave Inhoudsopgave Aanwijzingen bij de documentatie ......4 Vullen van het CV- en het brijncircuit ....32 Aanvullend geldende documenten in acht nemen ..4 Vulvoorschriften .............32 Documenten bewaren .............4 CV-circuit vullen en ontluchten ........33 Gebruikte symbolen ............4 Brijncircuit vullen en ontluchten ....... 34 Geldigheid van de gebruiksaanwijzing ......4 6.3.1 Vulprocedure voorbereiden ........
Pagina 3
Inhoudsopgave Aanpassing aan de CV-installatie ......63 Technische gegevens ..........106 Modi en functies .............63 Automatische functies ..........63 Ingebruiknemingsprotocol ........109 Instelbare functies ............65 9.3.1 Instelbare functies op het gebruikersniveau ..65 Referentie ................111 9.3.2 Instelbare functies op het codeniveau ....65 9.3.3 Extra functies via vrDIALOG ........
CE-markering Voor schade die door het niet naleven van deze handleidin- gen ontstaat, kan Vaillant niet aansprakelijk gesteld worden. Met de CE-markering wordt aangegeven dat de toestellen conform het typeoverzicht aan de fundamentele vereisten...
Voor schade die ontstaat door het niet naleven van deze handleiding, kan De Vaillant warmtepompen van het type geoTHERM plus Vaillant niet aansprakelijk gesteld worden. zijn volgens de huidige stand van de techniek en de erkende >...
CV-circuit koelfunctie gehinderd! beschadigen en daardoor waterlekken veroorzaken. > Verrijk het verwarmingswater alleen met de toegestane Bij het gebruik van een Vaillant warmtepomp met koelfunctie is het gebruik van aardsondes antivries- en anticorrosiemiddelen. absoluut vereist.
¬ hfdst. 3.1) alleen via onderhoudsventielen gevuld worden. Als een ander toegestaan vervangingskoelmiddel dan het door Vaillant aanbevolen koelmiddel R 407 C gevuld wordt, verliezen niet alleen alle garanties hun geldig- heid, maar ook de bedrijfsveiligheid is niet meer gegaran- deerd.
Ontwerpvermogen hulpverwarming de frontmantel onderaan rechts en op het typeplaatje afle- zen. Aanloopstroom zonder aanloop- stroombegrenzer Aanloopstroom incl. aanloop- 16 A stroombegrenzer Vaillant GmbH Remscheid / Germany Serial-No. 21054500100028300006000001N1 Inhoud boiler Toegelaten ontwerpoverdruk VWS 64/3 DE AT CH Koelmiddeltype Inhoud...
De uitvoeringen van de geoTHERM plus warmtepompen zijn 3.2 Werkwijze van de warmtepomp met een bijkomende koelfunctie uitgerust om in woonruim- De Vaillant warmtepomp VWS /3 gebruikt als warmtebron tes in het koelbedrijf, bij hoge buitentemperaturen, voor een aardwarmte. De warmtepomp bestaat uit gescheiden cir- behaaglijk koel klimaat in de woonruimte te zorgen.
Functie- en toestelbeschrijving Opbouw van de warmtepomp De warmtepomp is in de hieronder vermelde types lever- baar. Verwarmings- Typeaanduiding vermogen (kW) B0/W35 DT 5K Brijn-waterwarmtepompen (VWS) VWS 64/3 VWS 84/3 VWS 104/3 10,9 3.2 Typeoverzicht De warmtepomp kan met alle gangbare elektriciteitstarie- ven gebruikt worden.
Pagina 11
Functie- en toestelbeschrijving Bouwgroepen 3.4 Achteraanzicht Legenda Retour boiler 3.5 Vooraanzicht geopend 2 Van warmtebron naar warmtepomp (brijn warm) 3 Van warmtepomp naar warmtebron (brijn koud) Legenda 4 Transportgrepen Elektrische aansluitingen 5 Aansluiting membraanexpansievat CV-circuit 2 Printplaat (onder afdekplaat) 6 Kabeldoorvoer elektrische aansluiting 3 Relais 7 Verwarmingsretour 4 Veiligheidstemperatuurbegrenzer van de hulpverwarming...
Warmwaterboiler VIH en VDH De Vaillant spiraalboilers VIH en de Vaillant boilers met dub- bele mantel VDH zijn speciaal voor de combinatie met warmtepompen ontworpen en zijn bestemd voor het ver- warmen en opslaan van warm water.
Montage Montage Bij het gebruik van vlakkeplaatcollectoren is de koelfunctie gehinderd! Bij het gebruik van een Vaillant warmtepomp met koelfunctie is het gebruik van een aards- Eisen aan de opstellingsplaats onde absoluut vereist. > Kies een droge ruimte die doorlopend vorstveilig is, een omgevingstemperatuur van 7 °C niet onderschrijdt en...
Montage Afstanden en afmetingen 1200 0-10 1) 50 100 75 1100 1030 4.1 Afstanden en afmetingen 1) Stelvoeten 10 mm in de hoogte verstelbaar Installatiehandleiding geoTHERM plus 0020132510_01...
Alle leidingen van het CV-circuit moeten dampdiffusiedicht geïsoleerd zijn. Radiatorverwarmingen zijn voor het koelbe- drijf met een Vaillant warmtepomp geoTHERM plus niet geschikt. > Isoleer alle leidingen van het CV-circuit dampdiffusiedicht. Opgelet! Beschadigingsgevaar door dauwpunton-...
