In algemene zin kunt u de volgende krimppercentages verwachten:
Banners: minder dan 0,3%
●
Zelfhechtend vinyl: minder dan 0,2%
●
Papier: uitzetting minder dan 0,3%
●
Problemen met de randen kunnen worden opgelost door een voorbeeld af te drukken en de afmetingen van
de afbeelding in de RIP te wijzigen. Deze waarde kunt u daarna gebruiken voor alle toekomstige afdrukken met
hetzelfde substraat, al moet u wel extra voorzichtig zijn bij het gebruik van banners, aangezien deze tot 1%
kunnen krimpen, afhankelijk van de hoeveelheid inkt die wordt gebruikt in de afdruk.
Tussen verschillende afdrukken moet u rekening houden met de volgende afwijkingen:
Banners (6 doorgangen): ±1 mm/m
●
Zelfhechtende vinyls ±0,5 mm/m
●
Behangpapier:
●
±0,5 mm/m met stabilisatieplot van de eerste meter
–
±1 mm/m zonder stabilisatieplot van eerste meter
–
Om problemen met het afdrukken van een afbeelding op meerdere afdrukken te verhelpen en de
herhaalbaarheid van de afgedrukte afmetingen te verbeteren, raadt HP u aan de substraatdoorvoersensor in
de voorinstellingen van de RIP in te schakelen, aangezien dit de stabiliteit van de afdrukken op de lange duur
verbetert. Zie
De opwikkelspoel laden voor tegeltoepassingen op pagina
HP raadt u ook aan gebieden met gelijke hoeveelheden inkt vlak na elkaar af te drukken. Wanneer dit niet
mogelijk is, drukt u de gebieden met verschillende soorten inkt als afzonderlijke taken af en wijzigt u de lengte
van de taak met minder inkt in de RIP om ervoor te zorgen dat de afmetingen overeenkomen met de taak met
een hoog inktgehalte.
De werkkracht van de opwikkelspoel kan worden gewijzigd in de substraatinstellingen.
Voor vinylsubstraten raadt HP aan de spanningsmodus van de Take-up reel tension mode (Spanningsmodus van
opwikkelspoel) in te stellen op Only apply tension after advancing (Alleen spanning toepassen na doorvoeren),
terwijl Do not apply tension (Geen spanning toepassen) voor papiersubstraten moet worden gebruikt.
94.
Substraat is gekrompen of uitgezet
135