1 Veiligheid – het naleven van alle in de handleidingen Veiligheid vermelde inspectie- en onderhoudsvoor- Waarschuwingen bij handelingen waarden. Classificatie van de waarschuwingen bij Het gebruik volgens de voorschriften omvat handelingen bovendien de installatie conform de IP-code. De waarschuwingen bij handelingen zijn als Een ander gebruik dan het in deze handlei- volgt door waarschuwingstekens en signaal- ding beschreven gebruik of een gebruik dat...
Pagina 5
Veiligheid 1 ▶ Installeer de nodige veiligheidsinrichtingen ▶ Zorg ervoor dat de CV-installatie zich in in de installatie. een technisch perfecte staat bevindt. ▶ Neem de betreffende nationale en inter- ▶ Zorg ervoor dat er geen veiligheids- en be- nationale wetten, normen en richtlijnen in wakingsinrichtingen verwijderd, overbrugd acht.
1 Veiligheid ▶ Zorg ervoor dat het koudemiddel niet in de atmosfeer terechtkomt. ▶ Als u een gekwalificeerde installateur voor het werken met koudemiddelen bent, on- derhoud dan het product met de veilig- heidsuitrusting en voer evt. ingrepen in het koudemiddelcircuit uit.
Aanwijzingen bij de documentatie 2 – Aanwijzingen bij de documentatie Warmtepomp (1) – Systeemthermostaat (2) (vanaf VRC 700) Aanvullend geldende documenten in acht – Buitentemperatuurvoeler met DCF-ontvanger nemen – eventueel systeemvoeler – ▶ Bij warmtebron bodem, aardsonde(3) Neem absoluut alle bedienings- en installatiehandleidin- –...
3 Systeemoverzicht Werkwijze warmte-energie opnieuw afgeeft. Daarbij wordt het koude- middel weer vloeibaar, het condenseert. 3.2.1 Warmtepomp Omdat warmte-energie slechts door een lichaam met ho- gere temperatuur op een lichaam met lagere temperatuur kan overgaan, moet het koudemiddel in de verdamper een lagere temperatuur dan de warmtebron hebben.
Systeemoverzicht 3 3.3.4 Invries beveiliging De thermostaat verandert de gewenste aanvoertemperatuur afhankelijk van de buitentemperatuur. De buitentemperatuur Deze functie verhindert het invriezen van de verdamper bij wordt door een afzonderlijke, in de open lucht gemonteerde onderschrijding van een bepaalde warmtebrontemperatuur. voeler gemeten en naar de thermostaat geleid.
4 Productbeschrijving elektrische hulpverwarming. Er wordt een foutmelding uitge- Elektronische expansie- Compressor klep EVI (tussencircuit- geven, die alleen kan worden teruggezet door op de reset- Elektronisch expansie- injectie) toets te drukken of door het uit- en weer inschakelen van de ventiel Vul- en aftapkraan CV- warmtepomp.
Montage 5 Typeaanduiding en serienummer Gegevens op het typeplaatje Betekenis De typeaanduiding en het serienummer bevinden zich Verwarmingsvermogen bij B0/W35 /W45 /W55 brijntemperatuur 0°C en op een plaatje achter de frontklep en op het plaatje met CV-aanvoertemperatuur de hoofdtypeaanduiding. Het 7e tot 16e cijfer van het 35/45/55°C serienummer vormen het artikelnummer.
Pagina 12
5 Montage ▶ Zorg ervoor dat de leidingen (zowel brijn-, warmwater- alsook verwarmingsleidingen) doelmatig geplaatst kun- nen worden. Installatie- en onderhoudshandleiding flexoTHERM exclusive 0020213383_03...
5 Montage Minimumafstanden Gevaar! Verwondingsgevaar bij het transport door afscheuren van de draaglussen! De draaglussen kunnen tijdens het transport met gemonteerde voormantel afscheuren. ▶ Demonteer de voormantel, voordat u de draaglussen gebruikt. Gebruik voor een veilig transport de beide draaglussen op de beide voorvoeten van het product.
Montage 5 Product opstellen Frontmantel demonteren 0-10 mm Demonteer de frontklep van het bedieningsveld door met beide handen de grepen beet te pakken en de ▶ frontklep er naar voren toe af te trekken. Lijn het product door het instellen van de stelvoeten hori- zontaal uit.
6 Hydraulische installatie uitvoeren Trek de frontmantel er steeds iets naar voren toe af en til deze er naar boven toe uit. Manteldeksel en zijmantels demonteren Draai 4 schroeven voor en 3 schroeven achter los voor de demontage van een zijmantel. Haal de zijmantel eraf.
▶ Aanwijzing Zet ter bescherming van de pomp in het Vaillant beveelt aan om het Vaillant warm- product een magneetfilter in. tepompen-brijnvulstation te installeren (niet ▶ Houd bij de keuze rekening met het druk- vereist bij installatie van de grondwatermo- verlies van de magnetietfilter.