Montage Leveringsomvang controleren Pos. Aantal Benaming Warmtepomp Installatiehandleiding, gebruiksaanwijzing, garantiekaart BE Samen in een karton: Bedieningsconsole, kolomafdekking 6 liter brijnexpansievat max. 3 bar Daarin samen in een grote tas: Klem voor bevestiging van het brijnexpan- sievat Veiligheidsventiel voor brijncircuit, 1/2", 3 bar VRC DCF radioklok-signaalontvanger met buitentemperatuurvoeler Sensoren VR 10...
Montage Transportbeveiligingen verwijderen Warmtepomp transporteren Als transporthulp dienen de grepen aan de achterkant van het toestel (¬ afb. 3.4, pos. 4). Opgelet! Gevaar voor beschadiging door ondeskun- dig transport! Onafhankelijk van het transporttype mag de warmtepomp resp. de warmtepompmo- dule nooit meer dan 45° gekanteld worden. Anders kan het later tot storingen in het koelmiddelcircuit komen.
Montage Opgelet! Manteldelen van de warmtepomp Gevaar voor beschadiging door onge- demonteren schikt transportmiddel! Let erop dat het door u gekozen transport- De manteldelen zijn vastgeschroefd en bijkomend van borg- middel conform het gewicht van de warmte- clips voorzien. pomp gekozen is. >...
Montage > Draai de beide schroeven aan de montageplaat uit. > Trek het bovenste deel van de voorste bekleding onder- aan van de behuizing en til het naar boven toe op. Monteer de manteldelen pas na het uitvoeren van alle installatiewerkzaamheden (¬ hfdst. 7.9). 4.8 Onderste deel van de frontmantel afnemen >...
Hydraulische installatie Hydraulische installatie Direct CV-bedrijf installeren Opgelet! Gevaar voor beschadiging door resten in 5.1.1 Functiebeschrijving bij direct CV-bedrijf verwarmingsaanvoer en -retour! Resten zoals lasparels, hamerslag, hennep, De vloerverwarmingscircuits worden direct aan de warmte- stopverf, grof vuil e.d. uit buisleidingen kun- pomp aangesloten.
Hydraulische installatie Direct CV-bedrijf en boiler installeren 5.2.1 Functiebeschrijving bij direct CV-bedrijf en boiler De vloerverwarmingscircuits worden direct aan de warmte- pomp aangesloten. De regeling vindt standaard via een energiebalansregeling (¬ hfdst. 9.4.2) plaats. De warmtepomp bedient bovendien ook een boiler. 5.2.2 Installatievoorschriften >...
Hydraulische installatie Mengcircuit met buffervat installeren 5.3.1 Functiebeschrijving bij CV-bedrijf met mengcircuit en buffervat De CV-circuits worden via een buffervat als scheidingsvat aan de warmtepomp aangesloten. De regeling vindt stan- daard via een regeling van de gewenste aanvoertempera- tuur (¬ hfdst. 9.4.3) plaats. De aanvoertemperatuurvoeler VF2 zit achter de externe CV-circuitpomp (vloerbeschermingsschakeling).
Hydraulische installatie Mengcircuit met buffervat en boiler installeren 5.4.1 Functiebeschrijving bij CV-bedrijf met buffervat en boiler De CV-circuits worden via een buffervat als scheidingsvat aan de warmtepomp aangesloten. De regeling vindt stan- daard via een regeling van de gewenste aanvoertempera- tuur (¬...
Hydraulische installatie Aansluitbocht monteren Opgelet! Beschadigingsgevaar door ondichtheden! Als aan de aansluitingen van het brijncircuit (¬ afb. 5.6, pos. 6 en 7) niet de afdichtin- gen met metalen steunring gebruikt wor- den, kan het tot ondichtheden komen! > Zorg ervoor dat aan de aansluitbochten de juiste afdichtingen gebruikt worden! –...
We raden de installatie van een Vaillant-veiligheidsgroep en > Installeer geen vuilfilters permanent in van een afvoertrechter aan. het brijncircuit! De brijnvloeistof wordt bij >...
Hydraulische installatie Opgelet! Opgelet! Beschadigingsgevaar door condensaat- Gevaar voor beschadiging door lekkend vorming! brijn! Condensaatvorming aan niet geïsoleerde Als de onderste schroefverbinding aan het brijnleidingen binnen het gebouw kan tot brijnexpansievat (2) met teflonband of der- bouwschade leiden. gelijk afgedicht wordt, kan het tot lekken in >...
Hydraulische installatie > Installeer de brijnopvangbak (¬ afb. 5.7, pos. 65) druk- loos aan het veiligheidsventiel (42a). De brijnopvangbak mag niet compleet gesloten zijn omdat anders de werking van het veiligheidsventiel niet gegarandeerd is. Evt. boiler aansluiten > Als een externe boiler aangesloten moet worden, sluit dan de retour van de boiler aan (¬...
Het toevoegen van additieven aan het CV-water kan materi- Totaal ver- ele schade veroorzaken. Bij ondeskundige gebruik van de Totale hardheid bij kleinste ketelverwarmings- warmings- volgende producten werden bij Vaillant toestellen tot nu toe oppervlakte vermogen geen onverdraagzaamheden vastgesteld. > 20 l/kW >...
Vullen van het CV- en het brijncircuit Opgelet! Gevaar voor beschadiging door afzetting van magnetiet. Bij verwarmingssystemen met stalen bui- zen, statische verwarmingsoppervlakken en/of buffervatinstallaties kan het bij grote waterhoeveelheden tot de vorming van magnetiet komen. Hier raden we het gebruik van een magnetietfiler ter bescher- ming van de toestelinterne pomp aan.
