Pagina 3
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie] Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen. (weee_eu) Gebruikershandleiding CP5/CP50...
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te gebruiken • Sluit de CP5 altijd aan met de geaarde stekker op een geaard stopcontact. stopcontact gemakkelijk bereikbaar is. Als er een storing optreedt of...
Pagina 5
USB-flashgeheugenapparaat, een computer, of iets dergelijks. Houd er rekening mee dat data opgeslagen in het gebruikersgeheugen ook verloren kan gaan als de CP5 of CP50 beschadigd raakt of verkeerd gebruikt wordt. Daarom is het verstandig om een kopie van belangrijke data te maken op een extern geheugenapparaat.
MIDI-gerelateerde naslaginformatie. Gebruik van de handleidingen in PDF De Naslaggids en de Datalijst worden met de CP5 of CP50 meegeleverd in de vorm van PDF-documenten. U heeft daarom een ®...
Een toetsenbord met 88 aanslaggevoelige toetsen die zeer echt aanvoelen De bovenkant van de toetsen is van synthetisch ivoor, en de 88 toetsen van de CP5 reproduceren moeiteloos het gevoel van akoestische en klassieke elektrische piano's. Het ontwerp met aanslaggevoelige toetsen met hameraanslag van de 88 toetsen op de CP50 is bijna niet te onderscheiden van een echte piano.
[MIC INPUT]-aansluiting van aan en uitgezet met de corresponderende partijknop. De de CP5. Dit type aanpassing kan nodig zijn, want microfoons knop voor het geselecteerde blok knippert op één of twee hebben verschillende uitgangssignalen over een breed verschillende manieren om aan te duiden of het blok al dan volumebereik.
Pagina 11
Gebruik deze knoppen om achtergrondtracks op te nemen Pre-Amplifierblok, het Modulation Effectblok of het Power- en af te spelen. Amplifier-/Compressorblok (alleen CP5) voor de [LL] (Rewind)-knop geselecteerde partij, of het Reverbblok. Het lampje links bovenaan iedere knop gaat branden wanneer het Wanneer u een vooraf ingesteld drumpatroon of een corresponderende blok wordt geselecteerd.
Pagina 12
K [MASTER EQUALIZER]-knoppen (pagina 30) scherm Demo Song te openen. Met deze knoppen kunt u de toon van alle uitgangsgeluid van de CP5 of CP50 aanpassen. De CP5 heeft vijf knoppen E [FILE]-knop (pagina 52) om de versterking (gain) bij individuele frequenties aan te Druk op deze knop om het scherm File op te roepen.
De XLR-aansluiting wordt daarom 4 [USB TO HOST]-poort (pagina 46) vaak gebruikt in professionele omgevingen waarvoor een Gebruik deze poort om de CP5 of CP50 aan te sluiten op hoog niveau van betrouwbaarheid nodig is. Het nominale een computer met een USB-kabel.
Let op Controleer of de CP5 is ingesteld op het voltage van het land of de regio waar hij wordt gebruikt. Het netsnoer is uitgerust met een aardingspen ter voorkoming van elektrische schokken en beschadiging van het toestel. Wanneer u het toestel aansluit op een stopcontact, verbindt u de aardingsdraad van de adapter met de aardingsschroef.
Audioapparatuur aansluiten De CP5 of CP50 is niet uitgerust met ingebouwde luidsprekers. Om te kunnen horen wat u speelt, moet u een stereosysteem of een versterker en luidsprekers aansluiten. U kunt ook een hoofdtelefoon aansluiten op de hoofdtelefoonaansluiting om het geluid rechtstreeks te beluisteren.
De [SUSTAIN]-voetschakelaaraansluiting kan ook worden gebruikt om een optionele FC4- of FC5-voetschakelaar aan te sluiten. De stagepiano inschakelen Nadat u alle vereisten aansluitingen hebt gemaakt, zoals hierboven beschreven met de CP5 of CP50 uitgeschakeld of in standbymodus (N), schakel het [MASTER VOLUME] dan volledig uit met de draaiknop aan de linkerkant van het bedieningspaneel, en ook het volume van eventueel aangesloten versterkers of luidsprekers met eigen voeding.