7 Installatie vullen en ontluchten Hydraulische schakeling in het systeem Vul- en bijvulwater conditioneren ▶ Neem voor de conditionering van het vul- en suppletie- 6.4.1 CV-circuits met directe verbinding water de geldende nationale voorschriften en technische installeren regels in acht. Installeer de hydraulische componenten conform de Voor zover nationale voorschriften en technische regelingen plaatselijke vereisten zoals bij het systeemschemavoor-...
Sluit een vulslang aan op de CV-watervoorziening. Vaillant staat het gebruik van de warmtepomp alleen met de genoemde brijnvloeistoffen toe, het gebruik met andere Schroef de schroefdop van de vulklep en aftapkraan vloeistoffen, bijv. met zuiver water, is niet toegestaan.
Laat de vulpomp (67) minstens 10 minuten lopen om Bij bijzondere eisen zijn voor de warmtebronnen bodem ook een voldoende vulling en spoeling te bereiken. de volgende warmtedragend media door Vaillant toegestaan: Sluit daarna de afsluitkleppen (61) en (62) en schakel –...
Elektrische installatie 8 – Elektrische installatie Max. draaimoment aansluitklemmen: 1,2 Nm eBus-leidingen plaatsen Gevaar! Plaats de eBUS-leidingen stervorming van een verde- Levensgevaar door elektrische schok lerdoos naar de afzonderlijke producten. door functieloze aardlekschakelaar! Let er bij de plaatsing op, dat de eBUS-leidingen niet Aardlekschakelaars kunnen in bepaalde ge- parallel aan de netaansluitingsleidingen worden ge- vallen functieloos zijn.
8 Elektrische installatie Schakelkast 8.4.1 Permanente stroomvoorziening voor compressor en regeling aansluiten ▶ Sluit de permanente stroomvoorziening aan op de hoofd- netaansluiting X101. (→ Pagina 38) 8.4.2 Blokkeerbare stroomvoorziening voor de hulpverwarming aansluiten ▶ Sluit de stroomvoorziening op de netaansluiting X102 aan.
Pagina 23
Elektrische installatie 8 La is het sluitcontact. Wanneer het scheidingsrelaiscontact naar de bronpomp is gesloten, dan staat er geen spanning op La. De aansluiting X200 (2) voor de optionele, als toebehoren verkrijgbare temperatuursensoren VR 11 heeft het opschrift RR voor retouraansluitingen en VV voor aanvoeraansluitin- gen.
8 Elektrische installatie Aansluitklemmen 8.7.1 X100/S21 contact energiebedrijf 30 mm max. Een potentiaalvrij maakcontact met een schakelvermogen van 24 V/0,1 A. De functie van dit contact moet in de sys- Om kortsluitingen bij het per ongeluk loskomen van een teemthermostaat worden geconfigureerd, bijv. het blokkeren draad te vermijden, ontmantelt u de buitenste omhulling van de elektrische hulpverwarming als het contact wordt ge- van flexibele leidingen slechts maximaal 30 cm.
Ingebruikname 9 Kies in → Boek met systeemschema's het systeem- Warmtepompsysteem in gebruik nemen schema flexoTHERM / flexoCOMPACT en fotovolta- ïsche interface. Voer de desbetreffende instellingen aan de systeem- thermostaat uit (→ installatiehandleiding systeemther- mostaat). 8.14 Elektrische installatie controleren Voer na afsluiting van de installatie een controle van de elektrische installatie uit door de tot stand gebrachte aansluitingen op vastheid en voldoende elektrische isolatie te controleren.
9 Ingebruikname – Installatieassistent doorlopen extern – 2,0 kW De installatieassistent wordt bij het eerste inschakelen van – 3,5 kW de warmtepomp gestart. – 5,5 kW Menu → Installateurniveau → Configuratie Vermogensniveaus elektrische hulpverwarming 230 V (bij ▶ Bevestig de start van de installatieassistent met aansluiting van drie afzonderlijke fases, zie IT-netwerk, bij- ◁...
Vaillant raadt aan om deze instel- heid warmte gelijk is aan het warmtetekort. Hoe groter de in- ling te behouden.
Pagina 30
10 Aanpassing aan de CV-installatie 10.2.2 Restopvoerhoogte afgiftecircuitpomp 10.2.2.3 Restopvoerhoogte afgiftecircuitpomp VWF 11x/4 bij nominale volumestroom 10.2.2.1 Restopvoerhoogte afgiftecircuitpomp VWF 5x/4 bij nominale volumestroom Warmtebron lucht Restopvoerhoogte in hPa (mbar) Warmtebron bodem Warmtebron lucht Restopvoerhoogte in Pompvermogen in % hPa (mbar) Warmtebron grondwater Warmtebron bodem Pompvermogen in %...