Vullen van het CV- en het brijncircuit > Draai de waterkraan langzaam open en vul zolang water Brijncircuit vullen en ontluchten bij tot op de manometer (van de klant) een CV-installatie- druk van ca. 1,5 bar bereikt is. > Draai het vul- en aftapventiel van het CV-circuit dicht. >...
Pagina 35
Vullen van het CV- en het brijncircuit Om het brijncircuit te vullen, hebt u een vul- Het gebruik van de Vaillant-warmtepomp is alleen met vol- pomp nodig die het brijncircuit bij het vullen gende brijnvloeistoffen toegestaan: – Waterachtige oplossing met 30 % ± 1 % vol. ethyleengly- tegelijk ontlucht.
Vullen van het CV- en het brijncircuit > Sluit de afsluitventielen (63) en (64). 6.3.2 Buitenste deel van het brijncircuit vullen en > Sluit de drukleiding van de vulpomp (67) aan het afsluit- ontluchten ventiel (70) aan. > Sluit een in de brijnvloeistof mondende slang aan het afsluitventiel (61) aan.
Vullen van het CV- en het brijncircuit 6.3.3 Binnenste deel van het brijncircuit vullen en ontluchten Als het buitenste deel van het brijncircuit al gevuld en ont- lucht werd, is het voldoende om afsluitend het binnenste deel met het toestel te vullen en te ontluchten. Eventuele luchtkussens in de buisleidingen tussen de afsluitventielen zijn verwaarloosbaar en worden door naontluchting bij de ingebruikneming verwijderd.
Vullen van het CV- en het brijncircuit 6.3.4 Volledig brijncircuit in één bewerking vullen en onluchten 6.6 Volledig brijncircuit in één bewerking vullen en onluchten > Sluit de afsluitventielen (63), (70) en (72). > Sluit de drukleiding van de vulpomp aan het afsluitven- tiel (62) aan.
Vullen van het CV- en het brijncircuit > Druk de veiligheidshendel in. 6.3.5 Buishydraulica van de koelfunctie > Draai de motorkop 45°. ontluchten > Haal de motorkop eraf. Voor het volledig vullen en ontluchten van de brijnzijdige buishydraulica van de koelfunctie is het nuttig om de stift van het brijnmengventiel handmatig 50 % in te drukken.
Vullen van het CV- en het brijncircuit 6.3.6 Druk in het brijncircuit opbouwen Boiler vullen > Open de koudwaterleiding naar de boiler. Voor een perfecte werking van het brijncircuit is een vul- > Open een warmwateraftappunt. druk tussen 1,5 en 2,0 bar vereist. Het veiligheidsventiel >...
Elektrische installatie Elektrische installatie Gevaar! Gevaar voor elektrische schok! > Schakel voor elektrische installatiewerk- zaamheden altijd de stroomtoevoer van alle stroomcircuits uit. > Controleer de spanningvrijheid. > Zorg ervoor dat de stroomtoevoer tegen het per ongeluk herinschakelen beveiligd Gevaar! Levensgevaar door elektrische schok! >...
Elektrische installatie Opgelet! Een overzicht van het complete stroomschema Gevaar voor slechte werking door onge- vindt u in de ¬ bijlage. schikt kabeltraject! De leidingen voor buitentemperatuurvoeler, eBUS en kamerthermostaat brengen lage spanningen over. Storingsinvloeden uit de omgeving kunnen zich op de voelerkabels uitwerken en verkeerde informatie aan de warmtepompregelaar doorgeven.
Elektrische installatie Elektrische schakelkast 7.3 Elektrische schakelkast Legenda Printplaat (onder afdekplaat) met klemmenlijst voor sensoren en externe componenten 2 Aanloopstroombegrenzerprinterplaat (toebehoren), onderste schakelkastniveau 3 Veiligheidstemperatuurbegrenzer van de hulpverwarming 4 Schroef voor het openen van het onderste schakelkastniveau 5 Relais voor extra verwarmingsstaaf en compressor 6 Aansluitklemmen stroomvoorziening 7 Trekontlastingen De indeling van de klemmen op de printplaat (1) vindt u in...
Elektrische installatie Stroomvoorziening aansluiten > Leid de stroomkabel(s) door het langgat in de achter- wand van het toestel (¬ afb. 3.4, pos. 6). > Leid de kabels door het toestel, door de passende trek- ontlastingen en naar de klemmen van de klemmenlijst. > Voer de aansluitbedrading uit zoals afgebeeld in de vol- gende bedradingsschema's.
Elektrische installatie 7.3.1 Ongeblokkeerde netvoeding (elektrisch schema 1) 7.4 Ongeblokkeerde netvoeding elektrisch schema 1 (toestand bij levering) Deze bedrading van de warmtepomp komt overeen met de Legenda toestand bij levering. De warmtepomp wordt met één enkel stroomtarief (een Pomp verbruiksteller) op het voedingsnet aangesloten (1). >...
Elektrische installatie 7.3.2 Gescheiden voeding warmtepompentarief (elektrisch schema 2) 7.5 Gescheiden voeding warmtepomptarief De duur en de frequentie van de uitschakeltijd bepaalt de Legenda netexploitant of moet met hem afgesproken worden. > Verwijder de overbruggingskabels (gestippelde lijnen, 3). Pomp > Sluit de permanente stroomtoevoer op de netvoeding normaal tarief aan (2).
Elektrische installatie 7.3.3 Gescheiden voeding speciaal tarief (elektrisch schema 3) 7.6 Gescheiden voeding speciaal tarief De duur en de frequentie van de uitschakeltijd bepaalt de Legenda netexploitant of moet met hem afgesproken worden. > Verwijder de overbruggingskabels (gestippelde lijnen, 3). Pomp >...
