7.6
Absoluut noodzakelijk toebehoren
installeren
Hydraulisch schema 5 en 6
Voor hydraulisch schema 5 en 6 moet als dwingend nood-
zakelijk, niet bijgeleverd toebehoren bijkomend aangesloten
worden:
– Een maximaalthermostaat
> Monteer een maximaalthermostaat (¬ afb. 5.1 en 5.2,
pos. 19).
> Sluit de maximaalthermostaat aan klem L3 aan
(¬ afb. 7.7, pos. 2).
Hydraulisch schema 7 en 8
Voor hydraulisch schema 7 en 8 moet als dwingend noodza-
kelijk, niet bijgeleverd toebehoren bijkomend aangesloten
worden:
– Omschakelventielen voor alle CV-circuits die van de koe-
ling uitgesloten moeten worden.
– Een externe (tweede) CV-pomp
– Een maximaalthermostaat
> Monteer telkens een afsluitventiel voor elk CV-circuit dat
van de koeling uitgesloten moet worden.
> Sluit alle afsluitventielen op klem SK2-P aan (¬ afb. 7.10,
pos. 4).
> Monteer een externe cv-pomp in het buffercircuit.
> Sluit de externe CV-pomp aan klem HK2-P aan
(¬ afb. 7.10, pos. 5).
> Monteer een maximaalthermostaat (¬ afb. 5.3 en 5.4,
pos. 19).
> Sluit de maximaalthermostaat aan, zoals in het hydrau-
lische schema (¬ afb. 5.3) aangegeven.
Zie ook voorbeelden hydraulisch schema (¬ afb. 5.1 tot 5.4.).
7.7
Optioneel toebehoren installeren
Gevaar!
e
Gevaar voor elektrische schok!
> Schakel de stroomvoorziening uit voor u
bijkomende toestellen via de eBUS aan
een printplaat aansluit.
> Controleer de spanningvrijheid.
Het volgende optionele toebehoren kunt u aansluiten:
– Tot zes mengmodules VR 60 voor de uitbreiding van de
CV-installatie om twaalf CV-circuits (af fabriek als men-
gercircuits vooringesteld).
– Tot zes afstandsbedieningstoestellen VR 90 voor de
regeling van de eerste zes CV-circuits.
– vrnetDIALOG 840/2 resp. 860/2
– Aansluiting telkens aan eBUS-klem (¬ afb. 7.10, pos. 11),
parallel geschakeld.
Installatiehandleiding geoTHERM plus 0020132510_01
Elektrische installatie
7.7.1
VR 90 installeren
Als u meerdere CV-circuits installeert, kunt u voor de eerste
zes telkens een eigen afstandsbedieningstoestel VR 90 aan-
sluiten. Het maakt de instelling van de modus en de
gewenste kamertemperatuur mogelijk en houdt eventueel
rekening met de kamertemperatuur met behulp van de
ingebouwde kamertemperatuurvoeler. Hiervoor moet in de
regelaar van de warmtepomp (¬ tab. 9.6, menu C5) of in
de VR 90 "Binnencompensatie" ingesteld worden.
U kunt telkens de parameters voor het bijbehorende CV-cir-
cuit (tijdprogramma, stooklijn etc.) instellen en bijzondere
functies (party etc.) selecteren.
Daarnaast kunnen gegevens over het CV-circuit worden
opgevraagd en kunnen onderhouds- of storingsmeldingen
worden weergegeven.
Voor de montage van het afstandsbedieningstoestel VR 90
zie de bijgeleverde ¬ montagehandleiding.
De afstandsbedieningen VR 90 communiceren via de eBus
met de CV-thermostaat. U kunt deze op een willekeurige
interface in het systeem aansluiten. U moet er alleen voor
zorgen dat de businterfaces verbonden zijn met de thermo-
staat van de warmtepomp.
7.13 Afstandsbedieningen installeren
Het Vaillant-systeem is zo opgebouwd, dat u de eBUS van
component naar component kunt leiden. Het verwisselen
van de kabels leidt hierbij niet tot hinder in de communica-
tie.
Alle aansluitstekkers zijn zo ontworpen dat ze minstens 2 x
2
0,75 mm
per aansluitklem kunt bedraden.
Als eBUS-kabel wordt daarom het gebruik van kabels met
een doorsnede van 2 x 0,75 mm
eBUS
2
aanbevolen.
7
53