U kunt dit effect compenseren en de originele vorm van uw afbeelding herstellen: selecteer een correctiewaarde
van -6 tot +6 in de RIP of in de substraatbibliotheek. Raadpleeg uw RIP-documentatie om de correctie in uw RIP
toe te passen.
De gekozen waarde is de verticale afstand in millimeters van de verplaatsing van het midden van het substraat
ten opzichte van de randen links en rechts. Wanneer de vervorming plaatsvindt in het midden van het substraat
in de richting van de substraatdoorvoer, is de correctiewaarde negatief; vindt de vervorming plaats in de andere
richting, dan is de correctiewaarde positief. In de praktijk is de vereiste correctiewaarde meestal negatief.
TIP:
U kunt gebruikmaken van de diagnostische afbeelding op http://IPaddress/hp/device/webAccess/
diagnostic/StraightnessOptimizationPlot.pdf (waarbij IPaddress het IP-adres van de printer is) voor hulp bij het
bepalen van de correctiewaarde die u moet toepassen.
De automatische snijder werkt niet
Er zijn bepaalde omstandigheden waarin de automatische snijder niet zal functioneren.
In de volgende gevallen wordt de automatische snijder uitgeschakeld:
Wanneer deze handmatig is uitgeschakeld via de RIP of het bedieningspaneel. Om de snijder via het
●
bedieningspaneel uit te schakelen, tikt u op
Horizontal cutter (Horizontale snijder).
Wanneer de opwikkelspoel is ingeschakeld.
●
Het substraat loopt vast op de opwikkelspoel
Wanneer het substraat zwaar beschadigd is op de opwikkelspoel, moet u niet de snijder van de printer gebruiken
om het substraat te snijden en te verwijderen. In plaats daarvan snijdt u het substraat handmatig zo dicht
mogelijk bij de uithardingsuitvoer af en daarna verwijdert u de rol.
Wanneer het probleem zich blijft voordoen na het verwijderen van het vastgelopen substraat, verwijdert u de
opvangspoel vanuit het bedieningspaneel en plaatst u deze opnieuw.
, daarna op Output options (Uitvoeropties) > Cutter (Snijder) >
De automatische snijder werkt niet
137