Elektrische installatie 7.3.4 Externe brijndrukschakelaar en maximaalthermostaat aansluiten 7.7 Externe brijndrukschakelaar en maximaalthermostaat aansluiten Legenda Brondrukschakelaar Maximaalthermostaat In sommige gevallen, bijv. in beschermde drinkwatergebie- Bij hydraulisch schema 5 en 7 is ter bescherming van een den, schrijven plaatselijke overheden de installatie van een vloerverwarming een maximaalthermostaat (van de klant) externe brijndrukschakelaar voor, die het koelcircuit uit- absoluut vereist (¬...
Legenda 3-wegventiel buffervat De goede werking van de warmtepomp is alleen gegarandeerd als voor de aansluiting van een buffervat VPS /2 het Vaillant-toebehoren extern 3-weg-ventiel gebruikt wordt. Alleen bij de installatie van het buffervat VPS /2 of van een ander buffervat: >...
Elektrische installatie 7.3.6 Aanloopstroombegrenzer (toebehoren) Opgelet! aansluiten Gevaar voor beschadiging door ontoerei- kende scheidingsinrichting! De elektrische aansluiting moet via een driepolig uitschakelende scheidingsinrich- ting van de klant met minstens 3 mm con- tactopening (bijv. aardlekschakelaar) uit- schakelbaar zijn. De scheidingsinrichting moet gekoppelde zekeringen hebben, zodat bij het uitvallen van een zekering alle andere zekeringen eveneens uitschakelen.
Elektrische installatie Printplaat (overzicht) DCF OT AF ZuAufN ZuAufN 1xZP DCF/AF SK2-P HK2-P LP/UV1 7.10 Printplaat Stuursignaal CV-pomp Legenda Zekering F1 T 4A/250 V voor brijnpomp Aansluitklemmen boven Bewaking fasevolgorde compressor Bijstookverwarming Stuursignaal brijnpomp Verzamelstekker temperatuursensoren 2 LP/UV 1 Omschakelventiel verwarming/boilerlading voor eBUS-stekker thermostaat (signaal en spanningsvoeding) warmwaterbereiding 3 ZP...
Elektrische installatie Bijgeleverd toebehoren installeren De thermostaat herkent de bijgeleverde voelers automa- tisch. VR 10 voelers moeten niet aangemeld en geconfigu- Bij het voorbeeld van een hydraulisch schema voor hydrau- reerd worden. lisch schema 5 (¬ afb. 5.1) moeten aangesloten worden: –...
7.13 Afstandsbedieningen installeren > Controleer de spanningvrijheid. Het Vaillant-systeem is zo opgebouwd, dat u de eBUS van component naar component kunt leiden. Het verwisselen Het volgende optionele toebehoren kunt u aansluiten: van de kabels leidt hierbij niet tot hinder in de communica- –...
U kunt een voorhanden, externe CV-ketel als hulpverwar- ProE-stekkers. ming inzetten. Voor de montage van de mengmodule VR 60 zie de bijgele- Cv-ketels met Vaillant eBUS-interface kunt u via het toebe- verde montagehandleiding. horen VR 32 met de eBUS van de warmtepomp verbinden (¬ Installatiehandleiding VR 32).
Elektrische installatie 7.8.1 Externe CV-ketel met eBUS-interface Opgelet! aansluiten Gevaar voor beschadiging door bevrie- zing! Wordt in het menu A3 (¬ tab. 9.9) "Hydrau- lische verbinding van de bijstookverwar- ming" voor de bijstookverwarming de waarde "WW + CV", "WW" of "CV" ingesteld is, bestaat conform het ingestelde hydrauli- sche schema alleen noodvorstbeveiliging DCF 0 AF...
Elektrische installatie Mantel en bedieningsconsole monteren 7.18 Bedieningsconsole monteren > Druk de bedieningsconsole in de cliphouder van de mon- tageplaat, schroef dan de bedieningsconsole van achte- ren vast. 7.17 Bovenste deel van de frontmantel monteren > Leid de eBUS-kabel voor de bedieningsconsole en bij het gebruik van het toebehoren vrnetDIALOG de 230 V span- ningsvoedingskabel door de opening in het bovenste deel van de frontmantel (1).
Elektrische installatie > Als u het toebehoren vrnetDIALOG wilt monteren, voer dan eerst de montagestappen in (¬ hfdst. 7.10) uit voor u de montage van de mantel voortzet. 7.21 Afdekmantel van de bedieningsconsole monteren > Druk de afdekmantel van de bedieningsconsole in de cliphouder van de montageplaat van de bedieningscon- 7.20 eBUS-leiding van de bedieningsconsole aansluiten sole.
Elektrische installatie 7.10 vrnetDIALOG 840/2 en 860/2 installeren De communicatie-eenheid vrnetDIALOG 840/2 en 860/2 (toebehoren) wordt aan de montageplaat onder de bedie- ningsconsole bevestigd en aan de printplaat aangesloten. 7.22 Bovenste manteldelen monteren > Plaats de bovenste voorste mantel op de warmtepomp en bevestig deze met twee schroeven.
Pagina 59
Elektrische installatie > Leid alle kabels door daarvoor bestemde uitbraken aan de behuizing, die u daarvoor maakt. > Breng de afdekking van de vrnetDIALOG opnieuw aan de behuizing aan door de scharnierelementen van de afdek- king in de klemmen aan de behuizing te schuiven en de afdekking te sluiten.
