Namen en functies van componenten
Bedieningspaneel
(De afbeelding toont de CP4 STAGE.)
1
A-1 B-1 C0 D0 E0
Pitchbendwiel (pagina 28)
1
Gebruik deze regelaar om de toonhoogte van gespeelde
noten continu en variabel te regelen.
Modulatiewiel (pagina 28)
2
Gebruik deze regelaar om vibrato en andere effecten in
verschillende mate toe te voegen aan gespeelde noten.
Draaiknop [MASTER VOLUME] (pagina 18)
3
Draai aan deze draaiknop om het totaalvolume van
de stage piano aan te passen.
Partknoppen (pagina 23)
4
Met de volgende partknoppen worden verschillende
parts bestuurd:
De knop [MAIN]
Druk op de toets om de solofunctie in te schakelen en alle
parts behalve de MAIN-part uit te schakelen.
De knop [LAYER]
De knop [SPLIT]
Op de CP4 STAGE kunt u met de knoppen [LAYER]
en [SPLIT] de overeenkomstige parts in- en uitschakelen.
Op de CP40 STAGE wordt met allebei deze knoppen de
SPLIT/LAYER-part in- en uitgeschakeld. Op zowel de
CP4 STAGE als de CP40 STAGE is de MAIN-part altijd
ingeschakeld. Deze kan niet worden uitgeschakeld.
Knop [PART SELECT] (pagina 23)
5
Gebruik deze knop om de momenteel geselecteerde part
te wijzigen.
Partschuifregelaars (pagina 28)
6
Gebruik deze schuifregelaars om drie parameters
(Volume, Chorus en Reverb) voor elk van de drie
parts aan te passen.
Knop [SLIDER FUNCTION] (pagina 28)
7
Gebruik deze knop om de parameter te wijzigen die
momenteel is toegewezen aan de partschuifregelaars (
Elke keer dat u op deze knop drukt, verandert de
12
Gebruikershandleiding CP4 STAGE/CP40 STAGE
4
2
3
6
F0 G0 A0 B0 C1 D1 E1
9
#
5
8
)
$
7
@
!
^ &
F1 G1 A1 B1 C2 D2 E2
F2 G2 A2 B2 C3 D3 E3
parameter en gaan de indicatorknopjes links van de knop
aan en uit om de huidige toewijzing aan te geven.
Knop [METRONOME] (pagina 27)
8
Gebruik deze knop om de metronoom in en uit
te schakelen.
AUDIO PLAY/REC-knoppen (pagina 35 en 36)
9
Gebruik deze knoppen om het afspelen en opnemen
van audiobestanden te besturen.
Knop [J] (Stop)
Deze knop wordt gebruikt om het afspelen en opnemen
van een audiobestand te stoppen.
Knop [R] (Play)
Deze knop wordt gebruikt om het afspelen en opnemen
van een audiobestand te starten. Het indicatorlampje
boven de knop brandt tijdens het afspelen en opnemen.
Knop [I] (Record)
Deze knop wordt gebruikt om het scherm voor het
opnemen van een audiobestand te openen. Het
indicatorlampje boven de knop brandt tijdens het
opnemen.
[CHORUS] en [REVERB] SYSTEM EFFECT-
)
knoppen (pagina 34)
Gebruik deze knoppen om de belangrijkste chorus-
en reverbeffecten van het instrument in en uit te
schakelen.
!
[A] en [B] PART EFFECT-knoppen (pagina 34)
Gebruik deze knoppen om invoegeffect A en invoegeffect
B in en uit te schakelen.
Knop [MASTER COMP] (pagina 42)
@
Gebruik deze knop om de mastercompressor van het
instrument in en uit te schakelen.
6
).
*
%
F3 G3 A3 B3