Wanneer u aanpassingen maakt met de draaiknop [MASTER VOLUME], regelt u tegelijkertijd het geluidsniveau dat uitgevoerd wordt via de hoofdtelefoonaansluiting, de ongebalanceerde [L/MONO]- en [R]-uitgangsaansluitingen en bij de CP5 ook de gebalanceerde [L]- en [R]-uitgangsaansluitingen. Houd hier zeker rekening mee wanneer u luistert via een hoofdtelefoon en ook toetsenbordversterkers of luidsprekers met eigen vermogen zijn aangesloten, omdat deze enorm luid kunnen worden.
Demonstratiesongs afspelen Uw CP5 of CP50 is voorzien van een aantal speciaal gemaakte demonstratiesongs. Volg de stappen hieronder om deze songs af te spelen. Er wordt een groot aantal van de geluiden gebruikt die de stagepiano in huis heeft. Houd de knop [UTILITY] ingedrukt en druk op de knop [FILE] (of andersom) om het scherm Demo Song te openen.
Van pagina veranderen Basisbediening In dit gedeelte vindt u een beschrijving van de basismethoden gebruikt om de CP5 of CP50 te bedienen en de informatie die op het scherm wordt weergegeven. Van pagina veranderen De meeste parameterinstelschermen van de stagepiano bevatten meerdere pagina's. Om door deze schermen te bladeren drukt u op de knop [L PAGE] of [PAGE R], om een pagina per keer in de betreffende richting te bladeren, of u drukt op de letter- of cijferknop van de pagina die u wilt openen ([1] t/m [10], [A] t/m [D]).
Namen instellen U kunt vrij een naam toewijzen aan elke performance die u aanmaakt of wijzigt op de CP5 of CP50. Bovendien kunt u ook namen aangeven voor files van de stagepiano, die zijn opgeslagen op een USB-flashgeheugenapparaat. Met de knop die is toegewezen aan de parameter Cursor op de desbetreffende pagina kunt u de cursor binnen het naamveld verplaatsen.
Aanduiding Edit Aanduiding Edit Wanneer u parameters wijzigt op de CP5 of CP50 wijzigt, verschijnt de aanduiding Edit (bewerken) ( ) linksboven op de display om u eraan te herinneren dat u de parameter moet opslaan. Niet-opgeslagen wijzigingen gaan verloren wanneer u de stagepiano uitschakelt of een nieuwe performance selecteert.
Een performance selecteren Om een performance af te spelen met de CP5 of CP50 selecteert u er een op het performance-scherm en bespeelt u het toetsenbord. Bij wijze van demonstratie doorlopen we nu stap voor stap de procedure om een performance te selecteren uit het vooraf ingestelde performancegeheugen.
Gebruik van extern performancegeheugen in het PDF-document Naslaggids. Als het scherm Performance wordt weergegeven kunt u met de knop [EXT] de gewenste geheugenbank met externe performances selecteren. Daarna is het selectieproces hetzelfde als hierboven in stap drie en daaropvolgend van het onderdeel Een performance selecteren. Gebruikershandleiding CP5/CP50...
Pagina 25
Meer informatie over het gebruik van een USB-flashgeheugenapparaat vindt u in de meegeleverde gebruikershandleiding. Ondersteunde USB-geheugenapparaten Alleen USB-geheugenapparaten geschikt voor flashgeheugens kunnen worden gebruikt met de CP5 of CP50. Bovendien ondersteunt dit instrument niet noodzakelijkerwijs alle in de handel verkrijgbare USB-flashgeheugenapparaten. Yamaha kan niet de garantie geven dat de stagepiano normaal werkt met alle verkrijgbare apparaten.
Iedere performance heeft een aantal linker- en rechterpartijen, namelijk de partijen LEFT1, LEFT2, RIGHT1 en RIGHT2 op de CP5 en de partijen LEFT en RIGHT op de CP50. Er is ook een partij TRACK en alleen op de CP5 een partij MIC INPUT.
Meer specifiek kunnen parameters van elk blok Pre-Amplifier, Modulation Effect en Power-Amplifier/Compressor (alleen CP5) en van het blok Reverb vrij worden toegewezen aan deze knoppen. Bovendien kunnen voor elke performance verschillende toewijzingen worden uitgevoerd. Op het scherm performance kunnen aanduidingen worden weergegeven links van de toegewezen parameters, om u te laten weten welke partijen ermee corresponderen.
Pagina 28
U kunt ook rechtstreeks een blok selecteren op het parameterinstelscherm. Daarvoor houdt u de knop [STORE/ASSIGN] minstens een seconde ingedrukt en gaat u verder vanaf stap 5 hieronder. Druk op de knop [PRE-AMP], [MOD-FX], [PWR-AMP] (alleen CP5) of [REVERB]. Nadat u een blok hebt geselecteerd, wordt u gevraagd welke van zijn parameters moet worden toegewezen.