> Draai aan de instelknop tot de cursor > op het hydrau- lische schema-nr. wijst. Vaillant > Druk op de instelknop . De parameter krijgt een don- kere achtergrond en wordt geactiveerd. > Draai aan de instelknop ...
Ingebruikstelling Installatieassistent Einde AF, VF2 Installatie gereed? >NEE >Waarden instelbaar AF, SP, VF2 8.4 Menu: Installatie beëindigen AF, VF1, VF2, RF1 > Zet "Installatie gereed?" pas op "JA" als u zeker bent dat alles juist ingesteld is. AF, SP, VF1, VF2, RF1 Als u met "JA"...
Ingebruikstelling CV-installatie aan de gebruiker doorgeven Terwijl de ontluchtingsfunctie actief is, wisselt de brijnpomp tijdens het eerste uur tussen 5 min. werking (vermogen > Instrueer de gebruiker over de bediening van de installa- 100 %) en 5 min. stilstand. Daarna wisselt de brijnpomp voor de resterende duur tussen 50 min.
Aanpassing aan de CV-installatie Aanpassing aan de CV-installatie Automatische functies Om de warmtepomp rendabel te gebruiken, is het belangrijk Vorstbeveiligingsfuncties om de regeling aan te passen aan het CV-systeem bij de klant en aan het gedrag van de gebruiker. De warmtepomp is met twee vorstbeveiligingsfuncties uit- In dit hoofdstuk worden alle functies van de weersafhanke- gerust.
Pagina 64
Aanpassing aan de CV-installatie Opgelet! uit (¬ hfdst. 11.5). Als de CV-aanvoertemperatuur weer Gevaar voor beschadiging door bevrie- beneden deze waarde gedaald is en de fout gereset werd, zing! schakelt de warmtepomp weer in. Deze functie is niet actief als in het menu A3 De maximale verwarmingsaanvoertemperatuur verandert u (¬ tab.
Aanpassing aan de CV-installatie Instelbare functies Dag na start Gewenste aanvoertemperatuur voor deze van de functie U kunt aan de thermostaat de volgende functies zelf instel- Starttempera- 25 °C len en zo de CV-installatie aan de plaatselijke omstandighe- tuur den of aan de wensen van de gebruiker aanpassen. 25 °C 30 °C De interface en de instelmogelijkheden van de...
Aanpassing aan de CV-installatie Regelingsprincipe gewenste aanvoertemperaturen vastleggen. Neem hierbij de geldige compressorhysterese in acht (via vrDIALOG instelbaar, ¬ hfdst. 9.8). 9.4.1 Mogelijke CV-installatiecircuits Legionellabeveiliging De functie "Legionellabeveilig." dient om kiemen in de boi- ler en in de buisleidingen te doden. Aan de weersafhankelijke energiebalansregelaar van de Eén keer per week wordt een aangesloten boiler op een warmtepomp kunnen de volgende CV-installatiecircuits aan-...
Aanpassing aan de CV-installatie Als u een afstandsbediening VR 90 aangesloten Beschrij- Menubereiken Beschrijving ving in hebt, mag u deze niet als thermostaatregelaar hoofdstuk configureren, omdat anders de voordelen van de energiebalansregeling ongedaan gemaakt wor- C1 tot C11 Parameters van de warmte- 9.7.1 pompfuncties voor CV-circuits den.
Aanpassing aan de CV-installatie Naar fabrieksinstellingen resetten > Voor u de functie uitvoert, noteert u alle ingestelde waarden in de thermostaat zowel in het gebruikersniveau (¬ gebruiksaanwijzing) alsook in het code niveau (¬ hfdst. 9.7). Weergegeven display Beschrijving 10.03.10 9:35 Opgelet! Fabrieksinstelling Mogelijke slechte werking door resetten naar fabrieksinstelling! Anuleren...
Aanpassing aan de CV-installatie Menu's van het code niveau oproepen Het code niveau heeft diverse bereiken waarin u naargelang context parameters kunt wijzigen of alleen bekijken. De con- text is altijd aan de menubenaming herkenbaar. > Kies voor het oproepen van het code niveau het menu 9 in het gebruikersniveau (¬ gebruiksaanwijzing).
Aanpassing aan de CV-installatie 9.7.1 Menu C: Parameters van de CV-installatie instellen Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling Menu C: Parameters van de CV-installatie In de menu's C1 tot C11 kunt u parameters van de ver- instellen schillende functies van de warmtepomp instellen. Menu voor wijziging van het codenummer.
Aanpassing aan de CV-installatie Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling Stooklijn: De stooklijn geeft de verhouding tussen buitentempe- Parameter ratuur en gewenste aanvoertemperatuur weer. De Soort Brandercircuit instelling geschiedt voor elk CV-circuit apart. Stooklijn 0,30 Van de keuze van de juiste stooklijn hangen in door- slaggevende mate het rendement en het comfort van BT-uitschak.grens >...
Pagina 72
Aanpassing aan de CV-installatie Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling Dit menu wordt alleen bij het gebruik van een buffer- Buffervat vat (bijv. hydraulisch schema 7 of 8) weergegeven. Informatie Aanvoertemp. gewenst 41 °C Aanvoertemp. gewenst: aanvoertemperatuur gewenst Kalib.aanv.voelerVF1 29 °C Kalib.retourvoelrRF1 25 °C Kalib.aanv.voelerVF1: temperatuur van de buffervat-...
Pagina 73
Aanpassing aan de CV-installatie Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling Alleen bij gebruik van de afstandsbediening VR 90: Parameter Binnencompensatie: Binnencompensatie >geen Geen = met kamertemperatuur uit afstandsbediening geen wordt bij het CV-bedrijf geen rekening gehou- den. De gemeten kamertemperatuur heeft geen Afstandbed.
