5
Hydraulische installatie
5
Hydraulische installatie
Opgelet!
b
Gevaar voor beschadiging door resten in
verwarmingsaanvoer en -retour!
Resten zoals lasparels, hamerslag, hennep,
stopverf, grof vuil e.d. uit buisleidingen kun-
nen zich in de warmtepomp afzetten en tot
storingen leiden.
> Spoel de CV-installatie voor het aanslui-
ten van de warmtepomp zorgvuldig uit
om mogelijke resten te verwijderen!
Opgelet!
b
Beschadigingsgevaar door ondichtheden!
Mechanische spanningen aan aansluitleidin-
gen kunnen tot ondichtheden en hierdoor
tot schade aan de warmtepomp leiden.
> Vermijd mechanische spanningen aan
aansluitleidingen!
De installatie mag alleen door een vakman uitgevoerd wor-
den!
> Neem bij de buisinstallatie de maat- en aansluittekenin-
gen in acht (¬ afb. 4.1).
> Neem bij de installatie de geldende voorschriften in acht.
> Neem de volgende aanwijzingen voor het vermijden van
geluidsoverdracht in acht:
Plaats de muurklemmen voor de bevestiging van de CV-
circuit- en brijncircuitbuizen niet te dicht bij de warmte-
pomp aan om een te starre koppeling te vermijden.
Gebruik bij bijzonder moeilijke gevallen metalen slangen
(rubberen slangen met wapening).
Het gebruik van gegolfde slangen van edelstaal wordt niet
aangeraden, omdat hierbij door de gegolfde vorm van de
slangen te hoge drukverliezen zouden ontstaan aan de
heetwaterzijde.
Opgelet!
b
Mogelijke functiebeperking door lucht in
de CV-installatie!
Lucht in de CV-installatie leidt tot een func-
tiebelemmering en vermindert het verwar-
mingsvermogen.
> Breng op geschikte plaatsen in de CV-
installatie ontluchtingskleppen aan.
20
5.1
Direct CV-bedrijf installeren
5.1.1
Functiebeschrijving bij direct CV-bedrijf
De vloerverwarmingscircuits worden direct aan de warmte-
pomp aangesloten. De regeling vindt standaard via een
energiebalansregeling (¬ hfdst. 9.4.2) plaats.
5.1.2
Installatievoorschriften
> Installeer hydraulische componenten volgens de plaatse-
lijke vereisten volgens een van de volgende voorbeelden
van een hydraulisch schema.
> Als u het optionele toebehoren wamtepomp-brijnvulsta-
tion voor warmtepompen (¬ afb. 6.4, pos. 56) niet
gebruikt, installeert u de verschillende hydraulische com-
ponenten (¬ afb. 6.6).
> Sluit een maximaalthermostaat aan om de vloerbescher-
mingsfunctie van de warmtepomp te garanderen.
> Sluit de aanvoertemperatuurvoeler VF2 aan om de ener-
gie-integraalfunctie te garanderen.
> Stel bij de ingebruikneming in de thermostaat hydrau-
lisch schema 5 in.
> Zorg ervoor dat een minimale omloopwaterhoeveelheid
(minstens 30 % van de nominale volumestroom) gega-
randeerd is.
i
Als u tussen warmtepomp en CV-installatie een
open verdeler geïnstalleerd hebt, moet de tem-
peratuurvoeler VF2 in de aanvoer van de open
verdeler naar de CV-installatie aangebracht wor-
den.
Let op: Principeweergave!
Deze voorbeelden van een hydraulisch schema bevatten
niet alle voor een deskundige montage vereiste afsluit- en
veiligheidselementen.
> Neem de betreffende normen en richtlijnen in acht!
Installatiehandleiding geoTHERM plus 0020132510_01