Pedalen gebruiken Om te zien hoe pedalen werken, sluit u het FC3-voetpedaal bij de CP5 of CP50 aan op de voetschakelaaraansluiting [SUSTAIN] op het achterpaneel (pagina 16), en drukt u hem in tijdens het spelen. Zoals hieronder beschreven, hangt de manier waarop een pedaal werkt af van de gemaakte aansluiting.
Ze hebben daarom effect op de gehele stagepiano, en kunnen worden aangepast voor een perfecte harmonie met de speelomgeving. Om te zien hoe deze blokken het geluid van de CP5 of CP50 beïnvloeden, gebruikt u de knoppen [MASTER COMPRESSOR] en [MASTER EQUALIZER] aan de rechterkant van het bedieningspaneel, zoals hieronder beschreven.
Andere stemmen uit de categorie PIANO en E.PIANO Alle pre-amplifierfuncties blijven ingeschakeld. Als u wilt horen hoe de verschillende blokken het geluid bepalen, schakelt u ze in en uit terwijl u op de CP5 of CP50 speelt, zoals hierboven beschreven.
Dit wordt hieronder weergegeven. De knoppen in kwestie zijn de partijknoppen*, en de knoppen [PRE-AMP], [MOD-FX], [PWR-AMP] (alleen CP5), [REVERB] en [MASTER COMPRESSOR]. (*: [LEFT1], [LEFT2], [RIGHT1], [RIGHT2], [TRACK] en [MIC INPUT] op de CP5; [LEFT], [RIGHT] en [TRACK] op de CP50.) • Brandt niet: De partij of het blok is uitgeschakeld.
Common Settings-gedeelte en het blok Reverb. Ten slotte worden de Master Compressor en Master Equalizer ingesteld om het geluid van de CP5 of CP50 aan te passen aan de speelomgeving. OPMERKING Voor meer informatie over de individuele blokken waaruit performances bestaan, zie het PDF-document Naslaggids.
Pagina 34
Het blok Pre-Amplifier kan alleen worden bewerkt als er een voice uit de categorie PIANO of E.PIANO is toegewezen aan de huidige partij, en het blok Power-Amplifier/Compressor is alleen beschikbaar op de CP5. Het overeenkomstige parameterinstelscherm wordt weergegeven.
Pagina 35
De huidig geselecteerde partij wordt aangegeven door het brandende lampje recht onder een van de partijvolumeknoppen (d.w.z. [LEFT1], [LEFT2], [RIGHT1] of [RIGHT2] op de CP5; [LEFT] of [RIGHT] op de CP50.) Als gevolg daarvan wordt de pagina met parameterinstellingen weergegeven.
Pagina 36
Druk op de knop [STORE] om uw performance op te slaan. De instellingen van de blokken Voice, Pre-Amplifier, Modulation Effect en Power-Amplifier/Compressor (alleen CP5) worden opgeslagen in de vorm van een performance samen met de instellingen voor partijen, voor de Common Settings en van het blok Reverb.
Spelen met een achtergrondtrack Spelen met een achtergrondtrack De CP5 of CP50 kan een achtergrondtrack spelen terwijl u speelt. Er zijn drie verschillende typen achtergrondtrack beschikbaar: vooraf ingestelde drumpatronen, gebruikerssongs en wavefiles. Voor iedere performance kan een andere achtergrondtrack worden geselecteerd. Hoe deze tracks kunnen worden gebruikt, staat hieronder beschreven. Voor meer informatie over achtergrondtracks zelf, zie de paragraaf Songinstellingen van het gedeelte Intern ontwerp van de CP5 en CP50 van het PDF-document Naslaggids.
Pagina 38
LET OP Als u een wavefile hebt geselecteerd dat niet is opgenomen met de CP5 of CP50, voeg dan niet } en { toe op de 7e en 8e posities van de filenaam. Doet u dit toch, dan kan het afspeelvolume zeer hoog worden (het uitgangsniveau wordt namelijk automatisch verhoogd als deze symbolen op die positie voorkomen).
Pagina 39
LET OP Wavefiles die met andere instrumenten dat de CP5 of CP50 gemaakt zijn, kunnen erg luid zijn. Als u een dergelijke file selecteert als achtergrondtrack en het volume van tevoren niet lager zet, wordt deze mogelijk op een zeer hoog volume afgespeeld. Daarom is het belangrijk dat u het volume van de TRACK-partij altijd volledig op 0 zet voordat u een nieuw geselecteerde wavefile gaat afspelen.