Pagina 74
Aanpassing aan de CV-installatie Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling Dag: u kunt de begindag voor de afwerklaagdroging Bijzondere functie kiezen. Afwerklaagdroging Temp. Temp.: de temperatuur voor de gewenste aanvoer- HK2: >1 0 °C temperatuur wordt automatisch conform de functie afwerklaagdroging opgeroepen (dag- HK3: waarden 25/30/35 °C) (¬ hfdst.
Pagina 75
Aanpassing aan de CV-installatie Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling Spertijd elektra: als u elektrisch schema 2 instelt, Bijstook verwarming verschijnt bijkomend dit menupunt in de boven- ste regel. Als u "JA" instelt, wordt het bedrijf Spertijd elektra >NEE van de bijstookverwarming tijdens de spertijd CV bedrijf geen BE elektra vrijgegeven.
Pagina 76
Aanpassing aan de CV-installatie Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling Legionellabeveilig.: UIT/Ma/Di/Wo/Do/Vr/Za/Zo Legionellabeveilig. Legionella start: de ingestelde tijd legt vast wanneer 04:00 Legionellabeveilig. de legionellabeveiligingsfunctie start. Legionella start 04:00 De legionellabeveiliging wordt door de bijstookverwar- ming op de ingestelde dag op de ingestelde tijd uitge- voerd als een bijstookverwarming geactiveerd is.
Aanpassing aan de CV-installatie Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling Cv pomp: de instelling van de cv pomp geldt alleen 100 % Pomp sturing voor het directe CV-bedrijf. (zonder warmwaterbuffer- Parameter vat of combiboiler). Is een verwarmingswaterbuffervat Bronpomp 100 % aangesloten, vermindert het pompvermogen automa- tisch met 50 %.
Aanpassing aan de CV-installatie Instelling van de hoogefficiënte pompen [ mbar ] Brijnpomp (bronpomp) Als de temperatuurspreiding aan de brijnzijde door geringe drukverliezen (grote buisdoorsnedes, geringe boordiepte) bij het continubedrijf onder 2 K ligt, dan kunt u het pomp- transportvermogen aanpassen (¬ tab. 9.6, menu C10). 3K / 2484 l/h In de volgende diagrammen is weergegeven hoe de instel- ling van de pompsturing op de resttransporthoogtes bij...
Aanpassing aan de CV-installatie CV-pomp [ mbar ] Als een hogere spreiding tussen verwarmingsaanvoer- en retourtemperatuur dan 5 K gewenst is of als het drukverlies van de CV-installatie ver onder de van de fabriek uit ter beschikking gestelde resttransporthoogte ligt, kunt u het pompvermogen reduceren (¬...
Aanpassing aan de CV-installatie 9.7.2 Menu D: Diagnoses uitvoeren Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling Menu D: Diagnose uitvoeren Opgelet! Gevaar voor beschadiging van warm- tepompcomponenten! In de diagnosemodus worden interne veiligheidsinrichtingen en -instellingen buiten werking gesteld. Vaak in- en uitschakelen kan tot schade aan com- pressor en hoogefficiënte pompen lei- den.
Aanpassing aan de CV-installatie Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling — Oververhitting: oververhitting van het koelmiddel Diagnose berekend uit T2* en lagedruksensor. Verschijnt Koelcircuit alleen, wanneer de compressor in werking is. Oververhitting Onderkoeling 10 K Verschijnt de weergave "-50 °C", dan is de temperatuurvoeler T2 aan de compressor- TEV Ingang 10 °C...
Pagina 82
Aanpassing aan de CV-installatie Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling Temp bron: brijntemperatuur aan de ingang van de — Diagnose warmtepomp, T3.* Warmtebron Temp bron 10 °C Temp bronuitgang: brijntemperatuur aan de uitgang Temp bronuitgang 9 °C van de warmtepomp, T8.* Bronpomp 100 % Bronpomp: status brijnpomp: toerental in %/UIT.
Aanpassing aan de CV-installatie 9.7.3 Menu I: Algemene informatie weergeven Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling Menu I: Algemene informatie weergeven In de menu's I1 tot I4 krijgt u informatie over de instel- lingen van de warmtepomp. Menu van het foutgeheugen dat de laatste 20 fouten —...
Aanpassing aan de CV-installatie Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling Resetten: resetten van foutmeldingen met uitschake- ling tot gevolg. Alle lopende functies worden onmiddellijk afgebroken. De warmtepomp start Resetten? opnieuw. Opgelet! Code 1: 0000 Code 2: FFFF Gevaar voor beschadiging van de Code accepteren? warmtepomp! >kiezen...
Aanpassing aan de CV-installatie 9.7.4 Menu A: Installatieassistent oproepen Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling Menu A: Installatieassistent oproepen De installatieassistent verschijnt automatisch bij de eerste ingebruikneming van de warmtepomp. U wordt door de eerste beide menu's A1 en A2 geleid. Nu hebt u de mogelijkheid om de instellingen achteraf nog eens te wijzigen.
Aanpassing aan de CV-installatie Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling Elektrisch schema: 1 = alles normaal tarief (¬ afb. 7.4) 2 = laag tarief voor compressor (¬ afb. 7.5) 3 = laag tarief voor compressor en elektrische bijstookverwarming (¬ afb. 7.6) Accepteren: JA/NEE; Met JA worden de ingestelde waarden opgesla- gen.
