Om de substraatdoorvoerkalibratie tijdens het afdrukken te wijzigen (in geval van streepvorming): tik op
●
Adjustments (Aanpassingen) > Adjust substrate advance (Substraatdoorvoer aanpassen). De wijzigingen
die u aanbrengt, hebben direct effect, maar worden niet opgeslagen voor de volgende taak. Zie ook
Substraatdoorvoer tijdens het afdrukken aanpassen op pagina
Om de wijzigingen van de substraatdoorvoer permanent te maken, gebruikt u de RIP of het
bedieningspaneel om de substraatvoorinstelling te wijzigen.
Temperatuurprofiel
Veel van de geavanceerde substraatinstellingen hebben betrekking op temperatuurbeheersing, aangezien dit
een cruciaal gebied is voor goede afdrukresultaten met latexinkt op een breed scala aan substraten.
OPMERKING:
bedieningspaneel voor de werkelijke temperatuurcontrole.
OPMERKING:
printer werkt bv. in Celsius en maakt de omzetting.
Het aantal doorgangen selecteren
Door het aantal doorgangen te vergroten wordt de afdrukkwaliteit over het algemeen beter maar de
afdruksnelheid lager.
Toelichting bij afdrukmodi
8p6c-110 betekent bijvoorbeeld:
8 doorgangen
●
6 kleuren
●
Inktdichtheid 110%
●
OPMERKING:
Er is een vertraging tussen het maken van een wijzigingen en het zien van de resultaten. Zie het
Als u Engelse meeteenheden geselecteerd hebt, dan merkt u wellicht enkele afwijkingen op; de
De volgende tabel geeft de normale inktlimiet weer, tenzij anders aangegeven.
146.
Temperatuurprofiel
111