Gebruik van de microfoon bij het spelen (alleen CP5) De CP5 is uitgerust met een [MIC INPUT]-aansluiting om direct een microfoon aan te sluiten. Dit is ideaal voor tegelijkertijd zingen en spelen. De signalen die via deze aansluiting binnenkomen kunnen ook bewerkt worden met de ingebouwde effecten van de CP5.
Uw spel opnemen Uw spel opnemen Met de opnamefunctionaliteit van de CP5 of CP50 kunt u performances opnemen als MIDI-data voor interne opslag, als gebruikerssong of als audiodata voor opslag op een USB-flashgeheugenapparaat in de vorm van een wavefile. Een gebruikerssong opnemen Druk op de knop [REC].
Pagina 42
LET OP Schakel de CP5 of CP50 nooit uit als het bericht 'Please keep power on...' op het scherm wordt weergegeven. Als u daarmee geen rekening houdt, kan de inhoud van het gebruikersgeheugen verloren gaan en kunnen andere systeemdata beschadigd worden, zodat de CP5 of CP50 niet meer normaal werkt de volgende keer dat u het instrument inschakelt.
OPMERKING Als er wavefiles worden opgenomen met de CP5 of CP50, worden de symbolen } en { automatisch aan de filenaam toegevoegd op positie 7 en 8. Het is niet mogelijk om deze symbolen voor de opname te wijzigen. Namen kunnen worden gewijzigd na de opname, maar deze twee symbolen moeten niet worden verwijderd.
] (Stop) te drukken. Synchro start gebruiken om opname te starten De CP5 of CP50 heeft een Synchro start-functie die kan worden gebruikt om afspelen van de achtergrondtrack te starten als het toetsenbord wordt bespeeld. Hieronder wordt beschreven hoe deze functie gebruikt wordt.
OPMERKING Zelfs wanneer de CP5 of CP50 is aangesloten op andere MIDI-apparaten, moet u een stereosysteem of een versterker en luidsprekers aansluiten om het geproduceerde geluid te horen. U kunt ook altijd een hoofdtelefoon aansluiten om de stagepiano direct te beluisteren.
De stagepiano gebruiken met een computer De CP5 of CP50 kan ook worden aangesloten op een computer om MIDI-data uit te wisselen. Een sequencer die op een computer draait, kan bijvoorbeeld worden gebruikt om de stagepiano te bespelen, of u kunt MIDI-data die zijn gemaakt door het toetsenbord van de stagepiano te bespelen voor verwerking naar de computer verzenden.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de [USB TO HOST]-poort Neem de volgende punten in acht wanneer u de CP5 of CP50 op een computer aansluit via de [USB TO HOST]-poort. Als u dat niet doet, loopt u het risico dat een of beide apparaten vastlopen en dat gegevens verloren gaan of worden beschadigd. Als de stagepiano of computer vastloopt, start u de gebruikte toepassing opnieuw op, start u de computer opnieuw op of schakelt u de stagepiano uit en opnieuw in.
Local Control (lokale besturing) activeren en deactiveren Wanneer u de CP5 of CP50 bespeelt om de MIDI-berichten op te nemen op een computer, worden die berichten normaal gesproken rechtstreeks naar de computer verzonden, en vandaar teruggestuurd naar het instrument om de ingebouwde toongenerator te bespelen.
Instellingen opslaan Instellingen opslaan Geheugenstructuur Het onderstaande diagram toont de structuur van het interne geheugen van de CP5 of CP50, en laat zien hoe data wordt uitgewisseld met externe apparaten. Intern geheugen Vooraf ingestelde data (ROM) Vooraf ingestelde performances Interne data-overdracht...
LET OP Schakel de CP5 of CP50 nooit uit als het bericht 'Please keep power on...' op het scherm wordt weergegeven. Als u daarmee geen rekening houdt, kan de inhoud van het gebruikersgeheugen verloren gaan en kunnen andere systeemdata beschadigd worden, zodat de CP5 of CP50 niet meer normaal werkt de volgende keer dat u het instrument inschakelt.
Start het afspelen van de opgenomen MIDI-data op de DAW-toepassing. LET OP Wanneer de CP5 of CP50 data ontvangt die is opgeslagen met de functie Bulk Dump, wordt de op dat moment bewerkte performance overschreven. Wees daarom voorzichtig dat u geen onvervangbare data overschrijft.
