4
Stel de naam van het bestand naar wens in,
en druk vervolgens op de knop [ENTER].
Voor informatie over het instellen van een naam
raadpleegt u Tekst invoeren (pagina 20) in
het gedeelte Basishandelingen en inhoud van
de display.
Het volgende bevestigingsbericht wordt
weergegeven voordat gegevens worden opgeslagen.
Are you
Druk op de knop [-1/NO] als u niet door wilt gaan.
U kunt ook teruggaan naar het scherm Performance
door meerdere keren op de knop [EXIT] te drukken.
5
Druk op de knop [+1/YES].
De gegevens worden opgeslagen. Als u het opslaan
wilt annuleren, drukt u op de knop [EXIT] terwijl het
bericht "Now saving..." wordt weergegeven.
6
Druk meerdere keren op de knop [EXIT]
om het File-gebied te verlaten.
Een bestand laden van een
USB-flashgeheugenapparaat
Zoals hieronder wordt beschreven, kunt u met de
functie Load een bestand van het aangesloten
USB-flashgeheugenapparaat in het instrument lezen.
OPMERKING
De functie Load kan alleen worden gebruikt
met bestanden van het type All (die de
bestandsextensie .C7A (CP4 STAGE) of .C8A
(CP40 STAGE) hebben. Als u een audiobestand
(.WAV) wilt lezen, raadpleegt u de beschrijving van
het scherm Audio Playback (pagina 36).
1
Sluit het USB-flashgeheugenapparaat aan
op de [TO DEVICE] USB-aansluiting op
het achterpaneel.
2
Druk op de knop [FILE].
Het menu File wordt weergegeven.
FILE
D01:Save
40
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
sure?
[NO]
/[YES]
3
Gebruik de knoppen [u] en [d] om 02: Load
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ENTER].
Als de hoofdmap van het USB-
flashgeheugenapparaat een bestand van het type
All bevat, wordt dit weergegeven op het scherm.
OPMERKING
Als de hoofdmap* van het USB-
flashgeheugenapparaat geen bestand van
het type All bevat, wordt op het instrument
het bericht "File not found" weergegeven
in plaats van het scherm Load.
(*: De map die aanvankelijk wordt
weergegeven als u het USB-
flashgeheugenapparaat opent op
een computer of iets dergelijks.)
FILE
Load
4
Controleer of de cursor (R) bij de parameter
File staat, selecteer met de draaiknop Data
het bestand dat u wilt laden, en druk op
de knop [ENTER].
FILE
Load
5
Selecteer met de draaiknop Data welke
gegevens uit het geselecteerde bestand
in het instrument moeten worden geladen
(het laadtype), en druk vervolgens op
de knop [ENTER].
U kunt ervoor kiezen om alle gegevens te laden
("All"), om alle gegevens te laden met uitzondering
van Utility-instellingen ("All without Sys"), of om een
specifieke performance te laden ("Performance").
"Performance" geselecteerd als laadtype:
Er wordt een scherm weergegeven waarin u de
performance kunt selecteren die u wilt laden.
FILE
Load
"All" of "All without Sys" geselecteerd
als laadtype:
Het volgende bevestigingsbericht wordt
weergegeven voordat gegevens worden geladen.
Are you
[NO]
/[YES]
6
Als u in Stap 5 "Performance" hebt
geselecteerd als laadtype, selecteert
u de performance die u wilt laden met
de draaiknop Data en drukt u vervolgens
op de knop [ENTER].
Als u "All" of "All without Sys" hebt geselecteerd,
gaat u verder bij Stap 8.
Er wordt een scherm weergegeven waarin u een
bestemming kunt selecteren voor de performance
die u wilt laden.
FILE
Load
Type
File
All RSTAGE̲01
Bestandsnaam
Type
File
All RSTAGE̲03
Laadtype
Src Performance
R001(A0l)CFX Grand
sure?
Dst Performance
R004(A04)S6+Pad 1