12 Inspectie en onderhoud 11.3 Foutgeheugen opvragen 11.8 Leidingveiligheidsschakelaar van de elektrische hulpverwarming Menu → Installateurniveau → Foutenlijst De interne elektrische hulpverwarming is beveiligd met een Het product beschikt over een foutgeheugen. Daar kunt u leidingveiligheidsschakelaar tegen kortsluiting. Als de lei- de laatste tien opgetreden fouten in chronologische volgorde dingveiligheidsschakelaar geactiveerd is, blijft de elektrische opvragen.
Inspectie en onderhoud 12 12.3 Onderhoudsmeldingen controleren Nr. Werkzaamheden Inspectie Onder- (elk jaar, ten houd Als het symbool op het display weergegeven wordt, dan laatste binnen (om de 2 heeft het product een onderhoudsbeurt nodig of het product 24 maanden) jaar) bevindt zich in de comfortveiligheidsmodus.
Het product is met het koudemiddel R410A gevuld. ▶ Laat het koudemiddel alleen door een gekwalificeerde installateur met koudemiddelcertificaat afvoeren. 15 Serviceteam N.V. Vaillant S.A. Golden Hopestraat 15 B-1620 Drogenbos Tel. 2 3349300 Fax 2 3349319 Kundendienst / Service après-vente / Klanten- dienst 2 3349352...
Bijlage Stroomschema GN/YE GN/YE GN/YE GN/YE BN GY GN/YE Aansluiting boilertemperatuursensor Naar de driewegklep (omschakelklep verwar- ming/boilerlading) X15 interne driewegklep Naar de elektrische hulpverwarming X13 interne brijnpomp Naar de leidingveiligheidsschakelaar van de elektri- X16 interne CV-pomp sche hulpverwarming Stroomvoorziening voor de elektrische hulpverwar- X11 interne vierwegklep ming, voor de compressor 230V-voeding thermostaatprintplaat...
Bijlage Stroomvoorziening 1~/N/PE 230 V (aansluitschema 1 = 1~/N/PE 230V 50Hz 1~/N/PE 230V 50Hz 1~/N/PE 230B 50Гц 1~/N/PE 230B 50Гц Stroomvoorziening interne elektrische extra verwar- X101 Hoofdnetaansluiting compressor ming X102 Netaansluiting interne elektrische extra verwarming permanente stroomvoorziening Deze bedrading komt overeen met de leveringstoestand. In dit geval wordt de warmtepomp gebruikt tegen twee stroomtarieven (twee verbruiksmeters).
Pagina 40
Bijlage Instelniveau Waarden Eenheid Stappengrootte, selec- Fabrieksinstel- Instelling tie, uitleg ling min. max. Omgevingscircuitactuatoren T.14 Omgevings circ. pomp Ver- mogen T.16 Koelklep positie (alleen bij gaat dicht gaat open gaat dicht, staat stil, staat stil passieve koeling!) gaat open T.17 Bronpomp Uit, Aan Koudemiddelcircuitactoren T.32 4WV (alleen bij actieve koe-...
Pagina 41
Bijlage Instelniveau Waarden Eenheid Stappengrootte, selec- Fabrieksinstel- Instelling tie, uitleg ling min. max. −40 ℃ T.123 Temperatuur EEV-VI inlaat −40 ℃ T.124 Temperatuur EEV-VI uitlaat T.127 Hoge druk bar (abs) −40 ℃ T.128 Kondensatie temperatuur T.129 Lage druk bar (abs) −40 ℃...
Bijlage Statuscode Betekenis S.240 Compressorolie te koud, omgeving te koud Meldingen met betrekking tot de elektrische extra verwarming S.350 Verw.el.: STB geopend S.351 Verw.el.: Aanvoertemperatuur te hoog S.352 Verw.el.: Druk te laag S.353 Verw.el: Doorstroming te laag S.354 Verw.el.: Fase-uitval Onderhoudsmeldingen Code Betekenis...
Pagina 46
Bijlage Oplossing Code Betekenis Oorzaak – – F.086 Afgiftesyst. circuit: S20 open Contact S20 aan warmtepomphoofd- Maximale aanvoertemperatuur voor printplaat (HMU) geopend het directe CV circuit via de sys- teemthermostaat aanpassen (let op – Verkeerde instelling van de maxi- bovenste uitschakelgrens van de maalthermostaat verwarmingsapparaten) –...
Pagina 47
Bijlage Oplossing Code Betekenis Oorzaak – – F.705 Fout sensor: Omgevings druk Voeler niet aangesloten of voelerin- Voeler controleren en eventueel ver- gang kortgesloten vangen – Kabelboom vervangen – – F.707 Fout verbinding AI niet herkend Kabel niet of verkeerd aangesloten Verbindingsleiding tussen hoofdprint- plaat en display controleren Display van het bedieningsveld de-...