LET OP Schakel de CP5 of CP50 nooit uit als het bericht 'Please keep power on...' op het scherm wordt weergegeven. Als u daarmee geen rekening houdt, kan de inhoud van het gebruikersgeheugen verloren gaan en kunnen andere systeemdata beschadigd worden, zodat de CP5 of CP50 niet meer normaal werkt de volgende keer dat u het instrument inschakelt.
Zorg ervoor dat lokale besturing niet is uitgeschakeld. Als lokale besturing is uitgeschakeld en de CP5 of CP50 niet wordt gebruikt in combinatie met een computer of ander apparaat dat MIDI-berichten retourneert, is het niet mogelijk geluid te produceren via de interne toongenerator door op het toetsenbord te spelen.
Pagina 54
Zorg ervoor dat het volume niet te hoog is ingesteld. Controleer de ingangsniveaus van een op de CP5 of CP50 aangesloten mixer of versterker. Als de vervorming niet verdwijnt door de ingangsversterking te verlagen of op de overeenkomstige padknop te drukken, kunt u proberen om het uitgangsvolume van de stagepiano te verlagen.
Druk op de knop [UTILITY] Ga naar pagina 6 door op de knop [6] te drukken Draai knop 2 om In/Out correct in te stellen Druk op de knop [STORE] om deze instelling op te slaan. Gebruikershandleiding CP5/CP50...
Pagina 56
Draai knop 2 om het USB-flashgeheugenapparaat te formatteren. (Zie het PDF-document Naslaggids voor meer informatie.) Zorg ervoor dat het gebruikte USB-flashgeheugenapparaat wordt ondersteund door de CP5 of CP50 (pagina 25). Zorg ervoor dat het USB-flashgeheugenapparaat niet is aangesloten via een USB-hub.
Dit bericht wordt weergegeven terwijl de CP5 of CP50 een file laadt. Loading... [EXIT] to cancel. Dit bericht wordt weergegeven wanneer de CP5 of CP50 bezig is met het maken Making external memory... van een extern performancegeheugen op een USB-flashgeheugenapparaat dat op de [USB TO DEVICE]-poort is aangesloten.
Pagina 58
Dit bericht wordt weergegeven als het aangesloten USB-flashgeheugenapparaat niet USB device unformatted. geformatteerd is of geformatteerd is met een indeling die de CP5 of CP50 niet ondersteunt. Controleer in dat geval de inhoud van het USB-flashgeheugenapparaat. Dit bericht wordt weergegeven als het USB-flashgeheugenapparaat tegen USB device write protected.
• Yamaha geeft geen garanties met betrekking tot het gebruik van de software en documentatie en kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de resultaten van het gebruik van deze handleiding en de software.
1. TOEKENNING VAN LICENTIE EN COPYRIGHT Yamaha kent u hierbij het recht toe om één exemplaar te gebruiken van de softwareprogramma's en gegevens ("SOFTWARE") die bij deze overeenkomst worden geleverd. De term SOFTWARE omvat eventuele updates van de meegeleverde software en gegevens.
Pagina 61
4. BEPERKTE GARANTIE OP MEDIA Bij SOFTWARE die op tastbare media wordt verkocht geeft Yamaha de garantie dat de tastbare media waarop de SOFTWARE is vastgelegd bij normaal gebruik gedurende een periode van veertien (14) dagen na de datum van ontvangst, zoals kan worden aangetoond met een kopie van het ontvangstbewijs, vrij is van materiaal- en productiefouten.
• Software op DVD-ROM Specificaties en beschrijvingen in deze gebruikersgebruikershandleiding zijn uitsluitend voor informatiedoeleinden. Yamaha Corp. behoudt zich het recht voor om producten of hun specificaties op elk gewenst moment zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen of te modificeren. Aangezien specificaties, apparatuur en opties per locatie kunnen verschillen, kunt u het best contact opnemen met uw Yamaha-leverancier.
Pagina 65
Neem voor details over producten alstublieft contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-vertegenwoordiging of de geautoriseerde distributeur uit het onderstaande overzicht. FRANCE HONG KONG NORTH AMERICA Yamaha Musique France Tom Lee Music Co., Ltd. BP 70-77312 Marne-la-Vallée Cedex 2, France CANADA 11/F., Silvercord Tower 1, 30 Canton Road,...