Pagina 87
Aanpassing aan de CV-installatie Weergegeven display Beschrijving Fabrieksinstelling Invries beveiliging: minimaal toegestane brijnuitgang- -10 °C Installatieassistent stemperatuur. Komt de temperatuur beneden Bron Geothermie deze waarde, dan verschijnt de foutmelding 21/22 Invries beveiliging -10 °C of 61/62 en de compressor wordt uitgeschakeld. >kiezen Gereedschap Componenten test 1...
Pagina 88
Aanpassing aan de CV-installatie Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling Ontluchting Bron: tijdens het eerste uur wordt de — Gereedschap brijnpomp intermitterend 5 minuten AAN / 5 minuten UIT gebruikt. Daarna is de brijnpomp Ontluchting Bron afwisselend 50 minuten AAN en 10 minuten UIT. Dit intermitterend bedrijf van de brijnpomp wordt na 24 uur beëindigd.
Pagina 89
Aanpassing aan de CV-installatie Fabrieks- Weergegeven display Beschrijving instelling Max retourtemperatuur CV: Instellen van de limiet 46 °C Installatieassistent van de retourtemperatuur voor het compressor- Compressor bedrijf. Max retourtemperatuur CV: 46 °C Deze functie moet een onnodig kortstondig Compressor Hysterese compressorbedrijf vermijden.
Aanpassing aan de CV-installatie Alleen met vrDIALOG instelbare parameters Instellingen via vrDIALOG mogen alleen door een erkend installateur uitgevoerd worden. Fabrieks- Parameter Beschrijving instelling Kalibrering van temperatuurvoelers Interne voelers (T3, T6, T7 en T8) kunnen alleen via vrDIA- LOG 810/2 gekalibreerd worden. Namen wijzigen: CV circuit Namen wijzigen: u kunt elk CV-circuit in de CV-installatie HK2: HK2...
Aanpassing aan de CV-installatie Fabrieks- Parameter Beschrijving instelling Max. Verwarmingst. 20 min Max. verwarmingst. = maximale tijdsduur waarna opnieuw 20 min. Max.Opwarmtijd WW 40 min in het boilerlaadbedrijf geschakeld wordt, als verder parallel een boileraanvraag voorhanden is. Max.opwarmtijd WW = tijdsduur waarna van boilerlaadbe- 40 min.
Pagina 92
Aanpassing aan de CV-installatie Fabrieks- Parameter Beschrijving instelling Start Start: Deze waarde is alleen bij direct CV-bedrijf relevant en als de bijstookverwarming voor het CV-bedrijf vrijgegeven werd. Deze waarde geeft aan wanneer de bijstookverwarming voor de compressor bijgeschakeld wordt als een bepaalde waarde van het energie-integraal onderschreden wordt.
CE-conformiteit van het toestel. Daarom adviseren we dringend de inbouw van originele reserveonderdelen van Vaillant. Informatie over de beschikbare Vaillant originele reserveon- derdelen krijgt u op het aan de achterkant opgegeven con- tactadres. > Als u bij het onderhoud of de reparatie reserveonderde- len nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele reserve- onderdelen van Vaillant.
Storingsdiagnose en verhelpen van storingen Storingsdiagnose en verhelpen van storingen Gevaar! Verwondings- en beschadigingsgevaar door ondeskundige storingsdiagnose en het op ondeskundige manier verhelpen van storingen! Maatregelen voor de storingsdiagnose en voor het verhelpen van storingen mogen alleen door een erkende installateur uitge- voerd worden.
Storingsdiagnose en verhelpen van storingen 11.2 Storingen aan eBUS-componenten Foutcode Fouttekst/Beschrijving Mogelijke oorzaak Maatregel voor verhelpen > eBUS-kabel- en -stekker controleren. XXX adres YY niet bereikbaar Een via de eBus aangesloten compo- > Controleren of adresschakelaar correct is nent XXX, b.v. VR 60 met het adres YY wordt niet herkend.
Storingsdiagnose en verhelpen van storingen 11.4 Fouten met tijdelijke uitschakeling De compressor schakelt uit, de warmtepomp blijft in wer- king. De compressor kan op z'n vroegst na 5 min weer star- ten. (uitzonderingen zie onder). Foutcode Fouttekst/Beschrijving Mogelijke oorzaak Maatregel voor verhelpen >...
Storingsdiagnose en verhelpen van storingen Foutcode Fouttekst/Beschrijving Mogelijke oorzaak Maatregel voor verhelpen > Brijncircuit ontluchten. Koelmiddeldruk te laag Lucht in het brijncircuit. > IJsvlokpunt (ethyleenglycol) resp. koudebe- Concentratie van de brijnvloeistof te Brijnzijde levert te weinig gering. scherming (propyleenglycol) van de brijn- warmte.
Storingsdiagnose en verhelpen van storingen 11.5 Fouten met permanente uitschakeling Daarna volgt een herstart van de warmtepomp met com- pressorbedrijf. De warmtepomp wordt na het optreden van een kritieke fout uitgeschakeld. De pomp kan na het verhelpen van de Of de noodmodus (nog) actief is, kunt u in het basisdisplay oorzaak van de fout alleen door het resetten van de fout daaraan herkennen dat alleen de verticale pijl (bijstookver- (wissen van het foutgeheugen) opnieuw gestart worden (zie...
Pagina 99
Storingsdiagnose en verhelpen van storingen Noodmo- Foutcode Fouttekst/Beschrijving Mogelijke oorzaak Maatregel voor verhelpen > Steekcontact op de printplaat en aan Fout warmtebron sensor T8 mogelijk De interne temperatuurvoeler voor de bronuitgangstemperatuur is de kabelboom controleren. > Voeler op correcte werking controle- Kortsluiting/onderbreking in defect of niet juist op de printplaat de voeler...