Pagina 48
Bijlage Oplossing Code Betekenis Oorzaak – – F.723 Afgiftesyst. circuit: Druk te laag Drukverlies in het afgiftecircuit door Afgiftecircuit op ondichtheden contro- lek of luchtkussen leren – – Afgiftecircuitdruksensor defect Water bijvullen, ontluchten – Steekcontact op de printplaat en aan de kabelboom controleren –...
Pagina 49
Bijlage Oplossing Code Betekenis Oorzaak – – F.735 Verdampings temperatuur te hoog Temperatuur in het afgiftecircuit (CV- Inbreng externe warmte verlagen of bedrijf) resp. omgevingscircuit (koel- onderbreken bedrijf) te hoog voor compressorbe- – Ontdooier controleren (verwarmt drijf hoewel Uit in de sensor-/actortest?) –...
Pagina 50
Bijlage Oplossing Code Betekenis Oorzaak – – F.787 Omgevingscircuit: Drukschakelaar Drukverlies in het omgevingscircuit Omgevingscircuit op ondichtheden open door lek of luchtkussen controleren – – Afgiftecircuit-drukschakelaar defect Medium (brijn/water) bijvullen, ont- luchten – Leiding ofwel tussen X110B en X110 – of X110 en X110A van de netaan- Schroefcontact op de printplaat con- sluitingsprintplaat niet aangesloten.
Bijlage Karakteristieke waarden buitentemperatuursensor VRC DCF Temperatuur (°C) Weerstand (ohm) 2167 2067 1976 1862 1745 1619 1494 1387 1246 1128 1020 Testvoorwaarden voor het bepalen van de vermogensgegevens volgens EN 14511 Toepassing voor warmtebronnen grond en grondwater Gebouwcircuit (warmtebenuttingszijde in het CV-bedrijf) Instelling afgiftecircuitpomp: Menu →...
Bijlage VWF 57/4 230 V VWF 87/4 230 V VWF 117/4 230 V Type zekering, karakteristiek C, traag, in overeenstemming met in overeenstemming met in overeenstemming met driepolig schakelend (onderbreken van de de geselecteerde de geselecteerde de geselecteerde drie netaansluitleidingen door schakelen)) aansluitschema's aansluitschema's aansluitschema's...
Bijlage Afgiftecircuit/CV-circuit VWF 57/4 230 V VWF 87/4 230 V VWF 117/4 230 V Waterinhoud van het CV-circuit in de 3,2 l 3,9 l 4,4 l warmtepomp Materiaal van het CV-circuit Cu, CuZn-Alloy, Stainless Cu, CuZn-Alloy, Stainless Cu, CuZn-Alloy, Stainless Steel, EPDM, Brass, Fe Steel, EPDM, Brass, Fe Steel, EPDM, Brass, Fe...
Bijlage VWF 57/4 230 V VWF 87/4 230 V VWF 117/4 230 V Prestatiecoëfficiënt B10/W35 ΔT 5 K / 4,90 4,85 5,62 coefficient of performance EN 14511 CV-vermogen B10/W45 ΔT 5 K 6,30 kW 10,16 kW 14,12 kW Werkelijk opgenomen vermogen B10/W45 1,60 kW 2,51 kW 3,22 kW...
Pagina 58
Bijlage VWF 57/4 230 V VWF 87/4 230 V VWF 117/4 230 V Max. volumestroom bij continu bedrijf 1.025 l/h 1.730 l/h 2.270 l/h aan de gebruiksgrenzen Elektrisch opgenomen vermogen CV- 24 W 37 W 49 W pomp bij W10/W35 ΔT 5K bij 250 mbar extern drukverlies in het CV-circuit Vermogensgegevens De volgende vermogensgegevens gelden voor nieuwe producten met schone warmtewisselaars.
Bijlage Ontwerpstromen = I 1~/N/PE 1~/N/PE 3~/PE 230 V 2~/PE 230 V 230 V 230 V VWF xxx/4 230 V X101 X101 0,0 kW 11,9 11,9 11,9 2,0 kW 11,9 11,9 11,9 3,5 kW 15,2 11,9 15,2 15,2 11,9 11,9 5,5 kW 23,9 11,9...
Pagina 60
Bijlage De ontwerpstroom voor de warmtepomp VWF 5X/4 met een nominaal warmtevermogen van 5 kW bedraagt bij aansluiting volgens aansluitschema 1 in het compressorbedrijf met geactiveerde elektrische hulpverwarming met een vrijgegeven ver- mogen van 5,5 kW op L1 aan 5 23,9 A, met al het aansluitbare toebehoren aan de aansluitingen X12 tot X145 23,9 A. Installatie- en onderhoudshandleiding flexoTHERM exclusive 0020213383_03...