Opties
Algemeen
De hierna vermelde opties zijn voor alle varianten van de stroombronnen leverbaar.
Automaat-inter-
De automaat-interface dient ter verbinding van de stroombron met de automaat-bestu-
face
ring. Volgende signalen kunnen via de automaat-interface worden overgebracht:
Signaalingang: Lasstart / lassen end
-
-
-
Signaaluitgang: stroomvloedsignaal
-
OPMERKING!
De automaat interface stelt een functiescheiding voor het lasstroomcircuit met
maximaal 500 V gelijkstroom ter beschikking.
Voor een veilige functiescheiding voor het lasstroomcircuit relais met een isolatiespan-
ning van meer dan 1500 V gelijkstroom gebruiken.
Technische gegevens signaalingang lasstart / lassen end
U
maxAC
I
max
Technische gegevens signaaluitgang stroomvloed signaal
U
max
I
max
Gas-testtoets
De gas-testtoets dient voor het instellen van de doorstroming van het beschermgas. Bij
bediening van de gas-testtoets wordt de doorstroming van het beschermgas geacti-
veerd. Bij het opnieuw bedienen of na 30 seconden wordt de doorstroming van het
beschermgas weer gedeactiveerd. De draadtoevoer blijft inactief.
Aansluiting CO2
Op de aansluiting CO2 gasvoorverwarmer kunnen externe gasvoorverwarmers voor gas-
gasvoorverwar-
drukreduceerders worden aangesloten. De gasvoorverwarmers worden met 36 V
mer
gevoed.
OPMERKING!
Gasvoorverwarmers worden alleen tijdens het lassen van spanning voorzien.
Signaalingang voor een potentiaalvrij contact (toets, relais, ...) tussen pin X1:1 en
pin X1:2
de signaalingang van de automaatbesturing wordt door de stroombron als een sig-
naalingang van een lasbrander verwerkt - op correcte instelling van het soort functie
letten (2-takt of 4-takt).
Voor optimale signaaloverdracht vergoulden contacten toepassen
Potentiaalvrij contact tussen pin X 1:3 en pin X 1:4
5 V
4 mA
24 V
20 mA
23