5.1
5
5.2
6
5.3
7
X
5.4
8
X
8.1 Hydraulisch schema-nr. kiezen
8.1.2
Elektrisch schema kiezen
> Draai aan de instelknop
van het elektrische schema wijst.
> Druk op de instelknop
kere achtergrond en wordt geactiveerd.
> Draai aan de instelknop
ziening passende elektrische schema "1", "2" of "3" gese-
lecteerd hebt (¬ hfdst. 7.3):
1
= Ongeblokkeerde netvoeding
2
= Gescheiden voeding warmtepomptarief
3
= Gescheiden voeding speciaal tarief
> Druk op de instelknop
8.1.3
Instellingen overnemen
> Draai aan de instelknop
menu-optie "Accepteren" op NEE staat.
> Druk op de instelknop
kere achtergrond en wordt geactiveerd.
> Draai aan de instelknop
> Druk op de instelknop
> Doorloop alle andere menu's van de installatieassistent
tot op het einde en voer alle nodige instellingen uit.
Installatiehandleiding geoTHERM plus 0020132510_01
X
AF, VF2
X
X
AF, SP, VF2
X
AF, VF1, VF2, RF1
X
X
AF, SP, VF1, VF2, RF1
tot de cursor > op het nummer
. De parameter krijgt een don-
tot u het bij uw stroomvoor-
om de selectie te bevestigen.
tot de cursor > rechts van de
. De parameter krijgt een don-
tot JA verschijnt.
om de selectie te bevestigen.
Installatieassistent Einde
Installatie gereed?
>Waarden instelbaar
8.4 Menu: Installatie beëindigen
> Zet "Installatie gereed?" pas op "JA" als u zeker bent
dat alles juist ingesteld is.
Als u met "JA" bevestigd hebt, start automatisch een
interne testroutine, waarbij de warmtepomp zichzelf en
aangesloten componenten op goede werking controleert.
Hierbij wordt de sensorbezetting gecontroleerd, de fase-
volgorde van de 400 V voedingsspanning (draaiveld) gecon-
troleerd en de werking van de gebruikte sensoren gecontro-
leerd.
Als de interne testroutine niet succesvol was, verschijnt op
het display van de thermostaat een foutmelding (¬ hfdst. 11).
De thermostaat controleert automatisch de juiste fasevolg-
orde.
> Verwissel bij een foutmelding twee fasen.
Was de interne testroutine succesvol, dan wisselt de ther-
mostaat naar de basisweergave. De warmtepomp begint
met zelfstandige regeling.
8.1.4
Brijncircuit controleren en ontluchten
De ontluchting van het brijncircuit moet over de vastge-
legde periode van 24 uur lopen.
> Verkort deze periode niet door de procedure af te bre-
ken, omdat hierdoor lucht in het brijncircuit blijft en u de
handeling moet herhalen.
Gereedschap
Ontluchting Bron
8.5 Menu A7: Ontluchting Bron starten
> Kies in het menu A7 (¬ hfdst. 9.7.4) de optie "Ontluch-
ting Bron" en kiest "AAN".
Ingebruikstelling
>NEE
A7
UIT
8
61