Storingsdiagnose en verhelpen van storingen Noodmo- Foutcode Fouttekst/Beschrijving Mogelijke oorzaak Maatregel voor verhelpen > Hydraulisch schema en voelerposi- Voeler staat niet op Hydraulisch schema niet correct hydraulisch schema ingevoerd. Voeler niet correct aan- ties aan de hand van de voorhanden gesloten.
Pagina 101
Storingsdiagnose en verhelpen van storingen Foutcode Fouttekst/Beschrijving Noodmodus Mogelijke oorzaak Maatregel voor verhelpen > CV-installatie op ondichtheden con- CV-installatiedruk te laag Drukval in de CV-installatie door lek, luchtkussen of defect expansievat. troleren. > Water bijvullen en ontluchten. Druk < 0,5 bar >...
Storingsdiagnose en verhelpen van storingen Noodmo- Foutcode Fouttekst/Beschrijving Mogelijke oorzaak Maatregel voor verhelpen > Steekcontact op de printplaat en aan Fout druksensor koelmiddel- mogelijk Een druksensor in het koelmiddel- circuit circuit is defect of niet correct de kabelboom controleren. > Druksensor op goede werking con- Kortsluiting in druksensor opgestoken troleren.
Storingsdiagnose en verhelpen van storingen Tekenen van storing Mogelijke oorzaak Maatregel voor verhelpen > Brijnvloeistof en ijsvlokpunt (ethyleengly- Te gering verwarmingsvermogen (onvol- Verkeerde brijnvloeistof. doende warm water en/of verwarmingstem- Lucht in het brijncircuit. col) resp. koudebescherming (propyleen- peratuur) glycol) controleren. >...
> Neem het bij de brijnvloeistof gevoegde 12.1 Warmtepomp afvoeren veiligheidsgegevensblad in acht. Is het Vaillant-toestel van dit teken voor- zien, dan mag u het na het gebruik niet met > Zorg ervoor dat de brijnvloeistof rekening houdende met het gewone huisvuil weggooien. Zorg er in dit geval voor dat uw Vaillant-toestel alsook de plaatselijke voorschriften bijv.
2. Het is enkel aan de technici van de Vaillant fabriek toege- toestemming is verleend aan een door Vaillant BV aangewe- laten om herstellingen of wijzigingen aan het toestel onder...
Technische gegevens 14 Technische gegevens Benaming Eenheid VWS 64/3 VWS 84/3 VWS 104/3 Brijn/water warmtepomp Soort – De warmtepompen zijn uitsluitend voor het huishoudelijke gebruik als warmte- bron voor gesloten warmwater-cv-installaties, voor het koelbedrijf en voor de Toepassingsgebied – warmwaterbereiding bestemd. Afmetingen Hoogte zonder aansluitingen 1200...
Ingebruiknemingsprotocol Ingebruiknemingsprotocol > Vul het volgende protocolformulier in voor u de warmte- pomp in gebruik neemt. > Neem de warmtepomp alleen in gebruik, wanneer aan alle punten inhoudelijk werd voldaan. Checklist CV-circuit Werd bij de planning rekening gehouden met gebouwdelen die op een later moment moeten worden verwarmd? Werd rekening gehouden met het vermogen voor de warmwater- voorziening?
Pagina 110
Ingebruiknemingsprotocol Zijn er afsluitkleppen in het brijncircuit ingebouwd? Werd een magnetietfilter direct in de zone van de aansluiting brijn warm naar de warmtepomp geïnstalleerd? Werden de brijncircuits hydraulisch afgesteld? Werd het brijnexpansievat geïnstalleerd? Werd het brijncircuit tot 2 bar druk gevuld? Werd het brijnexpansievat tot 2/3 gevuld? Werden voor de warmtepomp afsluitvoorzieningen geïnstalleerd? Werden de brijnbuizen dampdiffusiedicht warmtegeïsoleerd?
Referentie Referentie > Vul de volgende tabellen in om eventueel uit te voeren servicewerkzaamheden te vergemakkelijken. Installatie en inbedrijfstelling werden uitgevoerd door: Bouw warmtebron Datum: Firma: Naam: Adres: Telefoon: Elektrische installatie Datum: Firma: Naam: Adres: Telefoon: Ingebruikstelling Datum: Firma: Naam: Adres: Telefoon: Installatiehandleiding geoTHERM plus 0020132510_01...
Pagina 112
Referentie Planning van de warmtepompinstallatie Informatie Informatie over warmtevraag Verwarmingslast van object Warmwatervoorziening Werd een centrale warmwatervoorziening gebruikt? Werd rekening gehouden met het gebruikersgedrag wat betreft de warmwaterbehoefte? Werd bij de planning rekening gehouden met de verhoogde warm- waterbehoefte van whirlpools en comfortdouches? Gebruikte toestellen in de warmtepompinstallatie Informatie Toestelbenaming van de geïnstalleerde warmtepomp...
Pagina 113
Referentie Informatie over warmtebenuttingssysteem Informatie Als een tweede pomp werd ingebouwd om de drukverliezen te overwinnen: type en fabrikant van de tweede pomp Verwarmingslast van vloerverwarming Verwarmingslast van wandverwarming Verwarmingslast van combinatie vloerverwarming/radiators Werd een circulatieleiding geïnstalleerd? (Ja/Nee) Ingebruikneming van de warmtepompinstallatie Informatie Controles vóór overdracht aan de gebruiker Druk van het CV-circuit in koude toestand...